Leesfragment: What’s New?

27 november 2015 , door Jaap Cohen
| | |

Van juli 2008 tot april 2011 heeft Jaap Cohen voor de rubriek ‘Van tijd tot tijd’ van nrc.next wekelijks een onderwerp uit de actualiteit vergeleken met het verleden. In de bundel What’s New? 100 vergelijkingen tussen het verleden en vandaag, die op 12 mei wordt gepresenteerd in Athenaeum Boekhandel, zijn er honderd opgenomen, chronologisch gegroepeerd in zes ‘krantenkaternen’. Om de herinnering op te frissen gaat elk stukje vooraf door het nieuwsbericht dat de aanleiding vormde en bij de gevallen die de actualiteit zijn ingehaald, is een update geplaatst. ‘Dat neemt natuurlijk niet weg’, schrijft Cohen in zijn inleiding, ‘dat die update op moment van lezen alweer verouderd kan zijn. Zo gaat dat nu eenmaal met de actualiteit: die wordt heel snel geschiedenis’.

Rapaille

NRC Handelsblad

24 februari 2010

De PVV wordt veruit de grootste partij in Almere. De partij zou tijdens de gemeenteraadsverkiezingen 30 procent van de stemmen krijgen, de PvdA sleept 20 procent in de wacht en wordt de tweede partij. Dit blijkt uit een vandaag in de Volkskrant gepubliceerde peiling van TNS NIPO. De PVV doet alleen in Almere en Den Haag mee aan de raadsverkiezingen.

*

‘Jenever voor vijf cent!’ en ‘Vrij vissen in het Vondelpark!’. Dat waren de belangrijkste slogans van de Rapaillepartij, die in 1921 meedeed aan de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen. Haar lijsttrekker was de meest onwaarschijnlijke uit de Nederlandse geschiedenis: een alcoholische zwerver die ‘Hadjememaar’ werd genoemd, vanwege het gelijknamige liedje dat hij altijd zong.
Hadjememaar was door een groepje intellectuele anarchisten van straat geplukt. Zij verzetten zich tegen het algemeen kiesrecht dat enkele jaren eerder was ingevoerd. Volgens hen was de grote massa van het volk niet capabel genoeg om haar eigen leiders te kiezen. Sterker nog: het ‘stemvee’ zou zelfs een zwerver naar de gemeenteraad uitvaardigen als het de kans kreeg.
Het klinkt ongeloofwaardig in de oren, maar de anarchisten kregen gelijk: Hadjememaar werd in de gemeenteraad gekozen. Hij kon alleen zijn zetel nooit innemen, want vlak voor de verkiezingen werd hij vanwege openbare dronkenschap opgepakt. Voor de anarchisten maakte dat overigens niet uit, zij hadden het tekort van de parlementaire democratie voldoende aangetoond.
Door de schertsvertoning rond de Rapaillepartij moesten nieuwe populistische partijen voortaan bewijzen dat hun kandidaten serieus waren te nemen. Anders werd je weggezet als ‘de zoveelste Hadjememaar’ en kon je maar beter niet meedoen aan de verkiezingen. De succesvolle NSB van Anton Mussert had dat in 1935 goed in de gaten. Hoewel de fascisten bij eerder gehouden Provinciale Statenverkiezingen 8% van de stemmen hadden behaald, lieten zij de gemeenteraadsverkiezingen wijselijk aan zich voorbij gaan: onvoldoende goede kandidaten. Wel gaf Mussert de kiezers het advies om te stemmen op partijen die de NSB niet ‘terroriseerden’.
Aan de Gemeenteraadsverkiezingen van vandaag doen weer talloze rapaillepartijtjes mee. Hun kandidaten zijn veelal van weinig hoger kaliber dan de legendarische zwerver uit 1921. Dat is niet het geval bij de belangrijkste populistische partij van tegenwoordig. De PVV doet ondanks een glorieuze overwinning bij de Europese Verkiezingen alleen in Den Haag en Almere mee, terwijl ze in Rotterdam heeft aangeraden te stemmen op de enige partij die haar niet ‘demoniseert’.
Uit zijn kopvoddenslogans is het wellicht niet af te leiden, maar Geert Wilders heeft feilloos aangevoeld dat hij het Hadjememaar-stempel op zijn mensen koste wat kost moet vermijden.

Meer lezen? Koen Vossen, Vrij vissen in het Vondelpark. Kleine partijen in Nederland 1918-1940 (Amsterdam 2003)

Benito’s erfenis

Algemeen Nederlands Persbureau

22 maart 2009

In Italië heeft de postfascistische Nationale Alliantie van partijleider Gianfranco Fini zichzelf zondag opgeheven. Op een laatste partijcongres gingen 1800 afgevaardigden ermee akkoord om samen met Forza Italia (Hup Italië) van premier Silvio Berlusconi verder te gaan in het Volk van de Vrijheid (PDL). Met de opheffing van de AN wordt een punt gezet achter een traditie van 88 jaar.

*

Benito Mussolini (1883-1945) liet de treinen op tijd rijden. Dat wordt vaak gezegd door zijn aanhangers, en ook Il Duce zelf ging er in de jaren dertig prat op. De Italiaanse fascistische dictator was in die periode zeer populair, en niet alleen in het binnenland. Adolf Hitler bijvoorbeeld bewonderde hem, al had Mussolini aanvankelijk niet zoveel op met rassenleer en antisemitisme. Wel stond hij voor een autoritaire staatsvorm, een sterke natie en het vestigen van een Italiaanse koloniale macht in Afrika. Italië moest weer het aanzien van het roemruchte Romeinse Rijk krijgen – met Benito als keizer. Een keizer die trouwens elke dag een nieuwe Italiaanse schone op het tapijt voor zijn bureau ‘verslond’.
Hoewel zijn leger nog niet op volle sterkte was, nam Mussolini toch deel aan de Tweede Wereldoorlog. Een reeks nederlagen was het gevolg, waardoor zijn populariteit snel afnam. In juli 1943 werd hij zelfs afgezet en verbannen naar een vrijwel onbewoonde bergstreek. Toch was het nog niet afgelopen met hem, want de Führer liet Il Duce bevrijden en plaatste hem aan het hoofd van een nazi-marionettenstaatje: de Repubblica Sociale Italiana (RSI), in Noord-Italië.
Na de oorlog bleven slechts enkele aanhangers van Mussolini’s gedachtegoed over. Eén van hen, Giorgio Almirante, stichtte in 1946 de Movimento Sociale Italiano (MSI – een duidelijke verwijzing naar de voormalige RSI). Deze neo-fascistische partij bleef decennialang een constante, maar marginale factor in de Italiaanse politiek. Totdat Almirante in 1987 werd opgevolgd door Gianfranco Fini. Die verklaarde weliswaar dat Mussolini de grootste Italiaanse staatsman uit de twintigste eeuw was geweest, maar sloeg toch een andere, meer gematigde richting in. In 1994 veranderde hij de naam van de MSI zelfs in Alleanza Nazionale (AN), die hij geen neo- maar een post-fascistische partij noemde.
Sinds afgelopen zondag is ook die partij verleden tijd. De AN is opgegaan in de conservatieve partij van premier Berlusconi. Fini is zijn meest waarschijnlijke opvolger.
Neo-fascist, post-fascist, of ‘normaal’ rechts politicus? Hoe dan ook, Italië krijgt in de toekomst vermoedelijk een leider wiens naam voor altijd verbonden is met die kale, vrouwenverslindende dictator van weleer.

Met de wetenschap van vandaag:
In 2010 stapte Fini uit het ‘huwelijksbootje’ omdat hij Berlusconi te zeer door affaires beschadigd vond. Hij richtte een nieuwe rechts-liberale partij op en eiste, tevergeefs, het vertrek van de premier. Fini geldt wel nog steeds als belangrijkste toekomstige premierkandidaat.

Uitgeverij  Querido

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum