Leesfragment: En nu de film nog

27 november 2015 , door Marja Pruis

Morgen in De Groene Amsterdammer, vanavond al te lezen op Athenaeum.nl: Marja Pruis over Chiara Tissen, Wrap: 'Wrap wringt aan alle kanten, en misschien kan daaruit ook iets positiefs gepeurd worden. Er gebeurt in ieder geval wat. De vertelstijl is vlak, maar de gedetailleerde manier waarop de hoofdpersonages worden neergezet getuigt ook van een warm soort betrokkenheid.'

De samenwerking tussen Athenaeum Boekhandel en De Groene Amsterdammer is versterkt: op de site van De Groene kunt u de besproken boeken direct bij Athenaeum kopen.

Het is al vijftien jaar geleden dat Jeanette Winterson in het essay ‘Writer, Reader, Words’ opperde dat met de onstuitbare opkomst van tv en film onze behoefte aan een ‘spiegel van het leven’ volkomen bevredigd wordt, en dat je daar dus geen romans meer voor nodig hebt. Tussen de regels door sprak zij hiermee de hoop uit dat schrijvers zich weer wat meer zouden durven toeleggen op hun instrument, de taal, en wat minder bezig zouden zijn vooral de herkenbare paden te bewandelen. Wat zij misschien toen niet had kunnen bevroeden, was dat het film- en televisiemedium zich zozeer zou ontwikkelen dat de romankunst er ver bij achter lijkt te blijven, zowel in het vermogen om te spiegelen als te ontregelen en te raken. Waar de gemiddelde televisieserie almaar literairder lijkt te worden in zijn meerlagigheid, intensiteit, humor en duisternis, blinkt het merendeel van de romans dat de laatste jaren verschijnt vooral uit in een vlak soort realisme. Met name in Nederland is het lastig zoeken naar proza dat de dagelijksheid overstijgt, zowel wat betreft thematiek als technisch vernuft.

Wrap, de derde roman van Chiara Tissen, had wat dat betreft niet onheilspellender kunnen beginnen. ‘Franka Hakman werd met een schok wakker vlak voor de wekker ging.’ Voor zo’n opening is moed nodig sinds Gerard Reve zijn held Frits Egters liet wakker worden in de openingszin van De avonden. Moed, of naïviteit. Naarmate het verhaal zich ontwikkelt, wen je aan de kabbelende, nietszeggende schrijfstijl, al blijft het verbazingwekkend dat werkelijk niet één zin eruit springt, zich vasthaakt. Wrap moet het meer hebben van de uitdieping van de psychologie van de personages, de tekening van een milieu en het aansturen op een plot. Tegelijkertijd is dat laatste ook weer nogal hinderlijk. Had de schrijfster zich op dit vlak ook maar iets meer kabbelends gegund. Nu moet er toch iets verklaard en opgelost worden, als in de eerste de beste B-film.

Tissen schetst via haar hoofdpersonages Willem Zandstra, voormalig cameraman, tegenwoordig docent aan de filmacademie, en Franka Hakman, productieleider, het milieu van film- en documentairemakers. (‘Wrap’ blijkt ook een term uit die wereld, en niet de aanduiding van het laffe pannekoekje met hartige vulling, zoals ik aanvankelijk dacht.) Ooit waren Willem en Franka geliefden, maar door een noodlottig toeval zijn ze uit elkaar gedreven. Ze zijn elkaars ‘onafgemaakte’ liefde. Een roman lang, die zich afspeelt binnen het bestek van één dag, is het de vraag of ze na zeventien jaar pauze een herkansing krijgen. Een lange tijd waarin Willem zijn verhouding met Dana verder heeft geconsolideerd, en Franka er vooral min of meer vrolijk op los heeft geleefd. Wrap wordt bevolkt door zuipende, seksende of juist niet-seksende beginvijftigers. Is het te laat om hun leven nog een heel andere wending te geven, of is het voor echte liefde nooit te laat?

Een vraag die door Tissen tot op de bodem wordt verkend. Eigenlijk schrijft ze een roman zoals een kind dat doet: iedere passant krijgt zijn eigen perspectief, al is het maar één hoofdstukje. Een werkwijze die de platste nieuwsgierigheid bevredigt en iedere zweem van meerduidigheid voortijdig doodt. Bizar, omdat ze inhoudelijk schrijft over creatieve, ambitieuze mensen, met hooggespannen ideeën over hoe ze de werkelijkheid het best in beeld kunnen brengen. Aan de hand van bijpersonage Anouk bijvoorbeeld, studente van Willem en natuurlijk verliefd op deze getormenteerde vijftiger met ooglapje, kan dat proces ook nog eens van dichtbij gevolgd worden. In fragmenten krijgen we haar kersverse script voorgeschoteld, dat een afspiegeling blijkt te zijn van het leven dat Willem ook geleefd had kunnen hebben, zij het dus door de ogen van een verliefde ziel.

Ook wordt voortdurend van alles herhaald, alsof het anders misschien te ingewikkeld zou worden. Iedere handeling, iedere voetstap, wordt voorzien van ondertitels. ‘Hij moest iets doen. Hij kon nu niet lijdzaam terug naar zijn woning en daar een script van een onvolwassen puber over een man en een vrouw gaan zitten lezen, terwijl zijn eigen leven zo’n puinhoop was. (…) Nee, hij móést iets doen.’ De enkele keer dat Tissen probeert iets minder ‘direct’ te schrijven, vliegt ze meteen ook uit de bocht: ‘Willem wreef in zijn linkeroog, maar het was het rechter dat wilde huilen.’

Wrap wringt aan alle kanten, en misschien kan daaruit ook iets positiefs gepeurd worden. Er gebeurt in ieder geval wat. De vertelstijl is vlak, maar de gedetailleerde manier waarop de hoofdpersonages worden neergezet getuigt ook van een warm soort betrokkenheid. De voortdurende perspectiefveranderingen doen knullig aan, maar lijken ook een aardige handreiking aan de lezer. De plot heeft een hoog soapgehalte, maar wordt zo zorgvuldig voorbereid dat dit vergeeflijk is. Het gaat over grote gevoelens in Wrap, maar daar wordt op een sympathieke manier weinig pretentieus over gedaan. Als Willem het script van zijn studente leest, lijkt het alsof de schrijfster alvast een voorschot neemt op de reactie op haar eigen werk: ‘Hij kon zich niet concentreren op het script. Hij probeerde aan Anouk te denken en te formuleren wat hem tot nu toe beviel aan haar script en wat niet, maar het wilde niet lukken. Hij had ook geen zin in deze materie. Kinderen en vaders, wat moest hij ermee?’

Als publiciteitsstuntje werd door de uitgeverij bedacht om verschillende mensen uit de film- en boekenwereld hun favoriete cast samen te laten stellen, voor het geval dat Wrap geen boek maar een film zou zijn. Een aardig idee, vooral ook omdat sfeer, verhaal en levendigheid van dit boek wel eens beter op hun plaats zouden kunnen vallen in een gefilmde versie. Om hierbij dan ook maar een regisseursnaam te suggereren: Nicole van Kilsdonk. Zij zou een mooi weemoedige film of televisieserie op het boek van Tissen kunnen baseren, zoals ze eerder onder meer de verrassende telefilm Deining maakte. Graag dan ook weer een glansrol voor Jacqueline Blom.

De Groene Amsterdammer
Dichters & Denkers

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum