Leesfragment: Zien waar Rome had moeten liggen: Routledge Wall Maps of the Ancient World

27 november 2015 , door Jona Lendering
| | | | |

Zojuist is een nieuwe serie wandkaarten uitgegeven, van de hand van de bekende oudhistoricus Richard Talbert, die onder andere de Barrington Atlas of the Greek and Roman World samenstelde: the Routledge Wall Maps of the Ancient World. We vroegen Jona Lendering om ze te bekijken en in te gaan op nut en noodzaak van kaarten van de oude wereld.

Routledge Wall Maps for the Ancient World provide both students and scholars with detailed and exacting geographic information of the ancient world. Using the world renowned geographic data from the Ancient World Mapping Centre, the sweeping views of the ancient world allow students to understand important concepts such as trade, movement, spatial and cultural relations and to consider how the ancient terrain would have affected them. The maps provide a powerful tool for comprehending how the ancient world worked and also to help re-evaluate out-dated theories in light of precise geographic information.

Those students who are new to the discipline of ancient history will find them invaluable in orientating themselves within the world of the past. How far is Athens from Sparta, what type of terrain did Alexander have to cross on his journeys, how did the valley of the Nile look in 500 BC? Such questions and many more are answered by the maps within this series.

De Routledge Wall Maps of the Ancient World omvatten:

  • Egypt and the Near East 3000 - 1200 BCE (1778 x 1270mm. Nog niet verschenen, wel reserveerbaar)
  • Egypt and the Near East 1200 - 500 BCE (1778 x 1270mm. Nog niet verschenen, wel reserveerbaar)
  • Greece and the Aegean in the 5th Century BCE (1676.4 x 1219.2 mm. Nog niet verschenen, wel reserveerbaar)
  • Italy in the Mid First Century CE (1778 x 1473.2 mm)
  • The Roman Empire around 200 CE (1905 x 1422.4 mm)
  • The World of the New Testament and the Journeys of Paul (1651 x 1270mm. Nog niet verschenen, wel reserveerbaar)
  • Greece and Persia in the Time of Alexander the Great (1651 x 889 mm)

Er zijn digitale inkijkexemplaren beschikbaar op aanvraag.

Zien waar Rome had moeten liggen

Een historicus zou eigenlijk alle landen moeten bezoeken waarover hij schrijft. Doet hij dit niet, dan maakt hij fouten. Gegarandeerd. Zo schrijven oudheidkundigen nog wel eens dat de Romeinen in Germanië alleen maar armzalige gebieden aantroffen, zodat ze het land aan de overzijde van de Rijn na verloop van tijd zonder al te veel schade weer konden opgeven. Wie echter de moeite neemt de Romeinse forten langs de Lippe te bezoeken of de vallei van de Main te verkennen, stelt al snel vast dat het gaat om vruchtbare gronden. De bewering dat Germanië arm zou zijn, is afkomstig uit de Romeinse propaganda, die moest verdoezelen dat er wel degelijk iets verloren was gegaan.

Of neem de Romeinse nederlaag bij Carrhae. Wie het verslag van Ploutarchos leest, krijgt het idee dat generaal Crassus door verraderlijke gidsen de woestijn werd ingelokt. De Griekse auteur geeft een lange beschrijving van het doodse landschap en merkt op dat de eindstrijd uiteindelijk plaatsvond bij een beekje dat daar, zo krijg je het idee, door de woestijn stroomde. In dit 'eindeloze woestijnlandschap' konden de legioenen niet goed vechten, schrijven moderne auteurs dan. Wie de legioenen achternareist, zal inderdaad door een doods landschap gaan, om vervolgens aan te komen bij de uiterst vruchtbare vlakte van de rivier de Balikh. De moderne reiziger stelt daar vast dat de beschrijving van het doodse landschap in feite totaal irrelevant is: de strijd vond plaats op de velden langs een rivier, ja zelfs ten dele in een moeras. Crassus kwam niet in de problemen door ontrouwe gidsen of 'eindeloze woestijnen', maar doordat zijn vijanden simpelweg beter waren - iets wat de Romeinen niet aan zichzelf konden toegeven en wat moderne historici zouden hebben geweten als ze de plek hadden bezocht. Oudheidkundigen zien feilloos de elitaire, seksistische en etnische vooringenomenheden van hun bronnen, maar herkennen zelden dat ook de geografie in oude teksten een afgeleide is van wat politiek wenselijk is.

Helaas kan de historicus niet overal heen reizen. Toen ik in 2003 mijn boek over Alexander de Grote schreef, kon ik bijvoorbeeld niet naar Afghanistan en delen van Irak; zou ik het nu schrijven, dan zouden grote delen van Pakistan onbereikbaar zijn. Zelfs dichter bij huis kun je niet alles bekijken: van de dertig provincies die het Romeinse Rijk ten tijde van keizer Augustus telde, heb ik er vijf nog altijd niet bezocht, hoewel ik toch alweer een kwart eeuw in het vak zit. Een historicus kan dus niet zonder landkaarten.

Verouderde beelden van de Oudheid

Lange tijd was Westermanns Groβer Atlas zur Weltgeschichte, meestal liefkozend aangeduid als 'de Westermann', een begrip, maar de oudheidkundige heeft daar per jaar minder aan – nog los gezien van het feit dat de atlas niet meer verkrijgbaar is. De historische geografie is een vrij flexibele discipline; identificaties die nu zeker zijn, hoeven dat niet te blijven. Dat journalisten elke maand rapporteren over de wijze waarop archeologen 'solved the mystery of the lost city of X' mag dan vooral leiden tot welverdiend hoongelach, de onderliggende realiteit is dat we weinig weten van antieke geografie.

De veldtochten van Caesar in Belgica laten zich bijvoorbeeld moeilijk precies reconstrueren en de enige zekerheden die we hebben, zijn negatief: het Atuatuca waar de Eburoonse leider Ambiorix anderhalf legioen over de kling joeg, kan al heel lang niet worden geïdentificeerd met Tongeren, hoewel Westermann dit herdruk na herdruk toont. Archeologisch onderzoek in het Overrijnse heeft ons gedwongen nieuwe kaarten te tekenen van de Romeinse campagnes tegen de Germanen, maar dat lijkt onbekend aan de firma-Westermann. Het slagveld bij Kynoskefalai, de satrapieën van het Perzische Rijk, de kustlijn van de Perzische Golf en de Nijldelta zijn andere bekende problemen.

De oudhistoricus heeft dus nog maar weinig aan de Groβer Atlas zur Weltgeschichte, en helaas is de onlangs verschenen Historischer Atlas der antiken Welt geen alternatief, zoals ieder voor zich kan vaststellen door de landkaarten van de Lage Landen erbij te nemen. Die tonen de Zeeuwse archipel, die aan het begin van onze jaartelling niet bestond. Het bestaan van deze eilanden is gebaseerd op één passage uit De Gallische Oorlog van Julius Caesar (6.31.3), een evident stereotype beschrijving van de randen van de aarde die niet serieus mag worden genomen. Dat deze spookeilanden nog in de Westermann stonden is te begrijpen, want destijds waren geschreven teksten onze voornaamste bron van informatie over het oude landschap. De samenstellers van de Historischer Atlas hadden daarentegen beter kunnen weten, want al in 1986 publiceerde de aardwetenschapper W.H. Zagwijn Nederland in het Holoceen, een op tienduizenden boringen gebaseerde reconstructie van het antieke landschap. De Barrington Atlas of the Greek and Roman World, die alleen het Romeinse Rijk beslaat, doet dit wel goed. Maar het ding is voor studenten te duur.

De goede kunstlijnen, de goede grens

De Routledge Wall Maps for the Ancient World zijn een geweldig alternatief, in elk geval voor in de collegezaal. Zoals blijkt uit het plaatje - een detail van de kaart van het Romeinse Rijk - zijn ook de makers van de Routledge Wall Maps methodisch adequaat te werk gegaan. Ze baseren zich dan ook, via de Barringtonatlas, op de kaart van Zagwijn. We kunnen goed zien dat de Zeeuwse archipel nog niet bestond. De grens van het Romeinse Rijk is afgebeeld waar die aanvankelijk ook lag: ergens aan het IJ. (De meeste kaarten tonen de Oude Rijn als grens, hoewel die pas later uitgroeide tot de veelbesproken “limes”.)

Detail van de kaart The Roman Empire around 200 CE: Germania Inferior
Detail van de kaart The Roman Empire around 200 CE: Germania Inferior

De zeven Routledgewandkaarten doubleren: er is een kaart van Egypte en het Midden-Oosten van 3000 tot 500 en een kaart met dezelfde regio van 1200 tot 500. De kaart van het klassieke Griekenland is echt prachtig en hoewel hij zeer gedetailleerd is, voelt hij prettig ‘licht’ aan, wat ook kan worden gezegd van Italië in de eerste eeuw n.Chr. en de kaart van het Romeinse Rijk, die deels doubleert met die van de reizen van Paulus. De landkaart van de veldtocht van Alexander de Grote is volledig up-to-date en dat is een hele prestatie, want nog elk jaar verschijnen publicaties over de Macedonische veldtochten.

Je zou denken dat geleerden ervoor zorgen dat landkaarten in orde zijn. Maar dat is niet zo. Vooral in boeken worden landkaarten zeer stiefmoederlijk behandeld. Zo ken ik een boek, Alexander the Great. Historical Sources in Translation van Waldemar Heckel en J.C. Yardley, dat zulke slordige kaarten had dat verschillende recensenten er een opmerking over maakten, maar de kaart werd, vol zetfouten en onjuiste informatie, gewoon in een volgend boek overgenomen. Deze nonchalance is een van de redenen waarom lokaalpatriotten, die deze of gene historische gebeurtenis in hun woonplaats trachten te lokaliseren, er nog steeds mee wegkomen: er zijn voldoende wetenschappelijke boeken die een verouderde stand van zaken presenteren.

De eerste (roze), tweede (oranje) en derde (paars) reis van Paulus, op de kaart The World of the New Testament and the Journeys of Paul.
De eerste (roze), tweede (oranje) en derde (paars) reis van Paulus, op de kaart The World of the New Testament and the Journeys of Paul.

En dat is jammer. Niet alleen omdat wetenschappers geen onjuiste informatie mogen verstrekken, maar ook omdat historische geografie gewoon iets toevoegt aan het verhaal. Neem het reliëf op de kaart van Paulus’ reizen, en je realiseert je wat een inspanning de apostel moet hebben geleverd. Kijk naar de kaart van het Midden-Oosten, en je begrijpt hoe eenvoudig culturen elkaar de hand gaven. Bekijk de tochten van Alexander, en je ziet hoe belangrijk de Zijderoute was. Pak de kaart van het Romeinse Rijk en je snapt waarom een eerder ingezet globaliseringsproces wel moest leiden tot de opkomst van een stad in Midden-Italië. Het had niet per se Rome hoeven zijn, maar veel verderop had de hoofdstad van de oude wereld niet kunnen liggen.

Dde kaart The Roman Empire around 200 CE
The Roman Empire around 200 CE

Jona Lendering werkt voor Livius Onderwijs en won de OIKOS publieksprijs 2010 voor het popularisen van kennis over de Oudheid. Afgelopen najaar verscheen zijn De rand van het Rijk. De Romeinen en de Lage Landen, dat hij schreef met zijn Livius-collega Arjen Bosman.

Routledge

pro-mbooks1 : athenaeum