Leesfragment: Nicolas Dickner, Tarmac

04 oktober 2009 , door Nicolas Dickner

Het nieuwste boek van Nicolas Dickner, Tarmac, verschijnt komende maand in de vertaling van Martine Woudt. U mag er nu al uit voorproeven, en u kunt het nu al reserveren.

 

Tarmac is de bizarre geschiedenis van een eindedagaankondiging. Iedereen van de familie Randall denkt dat de wereld zal vergaan. In een droom krijgt elk familielid een einddatum door. Vreemd genoeg allemaal een andere. Ann Randall probeert met haar dochter Hope naar het westen te vluchten, maar ze stranden in Rivière-du-loup. Daar leert de mooie, nuchtere en intelligente Hope Michel Bauermann kennen en zijn huis wordt haar toevluchtsoord. Toch is Hope onrustig, wanneer krijg zij de datum van de apocalyps door? In een poging het einde der tijden zelf te bepalen werpt ze dobbelstenen, en die datum wordt bevestigd op een pak noedels. Maar hoe serieus moet je een uiterste houdbaarheidsdatum nemen?

 

1 Verdampt

Augustus 1989. Ronald Reagan was weg uit het Witte Huis, de Koude Oorlog liep op z'n eind en het gemeentelijke buitenzwembad was (weer eens) gesloten. Reden van de tegenslag: een leidingbreuk.
Rivière-du-Loup baadde in kippenbouillon - een gelige lucht vol pollen - en ik zwierf chagrijnig met mijn badhanddoek om mijn nek door de wijk. Het duurde nog drie dagen voordat het schooljaar weer begon en alleen een paar baantjes in het chloorwater hadden me kunnen oppeppen.
Ik belandde in het gemeentestadion. Geen mens te zien. Ze hadden de lijnen van het honkbalveld net opnieuw getrokken en er hing nog een geur van kalk in de lucht. Honkbal in-teresseerde me niet, maar ik was dol op stadions, zonder duidelijke reden. Ik liep langs het spelershonk, waarnaast een oude, door de zon gebleekte krant slingerde. Met een beetje inspanning kon je een colonne tanks op het Plein van de Hemelse Vrede herkennen.
Toen zag ik bovenin, op de allerachterste rij, het meisje zitten, met haar neus in haar boek, alsof ze de tijd tot de volgende wedstrijd zat te doden.
Zonder al te veel na te denken klom ik de tribune op in haar richting.
Ik had haar nog nooit in de wijk gezien. Ze was slank, met benige handen en een gezicht bezaaid met sproeten. Ze droeg een pet van de New York Mets (met de klep over haar ogen getrokken) en een spijkerbroek met een gat op de rechterknie - niet zo'n modern geval dat met zuur was gewassen, maar een werkbroek met een primitieve pasvorm, een oude, uit een kolenmijn in de woestijn van Nieuw-Mexico opgedolven Levi's.
Met haar rug tegen de balustrade geleund las ze een taalmethode: Leer thuis Russisch - deel 13.
Ik ging zonder een woord zitten. Ze vertrok geen spier.
Het hout onder onze billen was gloeiend heet. De zon brandde echt hard, en als ik niet bang was geweest me belachelijk te maken had ik met mijn handdoek een tulband geïmproviseerd. Ik keek in de lucht. Hoog in de atmosfeer trok een 747 lange, rechte windveren. Droog weer in het vooruitzicht.
Ik wilde net iets afgezaagds over het weer zeggen toen het meisje de klep van haar pet omhoog deed.
'Vannacht heb ik over de bom op Hiroshima gedroomd.'
Er gingen een paar tellen voorbij, terwijl ik nadacht over dat ongewone begin.
'Waarom speciaal de bom op Hiroshima?'
Ze sloeg haar armen over elkaar.
'De kracht van de moderne bommen gaat de verbeelding te boven. Neem een gewone ballistische raket van ongeveer vijfhonderd kiloton. De explosie zou een stuk tektonische aardschol de ruimte in kunnen slingeren. De menselijke hersens kunnen dat niet bevatten.'
Waar kwam dit meisje vandaan? Ze had een ondefinieerbaar accent. Engels, Acadisch, misschien uit New Brunswick. Ik gokte op Edmundston. Ze raapte een Cracker Jack-verpakking op, die tussen twee planken was gepropt, en begon die in snippers te scheuren.
'Little Boy was ongeveer vijftien kiloton. Niet bepaald een rotje, maar wel al makkelijker in te schatten. Als dat boven ons hoofd zou exploderen, op ongeveer zeshonderd meter hoogte - zoals in Hiroshima -, dan zou de schokgolf de stad in een straal van anderhalve kilometer met de grond gelijk maken. Dat geeft een oppervlakte van ongeveer zeven vierkante kilometer. Het equivalent van…'
Ze kneep haar ogen samen, volledig in beslag genomen door een ongelofelijke hoofdrekensom.
'… vijfentwintighonderd honkbalterreinen.'
Ze stopte even met het verscheuren van de Cracker Jack-verpakking om de omgeving met een zwierig pedagogisch gebaar te omvatten.
'Het winkelcentrum zou in stukken vliegen, de bungalows zouden worden weggeblazen, de auto's als kartonnen dozen weggeslingerd, de lantaarnpalen plat op de grond. En dat is alléén de schokgolf. Daarna is er de hittestraling. Over tientallen vierkante kilometers zou alles in as worden gelegd - heel veel honkbalterreinen! In de buurt van de bom zou de hitte hoger zijn dan de temperatuur aan het oppervlak van de zon. Metaal zou gaan smelten. Het zand zou kleine bolletjes glas vormen.'
Ze was klaar met haar scheuractie en woog het stapeltje snippers in haar handpalm.
'En weet je wat er met óns zou gebeuren, twee arme, piepkleine primaten die voor zestig procent uit water bestaan?'
Ze keerde heel rustig haar hand om en de bries voerde haar handvol snippers in de richting van het linkerveld.
'Wij zouden in drie duizendste van een seconde verdampt zijn.'
Ze keerde zich eindelijk naar me toe en nam me met een scherpe blik op, waarschijnlijk om te beoordelen hoe ik deze inleiding incasseerde. Goed genoeg, alles in aanmerking genomen. Haar blik gaf me een voldoende.
Haar gezicht ontspande. Ze glimlachte even vriendschappelijk en zonder er iets aan toe te voegen dook ze weer in haar methode Russisch.
Een beetje gehavend door de schokgolf liet ik me tegen de balustrade aan vallen. Terwijl ik mijn voorhoofd met een punt van de handdoek afveegde, observeerde ik tersluiks het meisje. Ik had gezworen dat ze een magnetisch veld uitzond - de straling van haar iq van 195.
Niet alleen had ik dit meisje nog nooit gezien, maar ik had ook nog nooit zo'n soort meisje gezien - en precies toen ik dat dacht, werd ik getroffen door een zekerheid: als ik me dan toch in gezelschap van de een of ander zou moeten laten verdampen, zou het met haar zijn.

2 De Dierenwinkel

Ze heette Hope Randall en was net aangekomen uit Yarmouth, Nova Scotia.
'Weet je waar dat is?'
Met haar wijsvinger tekende ze een kaart van Nova Scotia in de lucht en zette ze een vliegenpoepje helemaal ten zuiden van het schiereiland, tegenover Maine - twaalfhonderd kilometer hiervandaan.
'Nooit van gehoord.'
'Hindert niet.'
Haar moeder en zij waren drie dagen eerder in de stad aangekomen en hadden hun intrek genomen op de rue Amyot, in een appartement dat ingeklemd lag tussen de wasserette Clean-O-Matic en de keukens van het restaurant Chinese Garden. Twee brandpunten van de lokale hygiëne.
Ze draaide de sleutel een paar keer om in het slot en gaf een schop tegen de deur.
'Welkom in Dierenwinkel Randall!'
Verdomd, opeens wist ik het weer: deze plek was vroeger een dierenwinkel - De ark van Noah (sic) -, gesloten sinds vorige winter en verbouwd tot (matig) bewoonbare woning. Op de vloer zag je nog vaag donkere plekken op de plaatsen waar ooit de toonbank, de wandkasten en de aquaria stonden. Een geur van Aziatische frituur hing overal, benauwend, zonder trouwens de lucht van parkietenstront, chinchillapis en kattenbrokjes te kunnen verdrijven.
Het meubilair (bij de prijs inbegrepen) kwam neer op een wankele tafel, vier stoelen, een verzameling gebutste elektrische huishoudelijke apparaten en een bank, die bij gebrek aan televisie het prototype van nutteloosheid was.
Hope beweerde dat ze minder dan tweeënzeventig uur geleden waren aangekomen, maar toch stonden er overal onwaarschijnlijke hoeveelheden voedsel opgestapeld: zakken meel, zakjes noedels, flessen water en olie en allerlei conservenblikjes. In feite was het enige niet-eetbare voorwerp in de omgeving een stapel Leer thuis Russisch (delen 8, 14 en 17), waarop Hope het deel dat ze in het gemeentestadion had zitten lezen voorzichtig neerlegde.
'Heb je dorst?'
Ik knikte. Terwijl ze een glas water voor me inschonk, keek ik de dierenwinkel rond, op zoek naar zijkamers. Er was er geen, op een wonderbaarlijk ruime badkamer na - waarschijnlijk het vroegere Reptielenhok. Waar sliepen ze dan? Vooruitlopend op mijn vraag wees Hope op de bank.
'Die is uitklapbaar. Ik slaap in het bad, met de deur gesloten. Het is onmogelijk om op minder dan drie meter afstand van mijn moeder een oog dicht te doen.'
'Snurkt ze?'
'Nee, ze praat in haar slaap.'
'O?'
Ik nam een slokje water. Verontrustende ijzersmaak.
'En wat zegt ze?'
Geërgerd begon Hope op haar duimnagel te bijten.
'Geen idee. Dingen in het Assyrisch.'
'In het Assyrisch?'
'In het Assyrisch of in het Aramees, Joost mag het weten. Ik weet niets van dode talen.'
Met haar tanden scheurde ze een dun reepje van haar nagel, dat ze de ruimte in spuugde.
'Ik kom uit een meertalige familie.'
'Dat is te zien,' zei ik terwijl ik met mijn voet op de handboeken Russisch wees.
'Ik was ook met Duits begonnen, maar ik moest mijn boeken in Yarmouth achterlaten. Ze pasten niet in de auto.'
'Achterlaten?'
'Ja. We zijn 's nachts vertrokken, omdat…'
Ze zuchtte.
'Oké. Ik kan maar beter bij het begin beginnen.'

Verder voorproeven? Zie de site van Uitgeverij Ailantus.

Dickners eerste roman, Nikolski, werd geprezen door de pers:

'Nikolski wordt een plek om naar te verlangen. Precies wat een goede roman moet zijn.' Dirk-Jan Arensman, Het Parool
'Door Dickners ongeremde verbeelding worden ze larger than life. Zijn prikkelende en geestige schrijfstijl, vol metaforen en verwijzingen naar de maritieme wereld, doen de rest.' Wineke de Boer, de Volkskrant
'Nikolski [...] is very untidy indeed, a novel of coincidences and chance decisions, yet it's a gentle and absorbing kind of untidiness.' Patrick Ness, The Guardian.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum