30 januari verschijnt Hier kijken we naar, de nieuwe dichtbundel van Hannah van Wieringen. Op Athenaeum.nl alvast een voorproefje.
'niets geloven wij niets verbergen wij dan ook nietswij staan ons hier dood te dansen – of niet soms?zoals zij daar met de ogen al geslotenhet transparante meisje of droomt ze'
In Hier kijken we naar beschrijft Hannah van Wieringen het feest van een naadloze nacht in de stad, ze temt een zeepaardje, vat een telefoongesprek samen, gedenkt te sterven, is sceptisch over wat de taal vermag, bezingt toch het woord ‘alles’, alsook een dode eend en een doorkijkbloes. Ze reist af naar het maanwater en neemt afscheid van een jongen die je kunt vertrouwen.
Het geheim van leonard cohen leonard cohen is zeven als zijn vader sterft in de voorkamer ligt hij hij verdwijnt niet de stilte onder de deur van de werkkamer door wordt luider luider de lege jas in de gang licht helder op wat nodig is zijn wijnrode vlinderdasje hij tornt het open met een schaar hij schrijft een korte zin op wit papier hij schuift de opgevouwen zin naar binnen en begraaft het bij een struik dit lijkt te werken later in de week ziet hij zijn vader kleiner worden scheut voor scheut omgekeerd als ingegroeid de aarde in versneld daarna het dichtgroeien van de grond ik ben er ook sta in de pergola te kijken feiten te verzwijgen – noem het schrijven volg dichters die de blauwe vingers van mijn hals verjagen tast onwillekeurig naar mijn boord en in een cyclische herhaling begraaft leonard cohen de vlinderdas van zijn vader Wat liefde niet is liefde is niet weggaan zo simpel is het soms een leven lang ik heb dit van een jongen die je kunt vertrouwen soms is liefde meer dan blijven soms is liefde dit alleen in een kamer zitten aan alle mensen die weggaan denken naar je benen kijken en niet kwaad zijn op jezelf Panorama bar wij zijn clubkids sloeries allemaal zo manisch kussen we elkaar aan de muren opgeblazen foto’s van onze geslachtsdelen opengesperd voor de wereld te zien een machine tuft over ons een droomgordijn of jij met je zakje pillen tussen je tanden ik draag m’n kortste broekje en een mes in mijn laars omdat ik lange benen snelle vingers heb de luiken klappen nu en dan traag open wat is daar buiten storm of stilte zoals de ogen van deze avantgarde bezeten of zoals de jouwe vastberaden leeg niets geloven wij niets verbergen wij dan ook niets wij staan ons hier dood te dansen – of niet soms? zoals zij daar met de ogen al gesloten het transparante meisje of droomt ze
leonard cohen is zeven als zijn vader sterft in de voorkamer ligt hij hij verdwijnt niet de stilte onder de deur van de werkkamer door wordt luider luider de lege jas in de gang licht helder op
wat nodig is zijn wijnrode vlinderdasje hij tornt het open met een schaar hij schrijft een korte zin op wit papier hij schuift de opgevouwen zin naar binnen en begraaft het bij een struik
dit lijkt te werken later in de week ziet hij zijn vader kleiner worden scheut voor scheut omgekeerd als ingegroeid de aarde in versneld daarna het dichtgroeien van de grond
ik ben er ook sta in de pergola te kijken feiten te verzwijgen – noem het schrijven volg dichters die de blauwe vingers van mijn hals verjagen tast onwillekeurig naar mijn boord
en in een cyclische herhaling begraaft leonard cohen de vlinderdas van zijn vader
liefde is niet weggaan
zo simpel is het soms een leven lang
ik heb dit van een jongen die je kunt vertrouwen
soms is liefde meer dan blijven soms is liefde dit
alleen in een kamer zitten aan alle mensen die weggaan denken naar je benen kijken en niet kwaad zijn op jezelf
wij zijn clubkids sloeries allemaal zo manisch kussen we elkaar aan de muren opgeblazen foto’s van onze geslachtsdelen opengesperd voor de wereld te zien
een machine tuft over ons een droomgordijn of jij met je zakje pillen tussen je tanden ik draag m’n kortste broekje en een mes in mijn laars omdat ik lange benen snelle vingers heb
de luiken klappen nu en dan traag open wat is daar buiten storm of stilte zoals de ogen van deze avantgarde bezeten of zoals de jouwe vastberaden leeg
niets geloven wij niets verbergen wij dan ook niets wij staan ons hier dood te dansen – of niet soms? zoals zij daar met de ogen al gesloten het transparante meisje of droomt ze
© Hannah van Wieringen