Leesfragment: Saint Amour

| | | |

De zesde Nederlandse editie op rij staat in het teken van De Onbereikbare. Dat de ideale liefde vaak onbereikbaar blijft, wist de Romeinse dichter Ovidius tweeduizend jaar geleden al toen hij Eurydice in de onderwereld liet verdwijnen. Sindsdien adoreren en vervloeken tal van schrijvers de onbereikbare geliefde, die te jong is of te oud, te ver, te nabij, te mooi, te dood, te getrouwd. Vanaf 8 februari in Nederland, en vanavond, 14 februari, in het DeLaMar Theater. Met Rodaan Al Galidi, Peter Buwalda, Remco Campert, Sanneke van Hassel, Kees van Kooten, Connie Palmen en Stijn Vranken.

Er niet bij? U kunt het nog inhalen in Eindhoven, Deventer, Breda of Leiden, dan ook met P.F. Thomése. Voor de thuisblijvers en de nagenieters nu snippertjes van de poëzie van Stijn Vranken en Remco Campert (na voorpublicaties van het proza van Peter Buwalda, P.F. Thomése en Sanneke van Hassel eerder op deze site).

De auteurs van Saint Amour 2011: P.F. Thomése, Remco Campert, Connie Palmen, Rodaan Al Galidi, Peter Buwalda, Kees van Kooten, Sanneke van Hassel, Stijn Vranken en gastheer Piet Piryns. Foto (c) Jan Reinier van der Vliet

Wees nog niet bang

Stijn Vranken (uit Wees gerust, maar niet hier)

Al klop je nog steeds mijn dromen op
(die slagroomkussens rond mijn ernst)
ik waarschuw ons toch maar vast
voor weeë lakens, lange liefde,
liefste,
vrees ik als een doorligwond.

Mensen haken blinde blikken in elkaar,
binden dromen samen,
woekeren wat door de jaren op en neer
en sluiten dan traag de vensters.

We rijden reeds in een huis.
Ik zeg het maar.

Ik droom je maar

Ik ken je niet, ik droom je maar
als ooit de nacht over deze stad zwijgt
zal je horen hoe ik me
voor jou verlaat.

Hoe ik uit mijn twijfels glijd,
mijn handen rood tot ridders sla,
twee onbevlekte paarden vouw
en je zo, dwars door alle straten heen,
naar m'n bed toe streel.

Mijn droom is een hoop
stil jij - de ochtend vrees ik
als een speld in de lucht.

Nu

Ik kan je nu al zeggen,
nog voor eender wat,
dat je mijn hart allang
niet meer verlaten kan.

Tenzij heel even - zoals nu,
om wadend door m'n bloed
naar m'n hoofd te stijgen.

Dan denk ik aan je.

Zoals nu.

Poëzie

Remco Campert (uit de Gedichtendagbundel Een oud geluid)

Eergisteren was het oorlog
gisteren ook
en nog altijd in mijn heden
dat niet alleen van mij is

geld sluipt rond over de wereld
betaalt zichzelf met oorlog

oorlog mag zijn naam niet dragen
noemt zichzelf defensie

poëzie is het struikgewas
waarin ik me verberg
als de soldaten komen
in hun gierende tanks

Alleen nog dit

Wilt u nu afronden?
u overschrijdt uw tijd
ja, alleen nog even dit
heel kort dan
hoe ze die avond bij me kwam
in die andere stad waar ik doelloos leefde
hoe ze er alles voor over had
om bij me te komen die avond
die donkerblauwe avond
zachte regen in het gouden lamplicht
op het macadam van de straat
hoe we samen lagen
en liefde dat grote woord
waar ik geen ander voor vinden kan
in tijdloosheid omhelsde
sindsdien in tiktakkende onrust
verliet ik haar vaak
maar
en dat wou ik nog even zeggen
weggaan deed ik nooit meer bij haar
u heeft uw punt gemaakt


Uitgeverij De Bezige Bij

 

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum