Leesfragment: De kleine schepper

27 november 2015 , door Esther Wils
| | | | |

Rogi Wieg is beroemd als dichter maar zijn beeldend werk is nog volslagen onbekend. Zijn vrienden vonden het tijd daar verandering in te brengen; Wieg is ernstig ziek en het is onduidelijk hoe lang hij nog te leven heeft. In Arti et Amicitiae zijn van 30 januari t/m 1 februari voor het eerst een kleine veertig werken van hem te zien. Esther Wils stelde samen met onder anderen Maria Barnas, Noek Zwaan en Abys Kovacs De kleine schepper samen, de catalogus bij deze tentoonstelling, die op 30 januari zal worden gepresenteerd in Arti et Amicitiae. Wij publiceren voor uit Esther Wils' introductie bij de catalogus. 

Introductie van een beeldend kunstenaar

Voor Roog & Abys

Moeder

Doordeweekse dag in mijn hok op de uitgeverij. Bericht van de balie: er staat hier iemand die je wil spreken. Bij aankomst beneden blijkt het Rogi Wieg te zijn, die ik een paar dagen eerder heb ontmoet bij een Gids-feestje. Hij heeft een groot pak onder zijn arm. We gaan in de kolossale Spiegelzaal zitten, de pronkkamer van toen nog huize AAB, waar twee losse stoelen zijn achtergelaten na een boekpresentatie. Het pak blijkt twee schilderijen te bevatten, voor mij. Ik had me hier snel vanaf willen maken want ik ben aan het werk, maar dat is nu meteen onmogelijk; wie verzint zo'n introductie? Behalve de gift is het ook de spraakwaterval - slim, oorspronkelijk, geconcentreerd, listig - en misschien wel vooral dat oog, het ene dat groter wordt als Rogi vrolijk is of zichzelf grappig vindt, dat onwillekeurig meebeweegt en dus een betrouwbaarder aanwijzing dan alles wat-ie zegt, die me inpakken.

Op het schilderij dat me van de twee het beste beviel stond een moeder met kind in de buik: het kind ligt al ondersteboven, klaar voor de start maar nog omgeven door dat eerste huisje, net als de moeder omgeven is door allerlei kleurige banen en beschermende symbolen als kruisen en davidsterren, die mij persoonlijk niets zeggen maar die binnen dat beeld acceptabel worden. In Rogi's novelle De moederminnaar is het kind niet veilig bij zijn moeder: ze zet hem klem met haar constante redeneerlust en haar mooie, overaanwezige lichaam. Bij onze eerste afspraak buiten de deur sleepte Rogi me als een trofee mee naar de zijne. Ze had vijf minuten nodig om me weg te zetten als een ontaarde moeder: scheiden is slecht voor de kinderen, en een dwaas: wie zich door haar zoon op sleeptouw liet nemen moest wel onnozel zijn.

Wonderlijk hoe moeder & kind toch zo'n zacht en terugkerend paar zijn geworden in Rogi's beeldend werk, van huis uit heeft hij een heel andere erfenis meegekregen.

Trein

Op een paar reizen naar Hongarije na heeft Rogi zijn hele leven in Amsterdam gewoond, voor zover ik weet. Hij had er zwaar genoeg van en kwam graag mee naar Den Haag, waar ik toen woonde. De treinreis was geen sine cure; angst en onrust speelden op onderweg. Misschien vanwege een verre echo uit de Hongaars-joodse familiegeschiedenis, of de collectieve joodse geschiedenis die we langzamerhand allemaal in het bloed hebben. Op een van de tekeningen die Rogi aan mijn keukentafel maakte (op een enveloppe, met de kleurpotloden van mijn dochter) staat een lief dorpje omgeven door een trein - een sjtetl? Die dorpjes komen terug op andere tekeningen, soms met een begraafplaats erbij en wat menselijke silhouetjes. Vaak is er ook een trein - dezelfde die ook in Rogi's hoofd rondraast, allerlei zwarte gedachten meesleurend? Ik heb het beeld op mijn netvlies van Rogi die net in de trein terug naar Amsterdam is gestapt en achter het raam afscheid neemt, dapper maar met paniek in de ogen. Even tevoren had hij mij een van zijn vaste fantasieën verteld: hoe hij een meisje met haar hoofd tegen de trein slingert. Wiens gezicht zij had heb ik niet gevraagd, maar het was vast een bekende; als moeder heb je ook angstfantasieën hoe je kind voor je ogen wordt platgereden.

Boef

Met dit grote verschil: je bent niet de dader. Rogi heeft zich altijd afgevraagd of hij slecht was, en hoe slecht dan wel. Of die gewelddadige gedachten de zijne waren en of hij een moord zou kunnen plegen. Agressie en tederheid moeten wel kortsluiting maken in de geest van iemand die verliefd is op ieder meisje tot een jaar of tien dat hij op straat ziet lopen maar ze tegen wil en dank tegen de trein smijt. 'De kunst die ze op deathrow maken brengt duizenden dollars op, wist je dat?' vroeg hij me laatst grijnzend, toen we zijn eigen première als beeldend kunstenaar bespraken.

Het is een duivels dilemma: misdaad trekt. Een van Rogi's bronnen van trots is dat hij 'nooit gepakt' is ('ze konden niets bewijzen'), een andere zijn criminele connecties. In zijn novelle De overval wordt een mislukte inbraak potsierlijk beschreven, de schrijver had bescheiden eksterneigingen - maar dan wel bij wijze van 'herverdeling'; hij sleepte alleen naar zijn nest wat er wel af kon en gaf alles meteen weer weg.

Engel

Recht is, naast exacte wetenschap en medicijnen, het derde vakgebied waarin Rogi zich als autodidact en in de praktijk min of meer tot professioneel niveau bekwaamde. Behalve in schimmige zaken over al dan niet gepleegde misdaden heeft Rogi justitie ook uitgedaagd toen het om zijn echtscheiding ging, en zijn uitgever getergd met juridische dreigementen. Pakketten brieven zijn erdoor gegaan, en vele uren van doorzagen voor wie het maar horen wilde. Aan die luisterbereidheid kwam altijd een eind, ook bij mij - en al tamelijk snel, geduld is niet mijn sterke kant.

'Voor Abys ben ik veranderd,' zei Rogi toen ik hem na een paar jaar stilte weer ontmoette. Hij had begrepen dat hij om haar te houden zijn zelfbeheersing moest bewaren, zolang dat ging. Rogi had zich al vaker aan vrouwen verslingerd, aan helpsters en muzen als tijdelijke bakens in de onafzienbare, te doorgronden ruimtetijd die hij steeds voor ogen had. Abys Kovács moet de engel zijn geweest die hij zocht. Bij mij aan de keukentafel had hij er al een portret van gemaakt - weer op een enveloppe, een fijne, onpretentieuze drager voor wat zich van binnen naar buiten werkte (dat konden ook gedichten zijn). Het is tegelijk een zelfportret, denk ik; de engel heeft een wat geslagen lichaamshouding, en die lichtelijk mismaakte voeten maken haar imperfect, met een klein gebrek dat persoonlijkheid verleent. De gelatenheid waarmee zij de wereld aanschouwt is meer die van Abys, met haar vermogen tot het bitterste einde te waken.

Valreep

Als dichter is Rogi beroemd, als beeldend kunstenaar moet hij nog ontdekt worden. Dat is hoog tijd, want we zijn bang dat Rogi niet lang meer te leven heeft. Met Abys, Noek Zwaan en Maria Barnas heb ik het plan opgevat Rogi's beeldende werk in de openbaarheid te brengen en hem ook als vriend te portretteren. Daarvan is deze bescheiden catalogus de weerslag. Alle hier opgenomen schrijvers werkten belangeloos mee, net als ontwerper Felix Weigand, fotograaf Stephan Raaijmakers en uitgever Herman Keppy. Drukkerij Èpos Press, het Amsterdams Fonds voor de Kunst en Arti & Amicitiae, waar de tekeningen en schilderijen een weekend lang te zien zijn, steunden het project. De eventuele opbrengst komt ten goede aan Rogi, Abys en de bewaking van Rogi's nalatenschap - alle rechten berusten bij Abys.

pro-mbooks1 : athenaeum