Leesfragment: Waarom de hel naar zwavel stinkt

27 november 2015 , door Salomon Kroonenberg

19 mei verschijnt het nieuwe boek van geoloog Salomon Kroonenberg, Waarom de hel naar zwavel stinkt. Vanavond kunt u er al een hoofdstuk uit lezen en uw exemplaar reserveren.

De aarde is de onderwereld, het dodenrijk, de hel, in bijna alle culturen van de wereld. In het aardedonker worden wij bang en denken aan de dood. En toch zit er zoveel moois in de ondergrond: glinsterende ertsen en metalen, prachtige gele zwavelkorsten, meterslange vlijmscherpe gipskristallen, druipsteengrotten, tere schelpjes uit het begin van de evolutie en reusachtige botten van uitgestorven monsters. Salomon Kroonenberg doet geologisch veldwerk in de hel, met hamer en kompas, in de voetsporen van de Bijbel, Homerus, Vergilius, Dante, Da Vinci, Descartes, Jules Verne en de moderne wetenschap, in elk hoofdstuk weer een stukje dieper.

Hij laat ons zien dat de aarde haar eigen geschiedenis schrijft. Zo leren wij dat wij de ondergrond niet langer moeten zien als een black box om tunnels in te graven, als een supermarkt voor grondstoffen, als een tapijt om afval onder te vegen, of als laatste rustplaats voor de doden, maar veeleer als een onvervangbaar archief, en als een levend ecosysteem waarvan we nog maar nauwelijks de rijkdom hebben kunnen peilen.

De toverbal

’t Was donker en vol nevel en zó diep
Dat, ook tuurde ik nog zo ingespannen
Omlaag, ik ginds niets onderscheiden kon.
Dante Alighieri, Inferno, 4, 10-12

Waarom kregen de astronomen voor hun wetenschap de hemel, maar wij geologen de hel? Zij kunnen miljarden lichtjaren de ruimte in kijken, maar wij zien niet eens de mol die ons gazon vanonder vernielt. Zij gaan wel naar Mars maar wij niet naar het middelpunt der aarde. Het rijk spendeert miljarden aan de bemande ruimtevaart maar de astronaut betaalt zijn uitvaart zelf. Verliefden kijken naar de maan en gestraften naar de grond. Het paradijs is het ultieme geluk en de hel de ellendigste dood. Waarom trekken wij geologen steeds aan het kortste eind?
Ik weet wel waarom dat zo is. Omdat de hemel doorzichtig is en de aarde niet. De evolutie heeft ons geen ogen gegeven waarmee we door steen heen kunnen kijken. En in het aardedonker worden de mensen bang en denken aan de dood. Daarom zit de hel onder de grond. Als de aarde doorzichtig was, als een reusachtige glazen knikker, dan zouden de mensen de hele dag plat op hun buik op de grond liggen om naar beneden te kijken. Ze zouden kijken hoe de mollen met hun roze handjes moeizaam door de grond heen roeien. Ze zouden de zaadjes zien vechten om wie er in de lente het eerst boven de grond mag komen: het longkruid, de hondsdraf of de bosanemonen. En ze zouden een wedstrijd doen wie er het verst naar binnen kan kijken. Dan vonden de mensen de aarde zo mooi dat ze zich liever lieten cremeren dan begraven, want dan bleef de grond schoon. En dan wilden ze naar de aardkern reizen.

Maar de aarde is niet doorzichtig, het is de onderwereld, het dodenrijk, in bijna alle culturen van de wereld. En toch zit er zoveel moois in de ondergrond: glinsterende ertsen en metalen, prachtige gele zwavelkorsten, blauwe saffieren, rood cinnaber, groen malachiet, meterslange vlijmscherpe gipskristallen, druipsteengrotten, ondergrondse rivieren, tere schelpjes uit het begin van de evolutie en reusachtige botten van uitgestorven monsters.

Een hele en een doorgezaagde toverbal, diameter 2 cm, uit: Salomon Kroonenberg, Waarom de hel naar zwavel stinkt.
Een hele en een doorgezaagde toverbal, diameter 2 cm

De toverbal volgens moderne geologische inzichten, uit: Salomon Kroonenberg, Waarom de hel naar zwavel stinkt.
De toverbal volgens moderne geologische inzichten

Voor de geoloog is het binnenste van de aarde net een toverbal. Weet u niet wat een toverbal is? In de betere feestwinkel kun je ze nog kopen. Het is een stevige, mierzoete bal snoep, die maar nauwelijks in je mond past. Aan de buitenkant is hij wit met spikkels, maar als je er een tijdje op gesabbeld hebt en weer uit je mond neemt is hij ineens van kleur veranderd: blauw, of groen, of roze. Na elke zuigbeurt (niet bijten!) ontdek je weer een nieuwe laag. Ik heb er een paar gekocht, en de technicus van ons lab gevraagd er een middendoor te zagen, net zoals hij anders met gesteenten doet om microscopische preparaten te maken. En zie: het is een perfecte weergave van de concentrische opbouw van de aardbol.

Het heeft heel lang geduurd voor die grotere toverbal werd ontdekt. Niet dat de mensen er niet over gedacht hebben hoe de aarde er onder de grond uitzag. Maar mythe en wetenschap, legende en waarneming, angst en nieuwsgierigheid lopen daarbij op een fascinerende manier door elkaar heen. Geen van de helden uit mijn gymnasiumtijd die ooit uit de onderwereld zijn teruggekeerd hebben daar iets van verteld. Odysseus, Theseus, Orpheus, Heracles, Aeneas, Dante en vele anderen zijn afgedaald, meestal om een vrouw, soms om alleen maar raad te vragen of uit nieuwsgierigheid, maar ze zijn teruggekomen zonder te zeggen wat ze allemaal voor moois hebben gezien of wat ze hebben geleerd van de ondergrond. Ze hebben de zondaars in rivieren van pek zien spartelen, maar vertellen niet waar dat pek vandaan komt. Ze zagen Lucifer in het ijs vastgeklemd, maar ze zeggen niet waarom het daar zo koud is. Gustave Doré tekent de prachtigste landschappen bij Dantes Inferno, maar hoe zijn die landschappen ontstaan? Was het kalksteen daar beneden, of basalt? En waarom stinkt de hel naar zwavel?

De hel van Dante volgens Jan van der Straet (1587): kalksteen?, uit: Salomon Kroonenberg, Waarom de hel naar zwavel stinkt.
De hel van Dante volgens Jan van der Straet (1587): kalksteen?

Het wordt tijd dat er eens iemand met een geologisch oog naar de hel kijkt. Ik ga veldwerk doen in de hel, met hamer en kompas, mijn helden van toen achterna. Als ik de ingang eenmaal heb gevonden daal ik af, in elk hoofdstuk weer een stukje dieper, losjes langs de kringen van Dantes Inferno, en ik zal u daar gedetailleerd verslag van uitbrengen – als het mij tenminste lukt er weer uit te komen. Niet uit een macaber soort oltretomba-toerisme, maar om te laten zien hoe lang de angst en de fantasie het van de wetenschap hebben gewonnen, en hoeveel fantasie we ook nu nog nodig hebben om ons voor te stellen hoe het er daaronder uitziet.

Want de ondergrond is nog steeds het onbekendste deel van onze planeet, hoewel het middelpunt der aarde niet veel verder van ons af ligt dan Amsterdam van Washington. Het is ook hoog tijd de ondergrond onder de loep te nemen, want we boren er zoveel gaten in dat het een wonder is dat er nog grond overblijft. De aarde wordt uitgezogen en uitgehold, en de gaten worden weer opgevuld met alles wat volgens ons het daglicht niet kan verdragen. We stoppen radioactief afval in de grond, terwijl de aarde zelf natuurlijke kernreactoren heeft voortgebracht. We pompen ons laatste beetje co2 weg in lege gasvelden, terwijl het leven zelf 90 procent van alle oorspronkelijke co2 als kalksteen in de aardkorst heeft neergeslagen.

Boorgaten in Midden-Nederland, uit: Salomon Kroonenberg, Waarom de hel naar zwavel stinkt.
Boorgaten in Midden-Nederland

En waarom doen we dat? De lucht moet schoon, zeggen we, het water moet schoon en de bodem moet schoon. Maar moet de ondergrond dan niet schoon? Van Empedocles’ vier elementen aarde, water, vuur en lucht zit de aarde steeds in het hoekje waar de klappen vallen. In de ondergrond staat de geschiedenis van de aarde opgeschreven, van de onvoorstelbare extremen van ons klimaat, van verwoestende aardbevingen, erupties en overstromingen, van de evolutie van de mens. Alles wat we weten over onze voorvaderen, over de neanderthalers, over Homo erectus, weten we uit opgegraven skeletten, niet uit ontmoetingen met de ziel tijdens een ruimtewandeling. Ook de geschiedenis van de atmosfeer vind je niet in de atmosfeer zelf: moleculen koolzuurgas verblijven daar hooguit een paar duizend jaar voordat ze weer worden opgenomen door de oceanen of de planten. De geschiedenis van de atmosfeer is vastgelegd in de ondergrond: in de sedimenten in de diepzee, in diepe venen en meren, in de luchtbelletjes in de ijskappen van Groenland en Antarctica. Je kunt de hemel niet begrijpen zonder de hel te kennen. De aarde is haar eigen geschiedenisboek.
Misschien moeten we de ondergrond niet langer zien als een black box om tunnels in te graven, als een supermarkt voor grondstoffen, als een tapijt om afval onder te vegen, of als laatste rustplaats voor de doden, maar veeleer als een onvervangbaar archief, en als een levend ecosysteem waarvan we nog maar nauwelijks de rijkdom hebben kunnen peilen.

© Salomon Kroonenberg

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum