Leesfragment: Innerlijke rust

22 september 2013 , door Seneca
| |

Vincent Huninks nieuwe vertaling van Seneca's De tranquillitate animi, Innerlijke rust, verschijnt 24 september. Wij publiceren voor: 'Als ik mijn blik naar binnen richt zie ik daar diverse zwakheden. Sommige liggen voor het grijpen, ik kan er gemakkelijk bij. Andere zitten meer verborgen, buiten bereik, en dan heb je er ook nog die niet permanent zijn maar af en toe opkomen en verdwijnen. Die laatste categorie is misschien wel de lastigste. Het zijn een soort guerrillastrijders die ineens ergens toeslaan. Dat maakt je machteloos: het is geen oorlog waarvoor je paraat kunt staan en geen vrede waarin je veilig kunt zijn.'

Verveling, ontevredenheid, halfslachtigheid en daardoor dan weer extra ontevreden over jezelf zijn. Niet weten wat je wilt, maar dat wel eisen van jezelf. Twijfelen tussen rustig alleen thuis willen zijn en wereldberoemd willen worden. Het is maar al te herkenbaar, niet als een ernstige psychische stoornis (je kunt er een leven lang goed mee functioneren), wel als iets wat alles een grijze, vervelende kleur geeft. Geen depressie of manie, maar een permanent gevoel van onvervuldheid en onzekerheid.

Het is allemaal niets nieuws. Bij de Romeinse filosoof Seneca is een indringende analyse te lezen van dit tijdloze probleem., En gelukkig biedt Seneca ook een handvol suggesties over wat je eraan kunt doen. Daarin klinken bekende thema's als: ken je krachten, kies wat bij je past, zorg voor een goede balans in je leven, hecht niet aan bezit en roem, en pas je aan in moeilijke situaties. Ontspanning op zijn tijd is natuurlijk ook een goed middel. Uiteindelijk pleit Seneca zelfs voor af en toe stevig drinken: want wijn maakt je los en brengt je tot verheven gedachten. Mits je daarbij maat houdt, natuurlijk.

Innerlijke rust biedt in kort bestek de middelen om psychisch sterker in je schoenen te gaan staan en een meer vervuld leven te gaan lijden. Een boekje uit de Oudheid dat de vergelijking met moderne psychologische zelfhulpboeken moeiteloos doorstaat.

 

Een brief aan Seneca

Beste Seneca,

Als ik mijn blik naar binnen richt zie ik daar diverse zwakheden. Sommige liggen voor het grijpen, ik kan er gemakkelijk bij. Andere zitten meer verborgen, buiten bereik, en dan heb je er ook nog die niet permanent zijn maar af en toe opkomen en verdwijnen. Die laatste categorie is misschien wel de lastigste. Het zijn een soort guerrillastrijders die ineens ergens toeslaan. Dat maakt je machteloos: het is geen oorlog waarvoor je paraat kunt staan en geen vrede waarin je veilig kunt zijn.

Maar meestal betrap ik mezelf op een andere innerlijke houding. (Tja, waarom zou ik niet gewoon zeggen wat er aan de hand is, zoals bij een dokter?) Ik voel me dan niet werkelijk bevrijd van alles wat ik vreesde en haatte maar lijd er ook niet onder. Mijn toestand is dus niet extreem slecht, maar wel heel vervelend en hinderlijk: ik ben niet ziek en niet gezond.

Nu hoef je mij niet te zeggen dat deugden altijd klein beginnen en mettertijd duurzaam en krachtig worden. Dat geldt ook voor eigenschappen waarmee we vooral een goede indruk willen maken. Ik bedoel sociaal prestige, roem vanwege welsprekendheid en alles wat aankomt op andermans oordeel. Ook die worden pas gaandeweg sterker, ik weet het. In beide gevallen, of iets ons nu ware krachten geeft of alleen een aantrekkelijk soort make-uplaagje: het vergt jaren voordat het geleidelijk, mettertijd, echt vorm krijgt.

Gewenning maakt alles dus blijvend en stabiel. Maar juist door gewenning, vrees ik, raakt in mij ook een slechte eigenschap dieper geworteld: door lange omgang met goede dingen ga je ervan houden, maar voor verkeerde dingen geldt hetzelfde. Zo blijf ik innerlijk steken tussen twee uitersten. Het is geen ferme keuze voor het goede en ook geen echte neiging tot het kwade.

Om wat voor zwakheid gaat het hier? Dat kan ik je niet in één keer laten zien, alleen in details. Ik zal je vertellen wat mij overkomt, jij moet dan maar achterhalen hoe die ziekte heet.

Voor zuinigheid heb ik een grote voorliefde, ik geef het toe. Ik houd bijvoorbeeld niet van een fraai gedekt ligbed dat alleen dient om mensen te imponeren, niet van kleren die uit een legkast komen, gemangeld met gewichten en duizend kabels die er een glans uit persen. Nee, geef mij maar heel gewone, alledaagse kleren, die je niet met speciale zorg bewaart of aantrekt. Ik heb graag gerechten waar geen compleet slavenbestand aan werkt of bij staat te kijken, van die gerechten die je dagen van tevoren opgeeft en die door veler handen worden geserveerd. Nee, geef mij maar eten dat goed verkrijgbaar is en geen probleem geeft, zonder iets exotisch of kostbaars, eten waaraan het je nergens ontbreekt en dat geen last is voor je vermogen en je lichaam en er niet weer uitgaat waar het naar binnen ging. En wie moet mij bedienen? Doe maar een ongeschoolde, simpele slavenjongen uit eigen huis, en geef mij maar het zware zilverwerk van mijn boerse vader, zonder handtekening van een kunstenaar erop, en een tafel die geen aandacht trekt door gevarieerde houtpatronen of die in heel de stad bekend is doordat hij eigendom is geweest van een reeks verfijnde eigenaren. Nee, een tafel voor normaal gebruik, waar geen gast genietend zijn blik op laat rusten of jaloers van wordt.

Dat heb ik allemaal heel graag. En toch kijk ik met grote ogen naar een slavenschool met alles erop en eraan, naar goud dragende bedienden in fraaiere pakjes dan tijdens een parade, naar een stoet glimmende slaven. Naar een huis dat zelfs kostbaar is op plekken waar je loopt en dat rijkdom uitstraalt in alle hoeken en gaten, waar het fonkelt en glanst tot aan de plafonds, met heel het volk als ademloze toeschouwer van zo’n aanstaand bankroet. En wat nog te zeggen van tafeleilandjes te midden van bassins met kristalhelder stromend water? Van banketten die zijn afgestemd op een dergelijk decor?

Na mijn langdurige eenvoud en gewoonheid overspoelt het mij, al die pracht en weelde, het overdondert me totaal. Ik zie dan niet meer scherp, mijn ogen kunnen er minder goed tegen dan mijn verstand. Zo kom ik daar niet slechter vandaan, wel ontmoedigd. Tussen mijn schamele spulletjes loop ik niet meer met geheven hoofd. En stilletjes bekruipt me een knagende twijfel: is dat andere misschien toch beter? Niets van dit alles brengt een echte verandering in mij teweeg, maar er is ook niets wat me onberoerd laat.

Of iets anders: ik besluit de geboden van mijn leermeesters te volgen en de politiek in te gaan. Ik besluit publieke functies op mij te nemen. Natuurlijk niet omwille van het purper en de roedenbundel, maar om zo mijn vrienden en familie en alle burgers, ja, alle mensen beter van dienst te kunnen zijn. Enthousiast volg ik Zeno, Cleanthes en Chrysippus, die alle drie zelf weliswaar buiten de politiek zijn gebleven maar anderen daartoe hebben aangezet.

Maar zodra mij innerlijk iets aangrijpt (en ik ben niet veel gewend!), zodra mij iets overkomt wat ik beneden mijn stand vind, zoals zo vaak gebeurt in ieder mensenleven, of wat niet gemakkelijk genoeg verloopt, of zodra relatief onbelangrijke dingen veel tijd dreigen te gaan kosten, trek ik mij terug in de privésfeer. Zoals ook vermoeide schapen doen loop ik schielijk naar huis...

Dan besluit ik mijn activiteiten te beperken: alles alleen nog binnen de eigen vier muren. ‘Geen mens mag mij nog een dag afpakken, want hij kan er nooit iets tegenover stellen wat de kosten vergoedt. Ik moet innerlijk bij mezelf blijven, mezelf ontwikkelen en niets doen buiten mezelf, niets waar andermans oordeel mee gemoeid is. Mijn liefde moet uitgaan naar innerlijke rust, wars van publieke of persoonlijke beslommeringen.’

Maar dan lees ik iets moois en krijg ik weer de geest, dan maken fraaie voorbeelden dat ik mij weer gestimuleerd voel. Ja, en dan wil ik het forum wel opstormen en ten gunste van een ander mijn stem laten horen of daadwerkelijk steun proberen te bieden, ook al helpt het misschien niet, of ook de arrogantie aanpakken van iemand wie het succes naar het hoofd is gestegen.

Bij het werken aan teksten heb ik dat ook. Volgens mij kun je absoluut het beste kijken naar de inhoud en het daarover hebben en de vorm verder gewoon daarvan laten afhangen. Al naar gelang het thema krijg je dan vanzelf een betoog in een natuurlijke stijl.'Waarom teksten schrijven die de eeuwen trotseren? Vind je het nu echt belangrijk dat latere generaties over jou blijven spreken? Hou toch op! Je bent geboren om te sterven, een begrafenis in stilte geeft minder gedoe. Probeer je tijd te gebruiken voor jezelf, niet om beroemd te worden, en hanteer daarom een eenvoudige pen. Schrijven voor het hier en nu kost minder moeite.’

Maar dan voert de grootsheid van ideeën mij innerlijk weer mee en leg ik ook stilistisch de lat weer hoog. Zo verheven als mijn gedachten zijn wil ik mij dan ook uitdrukken, en zo komt er een betoog op hetzelfde niveau als de inhoud. Ik vergeet dan die regel van stilistische eenvoud en bereik een hoge vlucht en spreek niet meer met eigen stem...

Goed, ik wil hier niet alles in detail nalopen. Op ieder gebied komt die geestelijke zwakheid steeds weer opzetten, en ik ben bang dat ik er geleidelijk in ten onder ga. Of erger nog, dat ik er voorgoed in blijf steken zonder echt te vallen. En dat er misschien meer aan de hand is dan ik zelf doorzie. Want onze problemen zien we door eigen ogen en ons oordeel erover is dus altijd rooskleurig.

Velen hadden de wijsheid kunnen bereiken, denk ik, als ze niet hadden gedacht dat ze er al waren. Als ze niet bepaalde psychische eigenschappen voor zichzelf hadden ontkend of er bewust de ogen voor hadden gesloten. Want je moet niet denken dat vleierij van anderen ons in de ellende stort. Nee, we vleien onszelf, daardoor komt het. Wie durft zichzelf te zeggen hoe het echt zit? Wie draait niet zichzelf het meest een rad voor ogen, zelfs te midden van drommen lofprijzers die je naar de mond praten?

Vandaar mijn vraag. Heb je misschien een middel om die stemmingswisselingen een halt toe te roepen? Dan hoop ik dat je moeite voor mij wilt doen, zodat ik mijn innerlijke rust aan jou kan danken.

Die psychische bewegingen zijn niet echt gevaarlijk, ik weet het, er komt geen zwaar noodweer van. Maar misschien mag ik mijn klacht tegenover jou verwoorden in een treffend beeld: ik heb geen last van storm maar van zeeziekte.

Wat het probleem ook precies is, los jij het op! Kom mij te hulp nu ik met land in zicht in nood verkeer.

Hartelijke groeten,

Serenus

[...]

Oorspronkelijke titel De tranquillitate animi
Copyright vertaling en nawoord © 2013 Vincent Hunink / Athenaeum_Polak & Van Gennep, Singel 262, 1016 ac Amsterdam

Athenaeum - Polak & Van Gennep

pro-mbooks1 : athenaeum