Leesfragment: Het boek van het gedrukte boek

27 november 2015 , door Mathieu Lommen
| |

7 februari verschijnt Mathieu Lommens Het boek van het gedrukte boek. Een visuele geschiedenis. Vanavond kunt u er al een paar pagina's en beelden uit bekijken.

In dit rijk geïllustreerde boek zijn werken bijeengebracht die de canon van meer dan vijfhonderd jaar westerse boekvormgeving illustreren. Het gedrukte boek in al zijn gedaanten: als naslagwerk en kunstwerk, als ‘machine à lire’ en beeldboek, en als prestigeboek en wegwerppocket. Er is werk opgenomen van beroemde drukkers uit de handpersperiode – Nicolas Jenson, Aldus Manutius, Christoffel Plantijn, de Elzeviers, John Baskerville en Giambattista Bodoni - en van toonaangevende moderne boekontwerpers zoals William Morris, El Lissitzky, Jan Tschichold, Paul Rand, Robert Massin en Irma Boom. Extra aandacht is er voor drukkershandboeken, die inzicht geven in het drukproces, en voor kalligrafi eboeken en letterproeven, die de letter in een breder kader plaatsen. Ook is er bijzonder geïllustreerd werk van architecten en kunstenaars als Giovanni Battista Piranesi en Maria Sibylla Merian opgenomen.

Mathieu Lommen is designhistoricus en conservator grafische vormgeving aan de Universiteit van Amsterdam (Bijzondere Collecties).          

1493 Kroniek van Neurenberg Hartmann Schedel, Liber chronicarum. Nürnberg: Sebald Schreyer & Sebastian
Kammermaister, 1493. 46 cm. Illustratoren: Michael Wolgemut; Wilhelm Pleydenwurff. Drukker: Anton Koberger, Neurenberg.

De geschiedenis van de wereld vanaf de eerste dag van de schepping in een Latijnse en in een Duitse versie: dat was het doel dat de humanist Hartmann Schedel voor ogen stond. Deze stadsdokter uit Neurenberg kon daarbij gebruik maken van de grote bibliotheek van financier Sebald Schreyer, zijn eigen bibliotheek en de aantekeningen die hij tijdens zijn studie in Padua maakte. Het plan voor de uitgave kreeg in 1487 vaste vorm. Toen werden namelijk de eerste contracten gesloten tussen de financiers en de houtsnijders Michael Wolgemut (1434/7—1519) en Wilhelm Pleydenwurff (ca. 1460—94).
Dankzij de bewaard gebleven contracten en de getekende lay-out is de totstandkoming van het monumentale boek te reconstrueren. De ingewikkelde opmaak met tekst en beeld werd eerst volledig handmatig uitgewerkt voordat die bij de zetter kwam. Beide kunstenaars waren verantwoordelijk voor de correcte voortgang in de drukkerij van Anton Koberger (fl. ca. 1471—1511), die dan de grootste in Duitsland is. De productie van de ‘Kroniek van Neurenberg’, zoals deze incunabeldruk algemeen bekend staat, was een enorm project.
De 53 houtsneden van stadsgezichten werden voor 101 verschillende steden gebruikt en met de 96 houtsneden van keizers, koningen en pausen werden 598 personen uitgebeeld: een ‘geschiedvervalsing’ die toen niet ongebruikelijk was. Met bijna tweeduizend afbeeldingen — waaronder vermoedelijk werk van de jonge Albrecht Dürer — is dit het rijkst geïllustreerde boek uit de incunabelperiode. Van de naar schatting veertienhonderd gedrukte exemplaren van de Kroniek van Neurenberg zijn er overigens wereldwijd meer dan vierhonderd bewaard gebleven. ap

Drukker Koberger was contractueel verplicht lettermateriaal te gebruiken waarin opdrachtgevers en illustratoren zich konden vinden. De grotere letter bezat hij al sinds 1482 maar de kleinere lijkt nieuw te zijn gesneden: het zijn fraaie rotunda’s in een volgroeide stijl. Geen van beide letters volgt de minder formele modellen in de kopij/lay-out.

1802 Redouté & Didot jeune Pierre-Joseph Redouté, Les Liliacées. Paris: P.J. Redouté, 1802-16. 8 delen. 52,5 cm.
Illustrator: Pierre-Joseph Redouté. Drukker: Didot jeune, Parijs.

Pierre-Joseph Redouté (1759—1840) werd geboren in Saint-Hubert, een kleine stad in het huidige België. Na van zijn vader de beginselen van het schildersvak te hebben geleerd, vervolgde hij zijn artistieke opleiding in Luik. Als rondreizend portrettist belandde hij ook in Nederland; de bloemstukken van Jan van Huysum maakten hier diepe indruk op hem. In 1782 vestigde hij zich in Parijs en leerde er de techniek van het graveren. Belangrijk was hier de ontmoeting met Charles Louis L’Héritier de Brutelle. Deze ambtenaar, botanicus en bibliofiel onderwees hem in het wetenschappelijk botanisch tekenen en nam hem in dienst.
Op uitnodiging van L’Héretier bezocht Redouté in 1787 Engeland, waar hij in aanraking kwam met de stippelgravure. Met deze techniek — kleine, fijne putjes in de koperplaat — is het mogelijk de plaat van verschillende kleuren inkt te voorzien zonder dat die in elkaar overlopen. Daarnaast verleent de stippelgravure het beeld een lichtheid en natuurgetrouwheid die met de lijngravure niet te bereiken valt. In deze periode groeide Redouté uit tot de belangrijkste plantkundig kunstenaar van zijn tijd.
In dienst van keizerin Joséphine, de echtgenote van Napoleon, werkte Redouté in de tuinen in Malmaison, iets buiten Parijs. In deze periode verscheen ook Les Liliacées, dat gedrukt werd bij Didot jeune, een telg uit de beroemde drukkersfamilie. Het is Redoutés grootste en meest ambitieuze werk. Hij wist de techniek van de stippelgravure, die na druk nog met de hand bijgewerkt werd, zelfs verder te verfijnen. Les Liliacées wordt alleen geëvenaard door zijn latere boeken over rozen. ap

Titelkapitalen 64 Didotpunten (corps 68) gesneden door de Parijzenaar Firmin Didot (1764—1836). Pierre Didot introduceerde verschillende groottes op het titelblad van zijn schitterende folio-uitgave van Vergilius uit 1798. De verfijnde lettervormen met dunne haarlijnen en platte schreven vertonen een tot dan ongekende technische virtuositeit: de archetypische Didotstijl.

1929 A.M. Cassandre Bifur: caractère de publicité. Paris: Deberny & Peignot, 1929. 28 p. 26,5 cm.
Ontwerper: A.M. Cassandre. Drukker: Deberny & Peignot, Parijs.

‘After all, our epoch can boast of only one A.M. Cassandre’, verklaarde collega Paul Rand eens. De Fransman Cassandre, pseudoniem van Adolphe Jean-Marie Mouron (1901—68), was een van de meest succesvolle grafisch ontwerpers uit het interbellum. Zijn reclameaffiches worden tot de Art Deco gerekend. Cassandre werkte voor Parijse warenhuizen, voor likeurstokers en trein- en bootondernemingen. Het werk kenmerkt zich door geometrie, geabstraheerde vormen, airbrushverloop en door de centrale plaats die aan de tekst/belettering is toebedeeld.
Die affichebelettering — zonder uitzondering alleen kapitalen — tekende Cassandre zelf. Het zijn vaak vette geconstrueerde schreeflozen, die niet verhullen dat ze van de tekentafel komen. De Parijse lettergieter Charles Peignot was gecharmeerd van het werk en beide mannen kwamen omstreeks 1925 met elkaar in contact. Cassandre zou enkele drukletters voor Deberny & Peignot gaan ontwerpen, waarvan de Bifur uit 1929 de eerste was. Een aanzet tot deze letter lijkt vier jaar eerder al te zien op een affiche voor de aperitief Pivolo.
De Bifur is een serie schreefloze kapitalen waarbij van iedere letter ongeveer de helft ontbreekt. De N bijvoorbeeld bestaat eigenlijk alleen uit de dwarsstreek. Met een gearceerde schaduw (Bifur) of kleur erbij (Double Bifur) worden de vormen leesbaar. Het is een reclameletter bedoeld om hooguit enkele woorden mee te zetten, bijvoorbeeld voor een affiche. Zoals aan deze kleine maar opvallende proef te zien is, besteedde Deberny & Peignot veel aandacht aan haar publiciteitsmateriaal. In deze jaren waren zelfs de bestelwagens van de firma beschilderd met een ontwerp van Cassandre: ‘le graphisme dans la rue’. ml

Amsterdam University Press

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum