Leesfragment: Behalve maandag als we zuurkool aten

27 november 2015 , door Kees 't Hart

Morgen in het speciale Eten-nummer van De Groene Amsterdammer, vanavond al voor een deel te lezen op Athenaeum.nl: Kees 't Hart over eten en literatuur: 'We kennen onze pappenheimers wanneer er in een roman wordt gegeten. Nu komt het spel op de wagen, weten we, nu worden de machtsverhoudingen duidelijk, nu komt de waarheid eindelijk boven tafel.'

De samenwerking tussen Athenaeum Boekhandel en De Groene Amsterdammer is versterkt: op de site van De Groene kunt u de besproken boeken direct bij Athenaeum kopen.

In oude literatuur spelen maaltijden altijd een rituele rol. Ze bekronen een huwelijk, vormen het sluitstuk van een rechtszitting, bezegelen een nieuw verbond, of ze bevestigen de status van de koning. Ze staan in ieder geval altijd in verband met de uitoefening en verdeling van macht. In Koning Arthur verhalen gedraagt de koning zich tijdens de maaltijd als een gelijke van zijn vazallen, vaak wordt dit expliciet vermeld. Maaltijden golden in deze legenden als vrijplaatsen waar de macht van de koning tijdelijk minder zichtbaar was. Je kon vrij uit spreken, zelfs de koning tegenspreken hoorde tot de mogelijkheden, al was dat na de maaltijd geen optie meer. Alle gespreksonderwerpen waren mogelijk: huwelijkskeuze, een avontuurlijke reis, de hoogte van de bruidschat, de toekomst van kinderen en het juiste tijdstip van de komende veldtocht. Tijdens maaltijden konden vijanden zelfs zonder al te veel risico aan het hof verschijnen om over de verdeling van de macht te onderhandelen. Volgens Robert Graves bespraken hofzangers tijdens maaltijden de juiste beschrijving van de veldslag of de dood van de koning. Er bestaat in oude verhalen vaak een taboe op geweld tijdens maaltijden. In IJslandse saga’s vinden moordpartijen overigens vaak tijdens koningsmaaltijden plaats, juist om aan te geven hoe verwerpelijk geweld dan is.

In moderne literatuur is dit alles in de grond niet veranderd. Ook nu nog spelen maaltijden een belangrijke rituele, zo men wil symbolische, rol. En ze staan vaak nog steeds in verband met de verdeling van de macht en de doorbreking van een taboe. En met de verovering van seksnatuurlijk, dat element is erbij gekomen.
Bij Gerard Reve is eten bijvoorbeeld altijd met vrees verbonden. Zien eten boezemt zijn personages onbegrijpelijke angst in. ‘Hij is een dier dat snoept,’ zegt de hoofdpersoon uit Werther Nieland wanneer hij Werther voor het eerst ziet, hij is bang voor hem, tegelijkertijd is hij gefascineerd. Reve plaatst alle beschrijvingen van eten in dit verhaal binnen een kader van troebele erotiek en zelfs kannibalisme. Werther vindt bijvoorbeeld de slurfjes van mossels het lekkerst en dan staat er: ‘Is zijn slurfje het lekkerst? vroeg zijn moeder, die bij de keukendeur was blijven staan. En eet jij dat op? Wat gemeen. Hoe zou jij het vinden als ik van jou het lekkerst opat? Ze glimlachte en snoof. Werther staarde haar een ogenblik aan en begon te giechelen.’ In De Avonden (1947) zijn maaltijden weerzinwekkend. ‘Hij at werktuigelijk van de rode kool, aardappelen, bieten en de havermoutpap.’ Met zulk proza brengt Reve de maaltijd in de roman terug tot een bijna ondragelijke handeling. De hoofdpersoon beschouwt maaltijden als rituele pogingen hem van zijn ziel te ontdoen. Zijn ouders zijn al verloren, nu is hij aan de beurt. In de pijnlijke slotscène giet hij zijn weerzin tegen de banale eetgewoontes van zijn vader in de vorm van een gebed, hij wil ze hiermee bezweren en vernietigen. ‘Hij slurpt bij het drinken. Hij schept suiker met de dessertlepel. Hij neemt het vlees in zijn vingers. Hij heeft spijsresten achter zijn gebit. […] Als hij zijn ei pelt, weet hij niet, waar de schaal heen moet […]. Eeuwige God,ik weetdat het niet ongezien is gebleven.’ Juist de detaillering van de banale eethandelingen maken de rituele kant zichtbaar. In het latere Op weg naar het einde (1963) formuleert Reve deze magische eetvrees sterk ironisch. ‘Eten in het bijzijn van tientallen andere, en nog wel onbekende, mensen’, schrijft hij na een diner in een restaurant, ‘vind ik heel wat ontuchtiger dan in hun bijzijn de geslachtsdaad uitvoeren.’ En iets daarvoor stelt hij voor dat ‘de mens in het geheim, alleen, bij voorkeur achter een juten gordijn gezeten, zijn voedsel tot zich neemt […]’.
Ook Wolkers is sterk geobsedeerd door de magische kant van eten. In de beslissende scène van Een Roos van Vlees (1963) bereidt de held op rituele wijze een maaltijd van jonge muizen. Ook bij hem de scherpe detaillering: ‘Even komt de olie bruisend tot de rand. Dan ziet hij ze drijven met een kring van luchtbellen om hun lijfjes. Als ze tot bruine larfjes verschrompeld zijn, draait hij het gas uit, vist ze met een vork uit de olie en legt ze op een bord.’ En iets verderop verbaast het niet meer dat hij deze maaltijd binnen een christelijk ritueel plaatst. ‘Neemt, eet, dit is mijn lichaam. Dit is het heilig avondmaal.’ Meer recent laat Librisprijs winnaar 2011 Yves Petry in De maagd Marino een man zich uit vrije wil door zijn minnaar opeten. Petry brengt deze macabere geschiedenis in verband met rituelen rond het schrijven van literatuur, hij laat zijn personage ondergaan aan een teveel aan literaire illusies.

We kennen onze pappenheimers wanneer er in een roman wordt gegeten. Nu komt het spel op de wagen, weten we, nu worden de machtsverhoudingen duidelijk, nu komt de waarheid eindelijk boven tafel. Zie bijvoorbeeld Het Diner (2009) van Herman Koch, alles draait in deze roman om machtsverhoudingen en status. Aan de tafel van het deftige restaurant vechten de hoofdpersonages hun machtspelletjes uit, waarbij Koch bekwaam inspeelt op de vooroordelen van zijn lezers over ‘patserige’ restaurants. Hij slaagt erin alleen al met deze locatie een sociaal hoge groep in diskrediet te brengen. Machthebbers die in deftige restaurants eten zijn verdacht.
Maaltijden in romans functioneren als waarheidsvindingen rond macht en erotiek. Pas tijdens de eerste lange maaltijdscènetussen Jane en Rochester in Jane Eyre maakt Charlotte Bronte de aantrekking en afstoting tussen haar twee helden tastbaar. Ze laat hen op het scherpst van de snede discussiëren, elkaars macht aftasten kun je beter zeggen, zonder dat ze hun gevoelens expliciteert. Jane zal haar rivalen overwinnen, weten we vanaf nu. In erotische literatuur staan maaltijden altijd in verband met beschrijvingen van seksuele handelingen. Casanova plaatst zijn erotische scènes vaak vlak voor of na de maaltijd. De verteller in My Secret Life (1889, auteur onbekend) trakteert de vrouwen die hij begeert meestal eerst op een maaltijd. Hij klaagt er wel eens over dat het flink in de papieren loopt maar daarna is het gelukkig een fluitje van een cent ze in bed te krijgen. Op veel plaatsen geeft hij het zijn lezers als belangrijke geheimtip mee. Trakteer ze eerst op een maaltijd, jongens!

[...]

De Groene Amsterdammer
Dichters & Denkers

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum