Leesfragment: Vrienden, vriendinnen en de rest van de wereld

19 februari 2012 , door Remco Campert
|

23 februari verschijnt het nieuwe boek van Remco Campert: Vrienden, vriendinnen en de rest van de wereld. Wij publiceren er twee verhalen uit voor.

In Vrienden, vriendinnen en de rest van de wereld figureren vele karakters in evenveel kleine verhalen. Sommige verhalen hebben een plot, andere schetsen enkel een situatie, maar steeds laat Remco Campert zien dat hij in een paar alinea's een hele levensgeschiedenis tevoorschijn weet te toveren.

Twee columnisten

Twee bevriende columnisten, ’s avonds in het café, zwijgend.
Ze schreven drie keer per week een column. Ze schreven voor elkaar beconcurrerende kranten. De ene columnist voor de ene krant, de andere voor de andere. Elke zaterdagavond troffen ze elkaar in het café. Ze hadden hun vaste tafeltje, dicht bij de deur. Om de beurt bestelden ze een rondje. Verder deden ze er het zwijgen toe. Dat begrepen ze van elkaar.
Een keer, aan het begin van hun carrière als columnist, had de ene columnist iets over het weer gezegd. Het regende of het stormde, zoiets, misschien deed het dat allebei tegelijk. Een paar dagen later bleek dat ze ieder afzonderlijk een column aan het weer hadden gewijd. Nog een geluk dat het in verschillende kranten was. Nu viel het alleen de lezer op die beide kranten las. Maar toch: dit mocht niet meer voorkomen.
Niet alleen zwegen ze, ze vermeden het ook elkaar in de ogen te kijken. Ogen waren een goed onderwerp voor een column. En ze keken er wel voor uit om hun blik lang gericht te houden op iets dat in het café aanwezig was, of het nu een mooie meid was, het glanzen van de glazen op de tapkast, de val van de gordijnen voor de ramen, de met wit krijt geschreven prijslijst aan de muur, het emaillen bordje op de deur van het toilet, de jassen aan de kapstok, de vaasjes met een bloem, het Perzische tapijtje op tafel of een bierviltje.
In alles school een column en zo bleven ze bevriend.

Van de hak op de tak

In het oude bosch trapte hak op de dode tak. De tak knapte met een droog geluidje. Het was een bevredigend geluidje en het gaf hak een gevoel van macht.
Met punt, zool, bovenleer en veter vormde hak een van de twee schoenen – de rechter – die gedragen werden door de jonker, die de werkelijke macht had.
Hak was slechts de uitvoerende macht.
Het knappen van de dode tak bracht de jonker, die oud was, terug bij de onbezorgde jaren van zijn jeugd, toen hij menig tak had geknapt in hetzelfde bosch, dat in die prille tijd nog een bos was, zonder letters die overbodig waren, omdat je ze toch niet uitsprak.
Wie was je? Je was een de jonker onbekende, boven hem gestelde macht, die zijn leven bestuurde.
Je liet takken knappen en schiep de jonker, schonk hem een onbezorgde jeugd, bezorgde hem een touw, waarmee hij zich ophing aan een tak.
Deze tak knapte niet.

 

Copyright © 2012 Remco Campert

pro-mbooks1 : athenaeum