Leesfragment: Het water als vriend en vijand

27 november 2015 , door Cordula Rooijendijk
| | |

6 maart werd Zoet&zout gepresenteerd bij Spui25, een boek van Tracy Metz en Maartje van den Heuvel, dat begeleid wordt door een tentoonstelling in de Kunsthal. Cordula Rooijendijk (Waterwolven) sprak een welkom uit voor het boek, met lof en een waarschuwing. Vanavond mogen we haar bijdrage publiceren.

Nederland en het water: het is een verhaal van strijd en verbondenheid, van ramp en voorspoed, van hoogstaande techniek en van emmertjes en schepjes op het strand. Eeuwenlang hebben we ons bekwaamd in het beheersen van het water, we hebben het land op het water veroverd en van de Nederlandse waterwerken hebben we een wereldwijd exportproduct gemaakt. Maar hoe veilig zijn we eigenlijk? Klimaatverandering vergroot het gevaar van zowel overstromingen als droogte, en de gevolgen van een ramp in ons dichtbevolkte land zijn niet te overzien. Niet voor niets is de omgang met het water een van de grote opgaven voor Nederland in de 21ste eeuw. In het project Zoet&Zout. Water en de Nederlanders (boek en tentoonstelling) laten auteur en journalist Tracy Metz en curator Maartje van den Heuvel in tekst en beeld zien hoe Nederland vormgeeft aan de veranderende verhouding tot het water.

In Zoet&Zout. Water en de Nederlanders beschrijft journalist en auteur Tracy Metz de metamorfose die het Nederlandse landschap op dit moment ondergaat en hoe we zoeken naar nieuwe manieren om met het water te leven. Ze gaat in de publicatie op toegankelijke wijze uitgebreid in op de hedendaagse ontwikkelingen in Nederland op het gebied van water en de internationale positie en relevantie daarvan. Als meest identiteitsbepalende element van Nederland is water door de eeuwen heen veelvuldig in beeld gebracht.

Kunsthistoricus Maartje van den Heuvel toont in vijf beeldkaternen meer dan 125 kunstwerken de rijke schakering aan betekenissen die Nederlanders hechten aan water en de wateren. Deze kunstwerken verbeelden op aansprekende wijze onze geschiedenis met het water en kunnen inspireren bij het vormgeven van een toekomstig Nederland.

Tracy Metz en Maartje van den Heuvel hebben een boek gemaakt over Nederlanders en het water, een oer-Nederlands onderwerp: het water dat ons land heeft gevormd. Met prachtige foto’s, onder meer van Siebe Swart, de man die het landschap vanuit een helikopter zo fantastisch kan fotograferen, waardoor alles iets heel ontroerends, iets heel kwetsbaar krijgt. Alsof je maar even met je schoenpunt tegen de Afsluitdijk aan hoeft te tikken, en het ding breekt.

Van walvisvaart tot watervlo

Zoet&zout gaat over het water, en hoe we daar in Nederland al sinds mensenheugenis mee moeten zien te leven, met die rijzende zeespiegel, met de grotere hoeveelheden regen die zijn voorspeld en die de rivieren zullen moeten gaan vervoeren, met het almaar zakkende land. Het boek telt talloze foto’s van anderen en schilderijen van vroeger en nu, waarop te zien is hoe bedreigend het water was en hoe vernietigend het kan zijn, maar ook wat het water ons bood. Het biedt ruimte aan schilderijen van de walvisvaart en de haringvangst en laat zien hoe het water al eeuwen wordt gebruikt als handelsweg. De waternatuur komt aan bod, het zwemwater in Nederland, het bevroren water om op te schaatsen, en ook religieus water, doopwater, en water als kunst. Er zit zelfs een prachtige close-up foto bij van een watervlo.

Het is ook een boek over het heden, over nu. Over de waterbouw, die tegenwoordig niet meer een aangelegenheid is van louter ingenieurs, maar ook van natuurorganisaties, landschapsarchitecten, planologen, politici en bewoners. Het water, dat vroeger als vijand gezien werd, heeft zich geëvolueerd tot vriend. Uit het boek spreekt de liefde van Metz en Van den Heuvel voor het water.

Het Nederlandse landschap: een menselijk kunstwerk

Zoet&zout laat zien hoe verschrikkelijk mooi het Nederlandse landschap is, juist doordat de Nederlanders eraan hebben gesleuteld. Mooi zijn ook de illustraties van terpen, al die rode stippen in het noorden van Friesland en Groningen waarvoor minstens tien keer meer kubieke meter aarde, klei en plaggen is versleept dan voor alle Egyptische piramides tezamen, zo berekende ingenieur Johan van Veen.

En dan de dijken. De kilometers en kilometers dijken die werden gelegd om het land te beschermen tegen het water, en die het soms allemaal nog veel erger maakten, die soms zo slecht waren gebouwd dat de dijk weer doorbrak en de schade nadien nog veel groter was. Een verklaring hiervoor is te vinden in het feit dat dijkgraaf zijn lange tijd een erebaan was, een baan die je kon kopen of kreeg als je trouwde met de zus van de graaf. Niet omdat je een deskundige was.

Het veenlandschap dat we hebben afgegraven, voor de turf om onze huizen te verwarmen, waarna de meren in Noord- en Zuid Holland ontstonden, waardoor de gatenkaas ontstond. Het ontstaan van de meren die sinds de gouden eeuw ook weer werd drooggemalen (de Beemster, de Purmer, de Schermer, de Heer Hugo Waard) en waar dankzij de investeringen van rijke kooplieden uit Amsterdam ineens koeien loeiden op de bodem. Niet voor niets luidt een bekend gezegde: ‘God schiep de wereld, maar Nederlanders maakten Nederland’, ook al maakten we zelf ook wel heel veel stuk.

De polders die werden aangelegd, hoe we van water land maakten, kaarten van de Flevopolder, de Noord-Oostpolder: in dit prachtige boek is alles te zien.

Het boek laat zien met welke vraagstukken vandaag wordt geworsteld. Met het zoute water dat almaar verder het land inkomt, de zouttongen waardoor gewone aardappels en tomaten niet meer groeien. En dat er tegelijkertijd een enorme hoeveelheid zoet water verdwijnt, zo de zee in, om het zoute water zo veel mogelijk weg te houden. Elke seconde dertig containers vers zoet water, een onvoorstelbare hoeveelheid die soms niet gehaald kan worden. Het weer wordt immers extremer, en daar horen ook droogtes bij. En dan is er nog de rijzende zeespiegel.

Leren leven met het water

Tracy Metz ging ook op zoek naar vernieuwers, naar oplossingen die zij bedachten voor het water. Ze liep door een waterkathedraal, een gebouw dat eruit zag als een kerk, waar schoon zoet water werd gemaakt. Ze liet zich informeren over een ingenieus dijkbewakingssysteem met sensors, en over kunstige opvangsystemen voor regenwater in Rotterdam. Ze hoorde over een kanaal waarvan de waterloop kan worden omgedraaid, zoals in mei 2011 gebeurde, om het zoute water buiten te houden. ‘Als er een tekort is, dan fixen we dat,’ legde dijkgraaf Patrick Poelman uit. En zo is het, zo gaat het al eeuwen: als er een probleem met het water is, dan lossen de Nederlanders dat op. Tracy sprak boeren en wetenschappers die gewassen ontwikkelen die wel tegen zouter water kunnen: zeewier, zeekraal, zeekool een speciaal aardappelgewas. Daarmee laat ze zien dat je niet altijd alleen maar hoeft te vechten tegen het water, maar het ook kunt omarmen, er ook mee kunt leren leven.

Vechten tegen het water kan nadelige gevolgen hebben: het bouwen van dijken en dammen is niet altijd goed. Het zoete water in Zeeland blijkt na de uitvoer van het Deltaplan soms van slechte kwaliteit. Het Volkerak bijvoorbeeld, waar de blauwalg welig tiert, waar het water zo vervuild is dat het niet eens meer gebruikt kan worden voor irrigatie. Daarom zijn er nieuwe plannen gemaakt, om zout water in te laten, zodat mosselen en oesters weer terugkomen, zodat de visstand zich weer herstelt, zodat watersporters weer onbezorgd op het water kunnen zijn. Natuurbeschermers, landschapsarchitecten, de overheid, vissers en ingenieurs buigen zich over de plannen en komen met kleurige schetsen over hoe het in de toekomst allemaal beter zal zijn.

De toekomst: dijken als winkelcentra

In het boek staan prachtige plannen voor de toekomstige dijken. Voor de Afsluitdijk, die verhoogd moet worden, zijn spectaculaire plannen gemaakt. Een superbus, een osmosecentrale voor de opwekking van energie, windmolens, een natuurpark.

Er is een multifunctionele dijk ontworpen voor Kop van 't Land bij Dordrecht, waar je straks ook koffie kunt drinken, vogels kunt kijken, een waterbus kunt nemen en het water kunt bekijken door een raam. Of die bij Katwijk, een van de zwakke schakels voor de kust, waar ze een dijk willen gaan bouwen waarin kan worden geparkeerd. Er zijn plannen om winkelcentra in de dijk te bouwen, hotels, bioscopen, een dijk aan de Maas met daarin een compleet zwembad voor als de Olympische spelen naar Nederland komen. Je kijkt je ogen uit.

Natuurbeschermingsplannen: nodig of overbodig?

Maar pas op. Dergelijke plannen zijn duur, en gaan niet alleen over het weren van water. Plannen voor ruimte voor de natuur zijn voor een flink deel natuurbeschermingsplannen, die al snel dubbel zo duur zijn als het ouderwets ophogen van dijken. Sommigen menen dat het moet, dat de dijken niet eindeloos kunnen worden verhoogd, dat we het water de ruimte moeten geven. Dat is niet waar. Dat is een keuze. Je kunt dijken, zo legden waterdeskundigen van de TU Delft me uit, gewoon hoger en breder maken, zoals we dat al eeuwenlang doen. Het is alleen op dit moment voor veel mensen geen wenselijke keuze.

Het culturele, het esthetische, krijgt veel aandacht. En dat is prachtig, ik wandel ook graag langs mooi vormgegeven uiterwaarden, langs plekken waar de rivier de ruimte heeft gekregen, met al die broedvogels straks weer in het voorjaar. Het water als vriend, dat klinkt zo liefdevol. Maar pas op. Of, zoals hoogleraar waterbouwkundige constructies en probabilistisch ontwerpen Han Vrijling aan de TU Delft zegt: 'Dus vroeger zagen we het water als vijand, en stopten we het weg als tijgers in een kooi. En nu laten we onze kinderen met die tijgers spelen.'

Esthetiek versus functionaliteit

Het risico van al die mooie plannen is dat je bijna zou vergeten dat water ook gevaarlijk kan zijn. En dat terwijl de angst voor het water op dit moment al vrijwel verdwenen is. Dat is logisch. De stormvloeden zijn al uit de collectieve herinnering verdwenen, die uit ‘53 is al lang geleden. Mensen denken dat de dijkdoorbraak bij Wilnis erg was, die paar huizen die onderliepen, een miljoen schade. Mensen zijn vergeten hoe erg het is als het water zich kwaad maakt. Mensen worden zich pas weer bewust van het gevaar van het water ná een stormvloed. De geschiedenis wijst het uit.

In 1840, toen de stormvloed het Haarlemmermeer nog groter maakte, en Amsterdam, Haarlem en Leiden dreigden te verzuipen in dat meer, nam de angst toe. Daarná pas werd de Haarlemmermeer drooggemaakt. De angst nam na 1916, toen Cornelis Lely al drie keer minister was geweest en had geprobeerd de Zuiderzee af te dammen, toe. Pas na die stormvloed werd de Afsluitdijk gebouwd. In 1953 werd het Deltaplan pas gebouwd, terwijl dat plan er al jaren lag, terwijl ingenieur Johan van Veen al jarenlang had gewaarschuwd voor de te lage dijken in Zeeland, maar niemand wilde luisteren. Dat schrijft Tracy Metz ook, in het slothoofdstuk: de meeste mensen denken niet meer na over het water, het is op de achtergrond geraakt. Daarom moet je, denk ik, oppassen met al te veel aandacht voor esthetiek, en wel het eigenlijke doel in de gaten houden: Nederland beschermen tegen het water.

Vriend en vijand tegelijkertijd

Je leest over een tulpeiland in zee in kranten, en over de spectaculaire plannen over de Afsluitdijk. Maar gek genoeg lees je zelden iets over hoe het met de dijken gesteld is. De media besteden nauwelijks tot geen aandacht aan het feit dat de primaire waterkeringen, de dijken die ons beschermen tegen overstromingen, er na de laatste keuring in 2011 weer slechter voor stonden. Maar liefst een derde van de dijken scoort onvoldoende, en van een kwart is onbekend wat de toestand is. En dan zou het risico op doorbreken klein zijn. 'Maar stel je eens voor,' zo spiegelde een waterbouwkundig ingenieur van de TU Delft, Han Vrijling, me voor, 'je wil in een vliegtuig stappen, en de piloot zegt: "Mevrouw, voordat u instapt moet u eerst even iets weten. Een derde van de onderdelen van dit vliegtuig scoort onvoldoende, van een kwart weet ik het niet, maar de rest van de onderdelen kan ik wel als veilig bestempelen." Stapt u dan in?'

Water is een vriend, maar vergeet niet dat het een vriend is met een speciale gebruiksaanwijzing, een vriend die plotseling en onverwachts heel kwaad kan worden, en ook dan moet je goed beschermd zijn. Als de waterwolf zich kwaad maakt, dan helpt een superbus niets, en zilte plantjes ook niet. Dan is een dijk met een hotel erin, een dijk die kan doorbreken – want dat kan elke dijk – ineens heel oncomfortabel. Het simpelweg verhogen en verstevigen van dijken is misschien niet zo mooi, maar wel een goedkopere en veilige oplossing.

Tracy Metz en Maartje van den Heuvel hebben op een prachtige manier de geschiedenis, het heden en de toekomst van Nederland als waterland verbeeld en beschreven. Zoet&zout is zo mooi omdat het informatief is, en omdat het laat zien hoe inventief de mens kan zijn, hoe de mens zich kan inzetten om het land droog te houden, of juist natter te maken, hoe de mens zich keer op keer aanpast en zoiets als het telen van zoute zeekool uitvindt. Het boek is bovendien mooi omdat het een discussie uitlokt, en laten we daar vanavond nou voor gekomen zijn.

Ik dank u hartelijk voor uw aandacht.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum