Leesfragment: Verzet tegen Napoleon

27 november 2015 , door Lotte Jensen

Op woensdag 20 februari 1013 vindt van 16:00 - 19:00 bij Spui25, in samenwerking met Uitgeverij Vantilt, de boekpresentatie van Lotte Jensens boek Verzet tegen Napoleon plaats. Wij publiceren voor. 'De napoleontische periode heeft daarnaast, zo luidt mijn overtuiging, ook op een minder tastbaar terrein blijvende sporen nagelaten: de Nederlandse identiteit. In reactie op de Franse overheersing ontstond er een diep doorleefd gevoel van vaderlandsliefde, dat erop gericht was de eigen identiteit te cultiveren.'

Tweehonderd jaar geleden, in 1813, werd Nederland bevrijd van de Fransen. Daarmee kwam een einde aan jarenlange Franse overheersing. In 1806 had Napoleon Bonaparte zijn broer Lodewijk tot koning van 'Holland' benoemd, om vervolgens het land in 1810 bij het Franse keizerrijk in te lijven.

Het standaardbeeld is dat de Nederlanders nauwelijks in opstand kwamen tegen het Franse regime. Maar niets is minder waar. Tal van burgers verhieven hun stem tegen het Franse gezag en sprongen in de bres voor het vaderland. Zelfs tijdens de Inlijving, toen een strenge censuur gold, lieten zij zich de mond niet snoeren. 'Gevloekte rover!' en 'Oranje boven!' klonk het alom.

Het is een aardige paradox: op het moment dat de Fransen hier de scepter zwaaiden, leefde het Nederlanderschap als nooit te voren. Schrijvers probeerden het wezen van de natie te vangen door te wijzen op de typische kenmerken van de Nederlandse cultuur en haar inwoners. Zo werd, mede dankzij de overheersing van Napoleon, de ideale Nederlander geboren.

Lotte Jensen (1972) is neerlandicus en filosoof. Ze is als universitair hoofddocent historische Nederlandse letterkunde verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en werd onlangs benoemd in de Jonge Akademie van de KNAW.

Proloog

Toen ik veertig werd besloot ik mijn verjaardag op ongewone wijze te vieren. In een advertentie had ik gelezen dat er die dag een Napoleonwandeling zou plaatsvinden in Amsterdam. Geïnteresseerden konden zich om twaalf uur melden bij een huis op de Keizersgracht. Na een lichte lunch zou vervolgens de route die de Franse keizer op 9 oktober 1811 door de hoofdstad aflegde, worden nagelopen. Omdat ik al enige tijd aan een Napoleon-obsessie leed, besloot ik te gaan. Daar stonden we dan, op een ijskoude vrijdagmiddag, met een groep van twintig personen die elkaar niet kenden, te wachten op de Keizersgracht.
Enigszins ongemakkelijk keek ik om me heen: wat voor types waren hier eigenlijk op afgekomen? Toch niet allemaal mensen die graag een veldslag in hun vrije tijd naspelen of tinnen soldaatjes verzamelen? Niets bleek minder waar. Het was een gemêleerd en enthousiast gezelschap. Iedereen vond het de gewoonste zaak van de wereld om elkaar de volgende openingsvraag te stellen: ‘Hoe lang heeft u eigenlijk al iets met Napoleon?’
Opgewekt volgden we de keizerlijke route, in omgekeerde volgorde: vanaf de Dam liepen we eerst naar het Spui. Bij de Schuttersgalerij hielden we even halt bij het reusachtige schilderij van Mattheus Ignatius van Bree van bijna vierentwintig vierkante meter, waarop Napoleons intocht te Amsterdam afgebeeld is. Daarna even een ommetje naar Felix Meritis, omdat daar op 22 oktober een groot bal ter ere van Napoleon en Marie Louise was gehouden. Terug naar de keizerlijke route en via de Muntsluis de Blauwbrug over naar de Hortus Botanicus. Vervolgens marcheerden we door de Plantage Middenlaan naar de Muiderpoort, waar Napoleon en zijn gevolg om drie uur ’s middags met kanonschoten en klokgelui begroet werden. Hier eindigde onze eigen Route Impériale, bijna op hetzelfde tijdstip. Ik had twintig nieuwe vrienden gemaakt, of liever gezegd: ik had kennisgemaakt met twintig lotgenoten die aan dezelfde obsessie leden.

Houtsnede, ca. 1815. ‘Bij Frankrijk ingelijfd – dat moest veel onheil baren. Zij drukten ons zoo zwaar, die drie rampvolle jaren!’ Uit: Lotte Jensen, Verzet tegen Napoleon
Houtsnede, ca. 1815.
‘Bij Frankrijk ingelijfd – dat moest veel onheil baren.
Zij drukten ons zoo zwaar, die drie rampvolle jaren!’

Bij thuiskomst vertelde ik mijn zoon van vijf opgetogen over de Napoleonwandeling. Hij veerde op en zei: ‘Ik weet wie Napoleon is! Als Napoleon iets zegt, moet je het altijd doen en hij heeft ook op een eiland gezeten!’ Verbijsterd keek ik hem aan: waar haalde hij deze historische wijsheden vandaan? Wat bleek: hij had op school wel eens ‘Napoleonnetje’ gespeeld. Bij dit spel is één kind Napoleon en als hij het commando geeft ‘Napoleon zegt, sta stil!’ moet iedereen direct stilstaan. Als Napoleon zich omdraait en iemand ziet bewegen, is die persoon af. Ik speelde het vroeger zelf ook, maar onder de wat onschuldiger naam Anne Maria Koekkoek. Ook op het schoolplein heerst dus nog altijd de geest van de Franse keizer.

Napoleons optreden heeft diepe sporen nagelaten in de Europese geschiedenis. Hij bouwde een gigantisch leger op en walste met ongekende kracht over Europa heen. Overal legde hij zijn wil op en stelde hij de wet, totdat hij in 1812 op een muur van ijs en kou in Rusland stuitte. In 1815 werd hij definitief verslagen bij Waterloo en in 1821 stierf hij op het eiland Sint-Helena. Maar echt dood is hij nooit gegaan. Tweehonderd jaar later leeft hij nog steeds voort: zijn praalgraf behoort tot de toeristische trekpleisters van Parijs. Verder wordt de herinnering aan zijn daden levendig gehouden door een onophoudelijke stroom boeken, tijdschriften, films, websites en games. Heel jonge spelers kunnen al aan de slag in de categorie ‘games 3 years old +’. Een Amerikaans bedrijf verkoopt handgemaakte, levensechte miniatuurbeeldjes van de keizer, in allerlei verschillende poses. Napoleon is big business.
De napoleontische periode heeft daarnaast, zo luidt mijn overtuiging, ook op een minder tastbaar terrein blijvende sporen nagelaten: de Nederlandse identiteit. In reactie op de Franse overheersing ontstond er een diep doorleefd gevoel van vaderlandsliefde, dat erop gericht was de eigen identiteit te cultiveren. Schrijvers probeerden het wezen van de natie te vangen door te wijzen op de typische kenmerken van de Nederlandse cultuur en de inwoners. Met name in de jaren 1806-1813 ontstond er een sterke behoefte datgene wat verloren dreigde te gaan, te koesteren. Het gedroomde Nederlanderschap bewoog zich rondom de taal, de geschiedenis en de zeden. Het nationale identiteitsbesef kreeg daardoor een sterke impuls en zo werd, mede dankzij de napoleontische overheersing, dé Nederlander geboren.
Dit boek laat zien dat het verzet tegen Napoleon en de cultivering van een Nederlandse identiteit onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Het gangbare beeld is dat de Nederlanders het napoleontische bewind gelaten ondergingen en nauwelijks in opstand kwamen. Dat beeld is eenzijdig, want er bestond wel degelijk een levendige anti-Franse verzetscultuur. Tal van burgers verhieven hun stem tegen het Franse gezag en sprongen in de bres voor het noodlijdende vaderland. Zelfs tijdens de inlijving, toen een strenge censuur gold, lieten zij zich de mond niet snoeren.
Verzet tegen Napoleon behandelt de protestactiviteiten tegen Napoleon op drie niveaus: het huiselijke, nationale en internationale niveau. Ik vertrek vanuit de kleine, huiselijke kring, waarin de kernwaarden van de Nederlandse identiteit besloten lagen. De ideale verzetsheld vond zijn basis in een stabiel gezin, waar het alledaagse geluk het hoogste goed was. Zo was hij in staat ware heldenmoed te tonen wanneer het vaderland dat vereiste. Op een wat hoger, nationaal niveau zette het roemrijke Nederlandse verleden aan tot verzet. Geleerden, denkers en literatoren verheerlijkten de Gouden Eeuw en deden rooskleurige toekomstvoorspellingen om zin te geven aan het vacuüm waarin ze zich op dat moment bevonden. Het verzet kon echter ook buiten de nationale grenzen treden. Napoleons expansiedrift riep niet alleen fel nationalisme op, maar bracht ook internationale verbroedering tot stand. Bij sommige auteurs leidde dat tot kosmopolitische idealen: de ware vaderlander was tegelijkertijd een wereldburger die een universele vredeswens koesterde.

Tot slot nog een bekentenis: afgelopen zomer heb ik me in Frankrijk laten verleiden tot de aanschaf van een miniatuurbeeldje van Napoleon. Een nodeloos dure uitgave, maar na het lezen van De kleine keizer van Martin Bril begrijp ik dat zoiets er ook bij hoort. In dit autobiografische relaas doet Bril op fascinerende wijze verslag van zijn obsessie voor Napoleon. Hij bezoekt alle plaatsen die iets met de Franse keizer te maken hebben en lijdt aan verzameldrift. Met enige trots vertelt hij over de talloze boeken en snuisterijen die hij op de kop heeft weten te tikken. Een passie voor Napoleon gaat automatisch gepaard met onbeheersbare hebzucht.
Toch is mijn eigenlijke fascinatie niet gericht op Napoleon zelf, maar op iets anders: nationale identiteitsvorming. Toen ik nog heel jong was, zijn we vanuit Denemarken naar Nederland geëmigreerd. Op school realiseerde ik me maar al te goed dat ik anders was dan de meeste kinderen, al was het maar omdat we thuis een andere taal spraken, andere liedjes zongen en iedere vakantie naar ons geboorteland terugkeerden. Geleidelijk aan ben ik me steeds meer Nederlander gaan voelen, maar mijn Deense paspoort en de vijfjaarlijkse gang naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst herinneren mij er nog altijd aan dat ik formeel geen Nederlander ben, hoezeer ik me intussen ook verbonden voel met de Nederlandse gewoontes en tradities. Nationale identiteit was én is nog steeds een bepalende factor in mijn leven.
Ik ben vooral geboeid door de vraag wanneer de Nederlandse identiteit is ontstaan en welke verschijningsvormen deze in de loop van de geschiedenis heeft gekend. Gaandeweg is mijn overtuiging gegroeid dat de napoleontische periode een cruciaal scharnierpunt vormt, omdat juist toen een immense behoefte ontstond de eigen identiteit te beschermen en te cultiveren. De Franse overheersing leidde tot de meest nationalistische, bombastische en vurige liefdesverklaringen aan het vaderland. ‘Bemint uw vaderland, vereert uw voorgeslacht!’ luidde toen het wanhopige credo van de dichters. Een bevlogen romanschrijver creëerde zelfs een modelpersonage, in wie alle eigenschappen van de ideale Nederlander waren samengebald. Wie zich in de Nederlandse identiteitsgeschiedenis verdiept, kan dus niet om Napoleon heen. Ook in dat opzicht heeft hij zich onsterfelijk gemaakt.

© 2013 Lotte Jensen, Elst en Uitgeverij Vantilt, Nijmegen
Auteursportret © Godelieve Krekelberg

Uitgeverij   VanTilt

pro-mbooks1 : athenaeum