Dinsdag 19 maart verschijnt Iemands lief van Bart Moeyaert, met illustraties van Korneel Detailleur. Iemands lief is de persoonlijke bewerking van L’Histoire du Soldat (Ramuz/Stravinsky), geschreven op verzoek van violiste Janine Jansen, en hier uitgevoerd. Wij publiceren voor.
'Benjamin Popov was gewoon iemands lief en iemands zoon.' Zo begint Bart Moeyaert de aangrijpende geschiedenis van een jonge soldaat die zijn viool ruilt tegen rijkdom, maar uiteindelijk zijn hart en zijn ziel verliest.
Op verzoek van violiste Jeanine Jansen schreef Moeyaert een nieuwe versie van L'Histoire du Soldat van Ramuz, waar Stravinsky's beroemde muziektheaterstuk is gebaseerd. Iemands lief werd één keer uitgevoerd, met Moeyaert als verteller, maar de tekst, indringend en en ontroerend zoals alleen Moeyaert die kan schrijven, vraagt als vanzelf om te worden gelezen en herlezen.
Korneel Detailleur voegt er zijn beelden aan toe - en zo is, geïnspireerd door de muziek, weer een geheel nieuwe compositie van taal en beeld ontstaan.
Het is waar wat wordt verteld.Benjamin Popov was geen held.Benjamin Popov was gewooniemands lief en iemands zoon.Hij was moe.Hij was echt ontzettend moe.
Net als je alles hebt gehadben je een vogel voor de kat.
*
Kop op en kin omhoog.Zo'n tijd was het.Wie doodging werd begraven.Wie een wond had werd verpleegd.Als je been eraf geschoten wasmocht je huilen van de pijn,maar daarvan groeide niets weer aan.Dus hup.Cheer up.De oorlog was nog niet gedaan.
Benjamin Popov bofte.Hij mocht een halve maand naar huis.Dat was niet langer dan twee weken,maar het klonk beter.
Hij ging op wegen keek niet om.Het licht was vriendelijk,zodat hij met het blote oog kon zienwaar in het veldnog andere soldatenonderweg naar huisde moed erin hielden.Ze stapten net als hijonder de weidse lucht door.Er hingen maar twee wolken in.Vanuit het stof stegende droge stemmen opvan stappende soldaten:we hebben dorst, dorst, dorsten heimwee.
Meer nog dan naar watersnakken soldatennaar hun moeder en hun vader,naar de boter op het brooddie nergens beter smaaktdan thuis.En naar de hond.Zal hij zitten wachtenbij het hek,zoals het in de brieven stond?Van één gedachteschijnen soldaten bang te zijn.Als die hen overvalt,gaan ze gebogen lopen,omdat hun hart danzwaarder weegt dan eerst.De gedachte heeft er stenenoverheen geschoven.De breedste kerelszakken zuchtenddoor hun benen.Ze fluisteren:'M'n lief, m'n lief,wacht je nog steeds op mij?'Tijdens windstille nachtenis dat de bries.
Op zoek naar troosttrekken zehun rugzak open.Wat ze bezitten leggen zein hun schoot.Veel is het nooit.Een medaillon dat henvoor het ergste behoedt.Een doekje tegen het bloeden.Een spiegel waar de glans af is.Een schrift, onder de vlekken,waarin de oorlog staat beschreven.Een stukgelezen briefbij een stukgezoende fotovan 's werelds mooiste meisjemet - dat valt nog af te wachten -'s werelds grootste geduld,en tot slot: haar lievelingstrui. Lang is hij heerlijkblijven ruiken,maar op een keerwas de geur op.Sindsdien slaat de gedachte toezodra hij kan.Er is haast geen kruidtegen gewassen.Soldaten gaan ertegenindoor uit volle borst te zingen,iets schels te fluiten,of hun verlangen en verdrietdoor hun harmonicaweg te blazen - als zeeen harmonica hebben.M'n lief, m'n lief,ik kom eraan.
Zowat alles watBenjamin Popov bezatkostte niks.Hij had een goed humeur,een prettig karakteren veel doorzettingsvermogen.Verder stak in zijn rugzakhet voorspelbare:het medaillon, het verband,de spiegel en het schrift,de stukgelezen briefen de foto van z'n lief, z'n lief.Een mondharmonica bezat hij niet,maar onder in de zakbewaarde hij,gewikkeld inde lievelingstrui dielang naar bloemen had gerokenmaar op een dag niet meer,zijn viool uit Krakau.Weinig waard.Gekocht voor een habbekrats.Zo klonk hij ook.Habbekrats.Maar als de snaren waren gestemdwist Benjamin het lawaaiom te toveren in muziekdie voor hem uit het pad af liep.Alsof de klank alvasthet goede nieuws brachtvan zijn thuiskomst.
Het duurde nooit langof zijn hart huppeldeerachteraan.
[...]
Copyright © 2013 Bart MoeyaertIllustraties Copyright © Korneel DetailleurAuteursportret Copyright © Diego Franssens