Leesfragment: Portret van een oud huwelijk

27 november 2015 , door Marja Pruis

Morgen in De Groene Amsterdammer, vanavond al te lezen op Athenaeum.nl: Marja Pruis over Joyce Carol Oates' A Widow's Story: 'Een memoir heeft geen zin als hij niet eerlijk is, schrijft Oates op een zeker moment. Zoals een liefdesverklaring ook geen zin heeft als hij niet eerlijk is. De delicate wijze waarop de schrijfster in dit logboek van rouw op het koord van liefde en verraad balanceert [...] tot en met het laatste ontroerende hoofdstuk, maakt uiteindelijk grote indruk, want doet zich voor als ontstellend eerlijk.'

De samenwerking tussen Athenaeum Boekhandel en De Groene Amsterdammer is versterkt: op de site van De Groene kunt u de besproken boeken direct bij Athenaeum kopen.

Connie Palmen vertelt deze maand in Opzij dat ze werkt aan een logboek over de rouwperiode na de dood van haar man Hans van Mierlo. Een in haar ogen weliswaar stomvervelend genre, maar het hoogst haalbare als je je bevindt 'in een zee van pijn'. Iets dergelijks moet ook Joyce Carol Oates voor ogen hebben gehad toen ze begon met het boekstaven van de lange dagen en slapeloze nachten waar ze doorheen moest nadat haar man na een bijna vijftigjarig huwelijk plotseling overleed, in februari 2008. Wat kun je ook anders, als schrijfster zijnde, als je even niet moet denken aan een roman of iets anders wat de rauwheid van het verdriet alleen maar zou ontkennen? Het zijn vergelijkbare motieven als die aan Joan Didions The Year of Magical Thinking ten grondslag lagen (Het jaar van magisch denken, Prometheus 2006).

Het ene moment heeft haar man een griepje, het volgende moment wordt hij opgenomen in het ziekenhuis. Een paar dagen nog zetten ze hun gewone leven min of meer voort. Oates neemt op zijn verzoek nog wat manuscripten mee naar het ziekenhuis, zodat hij verder kan werken. Raymond - Ray - Smith is oprichter en redacteur van het literaire tijdschrift Ontario Review en begeleidt in die hoedanigheid gerijpt en aanstormend literair talent. En Oates zelf is natuurlijk de 'wonder woman of American literature', zoals ze zelf in dit boek een literaire jury aanhaalt, met meer dan vijftig romans, dertig verhalenbundels en onnoemelijk veel kritieken en essays op haar naam. Gestage werkers zijn het allebei, bijna een leven lang in een harmonieus verbond zij aan zij. Als Ray wegvalt blijft er van Oates weinig anders over dan één brok lijden, gemis, woede, angst en suïcidaal verlangen. 'Suffer, Joyce', zegt een vriendin haar. 'Ray was worth it.' Een aansporing die niet echt nodig lijkt.

Het duurde even voordat A Widow's Story me in zijn greep kreeg. Dat heeft te maken met het ook enigszins stomvervelende karakter van rouw, in zijn pure vorm. Zeker als je niet al bij voorbaat meer dan gemiddeld geïnteresseerd bent in de persoon in kwestie, al klinkt dat wat oneerbiedig. De man van Joan Didion kende ik ook niet, maar toch trok haar 'memoir' me destijds onverbiddelijk haar gedachtewereld in. Terugbladerend in dit boek valt me opnieuw Didions sterke stijl op, beschouwend, verhalend en tegelijkertijd op een beheerste manier emotioneel. Oates' rouwbeklag heeft aan de ene kant de directheid van dagboekaantekeningen - het boek bestaat uit zo'n tachtig korte hoofdstukjes die meestal precies gedateerd zijn - aan de andere kant levert ze in cursief afgedrukte stukjes tekst voortdurend commentaar op zichzelf als 'the Widow', alsof ze een pastiche op een zelfhulpboek aan het schrijven is. Dit procédé werkt in eerste instantie nogal wat afstand in de hand, en ergernis aan wat ik begon aan te zien voor Oates' zwelgzucht. Pas later zag ik dat deze constructie de moeizame strijd tussen ondergang en volhouden wel zeer aanschouwelijk maakt. Maar toen was ik dan ook al óm, en dat heeft alles te maken met het onderliggende verhaal dat zich langzaam prijsgeeft, het portret van een oud huwelijk.

Joyce Carol Oates was 28 toen ze aan de Universiteit van Wisconsin Raymond Smith ontmoette, hij 36, beiden promoverend op en lesgevend in de letteren. De schrijfambities van Oates namen nog voor haar dertigste een vliegende start, terwijl haar man het manuscript waaraan hij jarenlang werkte in de la liet liggen en op een uitsluitend dienende manier literair actief werd. Nu heb ik al in één zin een spanningsveld gesuggereerd, dat niet met zoveel woorden door Oates wordt blootgelegd. Wel schrijft ze al vrij in het begin van haar aantekeningen dat 'Ray' misschien een kant had die ze niet kende. Om er direct aan toe te voegen dat er waarschijnlijk ook een kant was van haar die hij niet kende. Het wordt dan al heel snel duidelijk dat hij haar schrijvende kant in ieder geval niet kende, want hij las haar romans en verhalen niet.

Dit maakte deel uit van een andere onuitgesproken afspraak tussen hen: met alles wat verontrustend, deprimerend of zelfs alleen maar vervelend is, val je de ander niet lastig. De reden was dat in een schrijversleven zoveel 'distressing' kan zijn, en waarom zou je de ander zich ook rot laten voelen? Gezien het feit dat in dit huwelijk strikt genomen slechts één van de partijen een schrijversleven leidt, lijkt dit een nogal eenzijdige afspraak. Maar nu zit ik postuum te stoken in een goed huwelijk. Oates schermde in elk geval het hele Joyce Carol Oates-aspect van zichzelf af van haar man; in zijn gezelschap was ze Joyce Smith.

De figuur van Raymond Smith blijft vele bladzijden lang volkomen duister. Waarom hebben ze geen kinderen? Waarom heeft Joyce zijn jongere zus nooit ontmoet? Waarom is er sowieso helemaal geen contact met zijn familie? De informatie over hem beperkt zich tot zijn toewijding aan zijn tijdschrift, hun tuin, de katten. Wat een voorrecht het was om samen uren thuis te kunnen zijn zonder een woord te wisselen. 'For this is the most exquisite of intimacies - not needing to speak.' Net op het moment dat je denkt dat Ray wel een lijk in de kast kan gebruiken, betreedt Joyce met grote weerzin zijn studeerkamer om daar in een bureaula op het nooit afgemaakte manuscript te stuiten. De aarzeling waarmee ze het ter hand neemt, de twijfels of ze het wel of niet zal gaan lezen, gaan fungeren als de lang verbeide spanningsboog.

Een memoir heeft geen zin als hij niet eerlijk is, schrijft Oates op een zeker moment. Zoals een liefdesverklaring ook geen zin heeft als hij niet eerlijk is. De delicate wijze waarop de schrijfster in dit logboek van rouw op het koord van liefde en verraad balanceert ('A wife must respect the otherness of her husband') tot en met het laatste ontroerende hoofdstuk, maakt uiteindelijk grote indruk, want doet zich voor als ontstellend eerlijk.

De Groene Amsterdammer
Dichters & Denkers

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum