Leesfragment: Karakter

10 september 2010 , door F. Bordewijk, Ger Thijs
| | | |

23 september gaat de voorstelling Karakter, naar het boek van F. Bordewijk en in de regie van Ger Thijs in de Stadsschouwburg Haarlem in première. Joost Prinsen speelt Dreverhaven, Waldemar Torenstra speelt Katadreuffe. Vanavond lezen we het boek en nemen het scenario erbij, voor twee scènes: Katadreuffes eerste faillisement en zijn sollicitatie.

Dreverhave is een alom gevreesde deurwaarder, Katadreuffe zijn onechte zoon, verwekt bij de dienstbode Joba. Met blinde ambitie en ijzeren discipline probeert de jonge Katadreuffe zich uit zijn eenvoudige milieu op te werken tot advocaat. In zijn streven wordt hij consequent tegengewerkt door een geheimzinnige figuur. Het blijkt zijn eigen vader te zijn.
Karakter is een botsing tussen drie koppige Hollanders. Dreverhave die denkt dat hij zijn zoon sterk maakt door hem dwars te zitten. Joba die ondanks herhaalde aanzoeken weigert de vader van haar kind te trouwen en Katadreuffe die alles opoffert aan zijn ambitie en daarmee de liefde van zijn leven misloopt,
Het meesterwerk van Bordewijk werd in 1997 verfilmd door Mike van Diem en met een Oscar bekroond. Deze toneelbewerking is een creatie van de makers van de voorstelling Heren van de thee. Karakter is het eerste deel van de serie Nederlandse Klassiekers, de opvolger van het Koloniale Vijfluik.

 

Met o.a. Joost Prinsen, Waldemar Torenstra, Marie-Louise Stheins, George van Houts, Vincent Croiset, Ad Knippels, Jules Croiset, Jara Lucieer, Martin Willem van Duijn en Randy Fokke.

 

Het boek

Uit hoofdstuk III: Een faillisement

Toen Mr. de Gankelaar zich met den deurwaarder meldde was Katadreuffe afwezig, en de moeder alleen thuis. Een heer stommelde de trap op en achter hem een zware breede vent, geen heer, een man. Juffrouw Katadreuffe stond niets vermoedend boven aan de trap. De heer maakte zich bekend als de curator. De man achter hem was nu ook op het portaaltje gekomen en aan diens enkele silhouet in het duister portaal tegen het licht van den trapkoker, misschien ook door haar enkel instinct, herkende zij op slag den man dien zij in twee en twintig jaar niet meer had gezien. Dreverhaven. Zij voelde zich spierwit worden, en week ijlings terug naar den donkersten hoek. In een oogwenk herwon zij zich. Met een ongelooflijke wilskracht bereikte zij dit in een oogwenk, zelfs dat haar gelaat zijn normale tint herkreeg. Haar stem was heel gewoon toen zij vroeg of ze wilden binnen komen, en ze gaf hun een stoel aan haar tafel, aan den heer, aan den man. Zij had hem in de fractie van een seconde getaxeerd, een oud man, maar een gezond man, en een geducht man. En iets van fierheid stond in haar op dat haar verleider déze man was geweest en geen ander, dat zij van dézen man nooit iets had willen aanvaarden, geen huwelijk en geen cent. Ze voelde dat de grauwe, zwijgende, machtige kerel zich haar herinnerde, op dit oogenblik wist dat zij, de moeder van zijn kind, daar tegenover hem zat, in haar eigen interieur, geschapen met haar eigen arbeid, zonder zijn hulp. Want zij wist wel wie deze Dreverhaven was, een deurwaarder, nu ja, maar tevens een beul voor alle schuldenaars die hem in handen vielen. Wee den achtergeraakten huurlingen die door Dreverhaven werden ontruimd! De wet is voor het volk iets heiligs, wie geen God en geen ouders vreest, vreest altijd nog de wet. De wet in haar volle onmenschelijke strengheid was één met Dreverhaven. In groote lagen van het volk was Dreverhaven gevreesd, dikwijls had men in haar aanwezigheid over hem gesproken. Hij kende honderden, tienduizenden kenden hem, althans bij name. Hoe zou zij dan niet? Maar zij wist meer dan velen, hij was niet getrouwd, nooit.
En het was vreemd. Want hij was achter den curator aangekomen, dat paste nu eenmaal, de man komt na den heer. Maar hij vulde de gansche kamer en de heer bestond nauwelijks. En zij kon er zich niet over ergeren dat terwijl de curator al op het portaal zijn hoofd had ontbloot gelijk iemand, ook een heer, betaamt die een ander, ook een vrouw uit het volk, bezoekt, – dat Dreverhaven daar zat met een zwarten vilten hoed diep op zijn hoofd, in haar eigen kamer. Want zij voelde dat Dreverhaven zoo een man was om zich nog niet voor God te ontdekken, slechts voor de Wet. En zij herinnerde zich ook dat hij in zijn eigen huis altijd rondliep met een hoed op, aan zijn tafel zat met een hoed op, waarlijk, met net zoo'n zwarten flambard als deze. Middelerwijl hoorde zij zich praten tegen den curator.
– Nee meneer, mijn zoon bezit zoo goed als niets. Hij woont bij mij in sinds een paar weken, maar de huishuur staat op mijn naam. Dit allemaal, al is het niet veel, is van mij. Hij bezit alleen maar wat boeken, en wat zullen die waard zijn? Maar natuurlijk, het recht moet zijn loop hebben.
– Waar is het? vroeg de stem van den oude.
Dezelfde stem, diep, machtig, van 22 jaar terug, – ja, nog meer indrukwekkend dan toen.
Ze wees met een vinger die niet beefde in de richting van het kabinet. Hij keek, voor het eerst, in haar oogen en toen in de richting van haar rustig wijzende hand. De kleine stekende oogen keken even in de groote donkere, die nog altijd vurig waren. Mooie zeldzame oogen voor een zoo oude vrouw, maar ze was niet oud, slechts verouderd. De groeven van verbittering langs haar mond waren van lieverlede overgegaan in de mildere groeven van den ouderdom. Ze was veertig jaar. Hij ging zonder een woord. Ze hoorde hem de deur openen van het kabinet. Ondertusschen sprak de curator: – Ik zal uw zoon oproepen om bij me te komen. Ik moet hem zelf spreken. Laat hij dan een lijstje meebrengen van zijn schuldeischers, en als hij boek heeft gehouden ook zijn boeken. Wat hij bezit moet verkocht worden, misschien kan iemand het ondershands overnemen, maar eerst moet ik de taxatie hebben. Daarvoor zorgt de deurwaarder.
Hij zweeg even, hij keek haar aan. Hij vond haar anders dan hij verwacht had, apart, niet onsympathiek.
– Enfin, we zullen wel zien wat we doen kunnen.
De beteekenis van de laatste woorden vatte ze niet, maar ze vroeg geen uitleg. Hij stond op.
– Kom, ik moet nu gaan. Uw zoon zal ik dus nog schrijven bij me te komen. Ik denk dat meneer Dreverhaven wel klaar is.
Hij opende de deur van het kabinet. Daar was niemand meer. Hij had Dreverhaven niet hooren vertrekken, zij wel. Terwijl ze met hem sprak was haar geen enkel geluid uit het kabinet ontgaan. De curator zag even rond, zijn oog viel op een groot rek vol boeken, ingenaaid of in verschoten banden. Hij trad op het rek toe, nam een boek hier en daar, hij keek op zijn gemak de rugtitels af, stak voor stuk.
– Hm, zei hij nu en dan.
Ze stond er doodstil bij, ze nam dezen meneer scherp op. Een echte heer, een gestudeerde meneer, een jonge man, vriendelijk en wellevend. Een intelligent gezicht. Lichtblond haar. Een sportieve athletische mensch die zich bewoog met gemak. De curator van haar zoon.
– Hm, zei hij nog eens, en dan nam hij vriendelijk afscheid.

De toneelbewerking

2

(bij joba. gebonk op deur.
niemand komt.
nogmaals.
deur vliegt open.
dreverhaven en de gankelaar op.
)

de gankelaar – Had niet gehoeven.
Deur is open.

(dreverhaven antwoordt niet. kijkt rond.
gaat rechts af.
de gankelaar gaat aan een tafel zitten,
spreidt zijn papieren uit.
joba op, door zelfde open deur.
de gankelaar springt op
)

de gankelaar – Mevrouw Katadreuffe?

joba – Juffrouw.

de gankelaar – Bent u verwant met de heer...

(kijkt in papieren)

... Jacob Willem Katadreuffe?

joba - Mijn zoon.

de gankelaar - En toch juffrouw?

(ze reageert niet
de gankelaar strekt hand uit
)

de gankelaar.
Ik ben de curator van uw zoon.

joba - Curator?

de gankelaar - Uw zoon is failliet verklaard.
Dat is u niet bekend?

joba - Nee.

de gankelaar – Schulden bij de Maatschappij van het Volkskrediet,
Hij moet de bescheiden hebben ontvangen.

joba - O.

(dreverhaven weer op.
joba ziet hem. wordt bleek
)

de gankelaar - Is er iets?

joba - (tegen dreverhaven)
Wilt u niet gaan zitten?

(dreverhaven blijft staan)

de gankelaar - Wat uw zoon bezit moet verkocht worden.
Ik moet een inventaris maken.
Daartoe is deurwaarder Dreverhaven meegekomen.

(gebaar van voorstellen)

joba – Ze luisterde niet. Keek slechts naar hem. Een oud man intussen, maar een gezond man, en een geducht man. En fierheid stond in haar op dat haar verleider déze man was geweest en geen ander, dat zij van déze man nooit iets had willen aanvaarden, geen huwelijk en geen cent.

de gankelaar – Luistert u?

joba - Mijn zoon bezit zo goed als niets. Alleen wat boeken. Maar natuurlijk, het recht moet zijn loop hebben.

dreverhaven - Waar? De boeken?

(joba wijst.
dreverhaven naar boeken
)

de gankelaar – Laat uw zoon bij mij op kantoor komen. Morgen elf uur. Laat hij dan een lijst meebrengen van zijn schuldeisers, en als hij boek heeft gehouden ook zijn boeken.

(dreverhaven pakt grote stapel zielige boeken op
laat ze vallen
)

Dreverhaven.

(tegen joba)

Dat is zijn hele bezit?

(bekijkt de boeken)

Hm...
Morgen verwacht ik uw zoon.
Mevrouw.

(de gankelaar af.
dreverhaven en joba tegenover elkaar
)

dreverhaven - Hij keek voor het eerst in haar ogen.

joba - De kleine stekende ogen keken even in de grote donkere,
die nog altijd vurig waren.

dreverhaven - Mooie zeldzame ogen voor een zo oude vrouw,
maar ze was niet oud, slechts verouderd.

(tegen haar)

22 jaar.

(kijkt om zich heen)

joba – Mijn huis, geschapen met mijn eigen arbeid,
zonder uw hulp.
Nee.
Het antwoord is nog steeds nee.

dreverhaven – Ik heb geen vraag gesteld.

(schrijft, geeft joba reçu)

De boeken behoren tot de failliete boedel.
Dat hij ze niet snel bij de buren verstopt.

katadreuffe op, met jan maan, in discussie.

MAAN – Was dat niet heel boeiend?
Niemand spreekt als Henk Sneevliet!

katadreuffe – Er zit een denkfout in die heilsleer van jullie.
vrijheid, gelijkheid, broederschap.
Die zaken sluiten elkaar uit!
Vrijheid kan niet samengaan met gelijkheid.
Om vrij te zijn moet ik boven mijn broeder uitstijgen.

(ziet de verspreid liggende boeken)

Mijn boeken.

joba – Niet meer.

Het boek

Uit hoofdstuk V: Gevel en kantoor

Een paar huizen verder keerde hij om, zigzagde dan tusschen het verkeer door en liep aan den overkant terug. Daar, op een kleine open plek tusschen kisten in bleef hij staan en zag op naar het kantoor. Een hoog gebouw, smal, een oud heerenhuis geweest, hij zag het dadelijk. Vitrage voor alle ramen, je kon van het innerlijk leven niets ontdekken. Maar de deur wijd open. Daarachter een kleine trap omhoog naar de eerste verdieping, laag gelegen en met hooge vensters. En dan vooral deze rij naamborden van geel koper, met diepzwart geschilderde letters. Hij zag ze van hier slechts nu en dan, en een oogenblik, tusschen de toevallige reten van het verkeer door, maar als hij ze zag schitterden ze in de zon als steekvlammen.
En hij zag naar het verkeer en er tegen op. Langs hem ging het langzame verkeer, met de logge torenende sleeperskarren, het snelle stroomde in het midden in twee richtingen. Rondom hem stonden kisten en balen, achter hem lagen de schepen, vratig of gul. In een overweldigende actie van handel stond hij stil, voor zijn stilstand waren niet meer dan een paar keien beschikbaar. En het kantoor met de vijf zonnen gespijkerd naast zijn open deur was in die actie opgenomen. Hij zag menschen in- en uitgaan, de zonnen zelf waren actie. Zoo rustig van buiten moest het inwendig dreunen
En het kantoor met de vijf zonnen gespijkerd naast zijn open deur was in die actie opgenomen. Hij zag menschen in- en uitgaan, de zonnen zelf waren actie. Zoo rustig van buiten moest het inwendig dreunen.
Toen stond er in Katadreuffe iets op. Het ware was niet een klein winkeliertje willen worden, het was dit. Al wat hij wist, en hij wist uit het lexicon heel wat, veel meer dan andere jonge mannen van zijn stand en ouderdom, was niets, want het leidde niet tot dit. Hij vroeg zich niet af wat hij daarmede precies bedoelde, en hij bedoelde het ook niet precies. Heel precies wist hij toch twee dingen: laag beginnen, weg van zijn moeder. Deze twee dingen behoorden volstrekt bij elkaar. Hij zou ook thuis wel laag kunnen beginnen, maar hij voelde dat hij er niet vermocht op te klimmen. Hij wàs laag begonnen, en altijd weer opnieuw. Eén en twintig jaar van mislukking, maar het gaf niet. Hij was nog zoo jong, en hij deed het nu veel gauwer. En hij deed het alleen. Weg met die moeder, weg, weg, moeder en zoon ver van elkaar, zoo ver mogelijk. Hij hield wel van haar en zij van hem. Maar ze pasten niet samen. Voor het eerst van zijn leven peilde hij zich zoo diep dat hij zich verbaasde dat er zulk een diepte in hem bestond, en in dit allerdiepst doorzicht doorzag hij ook haar. Wat hij nu voor het eerst besefte had zij allang beseft, ze had hem allang weg willen hebben, de wereld in, maar niet als avonturier gelijk bij het Haagsche zaakje. ‘Je doe maar’, had ze gezegd en daarin lag haar taxatie van het avontuur. Dat mensch had een paar verduiveld goeie oogen in haar kop, beter dan de zijne, – nu ja, daarvoor was ze ook ouder. Nu ging hij dan een eigen weg, hij wou en zij wou. En hij wou in dit huis.
Het was een beslissend oogenblik van zijn leven, later zou hij beseffen dat het een oogenblik was geweest waarmee weinig andere zich in belangrijkheid konden meten. Thans besefte hij niets anders dan dat hij van zijn moeder weg wilde en in dit huis wilde werken. Het ongerijmde van zijn verlangen zag hij heel niet in, hij was totaal vergeten dat hij als gefailleerde in dit huis niet anders dan een verplicht bezoek bracht aan zijn curator.

De toneelbewerking

3b

(voor het kantoor. katadreuffe hand bij bel, durft niet aan te bellen. loopt heen en weer voor de monumentale deur. staat stil, leest de namen op de koperen plaat ernaast)
katadreuffe - "Mr. A. Stroomkoning, advocaat, procureur, dispacheur, – Mr. Th. R. de gankelaar, Mr. C. Piaat, Mr. Rentenstein, advocaten en procureurs."
Kostbare platen van geel koper, schitteren als steekvlammen.
Vier zonnen gespijkerd naast de open deur!

(kijkt omhoog)

Vitrages voor de ramen, je kan van het innerlijk leven niets zien.
Maar hoe rustig ook van buiten, het zal er inwendig dreunen van activiteit.

(juffrouw te george arriveert op fiets
naar voordeur, tot katadreuffe
)

te george - Zoekt u iets?

katadreuffe - Nee. Ja! Mijn toekomst!

te george – Toe maar.

katadreuffe - (opgewonden) Weet u, het ware is niet een klein winkeliertje willen worden, het ware is dit. Al wat ik weet, en ik weet heel wat, veel meer dan andere jongemannen van mijn stand, is nog helemaal niets, niets, dat besef ik nu. Want het leidt niet tot dit.

te george - Hoe bedoelt u dat precies?

katadreuffe - Dat weet ik zelf ook maar vaag. Heel precies weet ik twee dingen: Eén en twintig jaar van mislukking zijn verstreken, maar dat geeft niet. Ik ben nog jong, ik doe het nu veel gauwer. Ik moet laag beginnen, maar ook dat geeft niet. Twee: weg van moeder. Weg met die moeder, weg, weg, moeder en zoon ver van elkaar, zo ver mogelijk.

te george - Arme moeder.

katadreuffe - O, ik hou van haar en zij van mij. Maar we passen niet samen. Ach!

(slaat zich voor het hoofd)

Weet U wat ik opeens bedenk? Wat ik nu voor het eerst besef, heeft zij allang begrepen! Ze heeft me allang weg willen hebben, de wereld in! Vandaar die Jan Maan die mij moet verdringen!

te george - Misschien. Dat is des moeders, ook al doet het pijn.

katadreuffe - Nu ga ik een eigen weg. En ik wil in dit huis. Onder die vier zonnen zal ooit een vijfde stralen!

te george – Toe maar. Wilde dromen.
Het zijn er maar drie, trouwens.
Piaat is overleden, ze laten de plaat hangen voor de deftigheid.

katadreuffe – U werkt hier?
Staat uw naam hier?

te george – Mijn naam wordt kleiner geschreven,
en niet in koper.
De bovenste is mijn baas.

(stelt zich voor)

Juffrouw Te George.

katadreuffe - Aangenaam, Katadreuffe.

te george - Kalm aan, Katadreuffe.

katadreuffe - Ik weet het: Laag beginnen.
De tweede is mijn curator.
Ik ben failliet.

te george - zo laag begint u.

katadreuffe - Ik heb een afspraak. Om elf uur.

te george - Dan bent u laat. Kom.

(gaan gehaast naar binnen)

Speellijst

September 2010

ZA 11 - ALPHEN A/D RIJN (Theater Castellum - 0172 42 92 92) Try-out
DI 14 - BARENDRECHT (Theater Het Kruispunt - 0180 61 59 58) Try-out
WO 15 - BAARN (Theater De Speeldoos - 035 541 80 50)
DO 16 - OSS (Theater De Lievekamp - 0412 64 89 22) Try-out
VR 17 - HEERHUGOWAARD (Cool Kunst en Cultuur - 072 534 76 62) Try-out
ZA 18 - EDE (C.C. De Reehorst - 0318 63 37 41) Try-out
DI 21 - HAARLEM (Stadsschouwburg Haarlem - 023 512 12 12) Voorpremière
WO 22 - HAARLEM (Stadsschouwburg Haarlem - 023 512 12 12) Voorpremière
DO 23 - HAARLEM (Stadsschouwburg Haarlem - 023 512 12 12) Première
ZA 25 - TIEL (Schouwburg Agnietenhof - 0344 67 35 00)
DI 28 - STADSKANAAL (Theater Geert Teis - 0599 63 17 31)
WO 29 - ZUTPHEN (De Hanzehof - 0575 51 20 13)
DO 30 - HEERENVEEN (Posthuis Theater - 0513 61 94 94

Oktober 2010

VR 1 - ARNHEM (Schouwburg Arnhem - 026 443 73 43)
ZA 2 - WAALWIJK (Theater De Leest - 0416 33 17 51)
DI 5 - BERGEN OP ZOOM (Stadsschouwburg De Maagd - 0164 28 05 55)
WO 6 - UTRECHT (Stadsschouwburg Utrecht - 030 230 20 23)
DO 7 - HELMOND ('t Speelhuis - )
VR 8 - HOUTEN (Theater Aan de Slinger - 030 635 10 24)
ZA 9 - SITTARD (Stadsschouwburg Sittard-Geleen - (046) 452 44 00)
DI 12 - MAASTRICHT (Theater aan het Vrijthof - 043 350 55 55)
WO 13 - HOORN NH (Het Park - (0229) 29 10 00)
DO 14 - LEEUWARDEN (Stadsschouwburg De Harmonie - 058 233 02 33)
VR 15 - PURMEREND (Theater De Purmaryn - 0299 43 22 05)
ZA 16 - AMERSFOORT (De Flint - (033) 422 92 29)
DI 19 - DOKKUM (Theater DOK 18 - 0519-222969)
WO 20 - ALKMAAR (Theater De Vest - 072 548 99 99)
DO 21 - BREDA (Chassé Theater - 076 530 31 32)
VR 22 - DEN HELDER (Schouwburg De Kampanje - 0223 67 86 78)
ZA 23 - DORDRECHT (Schouwburg Kunstmin - 078 639 79 79)
MA 25 - DEN HAAG (Koninklijke Schouwburg - 0900 345 6789)
DI 26 - DEN HAAG (Koninklijke Schouwburg - 0900 345 6789)
DO 28 - DEN BOSCH (Theater aan de Parade - 0900 337 27 233)
VR 29 - AMSTELVEEN (Schouwburg Amstelveen - 020 547 51 75)
ZA 30 - BEVERWIJK (Kennemer Theater - 0251 22 14 53

November 2010

WO 3 - GOUDA (De Goudse Schouwburg - (0182) 51 37 50) uitverkocht
DO 4 - LAREN (Singer Theater - 035 539 39 33) uitverkocht
VR 5 - ZWOLLE (Theater Odeon - 038 428 82 88)
ZA 6 - WAGENINGEN (Theater Junushoff - 0317 46 55 00)
ZO 7 - FRANEKER (De Koornbeurs - 0517 39 63 63)
DI 9 - GORINCHEM (Schouwburg De Nieuwe Doelen - 0183 69 22 22)
WO 10 - WEERT (Munttheater Weert - 0495 54 03 22)
DO 11 - DRACHTEN (Schouwburg De Lawei - 0512 33 50 50)
VR 12 - UDEN (Theater Markant - (0413) 25 61 10)
ZA 13 - VALKENSWAARD (De Hofnar - 040 207 40 20)
DI 16 - IJSSELSTEIN (Fulcotheater - 030 687 88 33)
DO 18 - EMMEN (Theater De Muzeval - 0591 61 70 00)
VR 19 - APELDOORN (Schouwburg Orpheus - 0900 123 0 123)
ZA 20 - ZEIST (Figi Theater - 0900 3444 934)
ZO 21 - ROTTERDAM (Rotterdamse Schouwburg - (010) 411 81 10)
DI 23 - LEIDEN (Leidse Schouwburg - 0900 900 1705)
WO 24 - LEIDEN (Leidse Schouwburg - 0900 900 1705)
DO 25 - NIEUWEGEIN (Theater De Kom - 030 604 55 54)
VR 26 - GOOR (De Reggehof - 0547 28 48 80)
ZA 27 - ZAANDAM (Zaantheater - 075 655 53 33)
DI 30 - CAPELLE AAN DEN IJSSEL (Isala theater - (010) 458 64 00

December 2010

WO 1 - VENLO (Theater De Maaspoort - 077 320 72 07)
DO 2 - KAMPEN (Stadsgehoorzaal Kampen - 038 331 73 73)
VR 3 - HENGELO (Rabotheater Hengelo - 074 255 67 89)
ZA 4 - DEVENTER (Deventer Schouwburg - 0570 68 35 00)
DI 7 - HEERLEN (Parkstad Limburg Theaters / Theater Heerlen - 045 571 66 07)
WO 8 - DOETINCHEM (Schouwburg Amphion - 031 437 60 00)
DO 9 - ETTEN-LEUR (De Nobelear - (076) 503 43 50)
VR 10 - HOOGEVEEN (Theater De Tamboer - 0528 28 01 80)
ZA 11 - VLAARDINGEN (Stadsgehoorzaal Vlaardingen - 010 434 05 00)
DI 14 - HOOFDDORP (Schouwburg De Meerse/De Meerse op locatie - 023 556 37 07)
WO 15 - DEN HAAG (Koninklijke Schouwburg - 0900 345 6789)
DO 16 - DEN HAAG (Koninklijke Schouwburg - 0900 345 6789)
VR 17 - SPIJKENISSE (Theater De Stoep - 018 165 22 00)
ZA 18 - VEENENDAAL (Theater De Lampegiet - 0318 54 01 41)
DI 21 - MIDDELBURG (Stadsschouwburg Middelburg - 0900 33 000 33)
WO 22 - EMMELOORD (Theater 't Voorhuys - 0527 69 99 07)
DO 23 - VEGHEL (Theater De Blauwe Kei - 041 334 25 55

Januari 2011

WO 5 - ROOSENDAAL (Schouwburg De Kring - 0165 55 55 55)
DO 6 - SCHIEDAM (Theater aan de Schie - 010 246 74 67)
VR 7 - EINDHOVEN (Parktheater Eindhoven - 040 211 11 22) uitverkocht
ZA 8 - GRONINGEN (Stadsschouwburg Groningen - 050 368 03 68)
DI 11 - NIJMEGEN (Stadsschouwb. Nijmegen - (024) 322 11 00)
WO 12 - TILBURG (Schouwburg Tilburg - (013) 543 22 20)
DO 13 - ALMERE-STAD (Schouwburg Almere - 036 845 55 55)
VR 14 - RIJSWIJK (De Rijswijkse Schouwburg - 070 336 03 36)
ZA 15 - BUSSUM (Spant! - 035 750 47 88)
DI 18 - IJMUIDEN (Stadsschouwburg Velsen - 0255 51 57 89)
WO 19 - BARNEVELD (Schaffelaar Theater - (0342) 84 28 48)
DO 20 - ZOETERMEER (Stadstheater - 079 342 75 65) uitverkocht
VR 21 - DELFT (Theater de Veste - 015 212 13 12) uitverkocht
ZA 22 - DELFZIJL (C.C. De Molenberg - 059 661 40 00)
DI 25 - VELDHOVEN (Theater De Schalm - 040 253 35 78)
WO 26 - CUIJK (Schouwburg Cuijk - 0485 31 51 07)
DO 27 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627)
VR 28 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627)
ZA 29 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627)
ZO 30 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627

Februari 2011

WO 2 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627)
DO 3 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627)
VR 4 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627)
ZA 5 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627)
ZO 6 - AMSTERDAM (DeLaMar - 0900 335 2627

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum