Leesfragment: Het nulnummer

09 maart 2015 , door Umberto Eco
| | |

Wie aan Umberto Eco denkt, denkt aan de beste en spannendste historische romans die er de afgelopen dertig jaar zijn geschreven. Met Het nulnummer waagt Eco zich voor het eerst aan een roman die zich afspeelt in de recente geschiedenis. Wij brengen een leesfragment. ‘Het lot van een dagblad van tegenwoordig is dat het op een weekblad moet lijken. Wij berichten over wat er morgen zou kunnen gebeuren, met achtergrondartikelen, onderzoeksbijlagen, verrassende vergezichten… Ik geef een voorbeeld. Om vier uur ontploft er een bom, en de dag daarop weet iedereen dat al.’

Plaats van handeling is Milaan, 1992, twee jaar voor de eerste verkiezingsoverwinning van Silvio Berlusconi. Een groep journalisten is bezig voor een nieuwe krant een aantal nulnummers te schrijven waarin gebeurtenissen uit het nabije, roerige verleden van Italië worden gepresenteerd als 'nieuws' en van commentaar worden voorzien. In hun zoektocht naar onderwerpen komen ze met de meest onwaarschijnlijke - maar altijd mogelijke - verhalen op de proppen. Een van die verhalen betreft de Italiaanse dictator Benito Mussolini. Is hij aan het einde van de oorlog wel echt vermoord? Of is dat een leugen, en was hij wellicht de dieper liggende oorzaak van alle ellende in het naoorlogse Italië, zoals de moorden op politicus Aldo Moro en onderzoeksrechter Giovanni Falcone, de mysteries rond de vrijmetselaarsloge P2, de smeergeldschandalen, en wat dies meer zij? In alle rust bereidt de redactie de eerste nulnummers voor - totdat er een dode valt.
Umberto Eco schetst een indringend, bij vlagen buitengewoon geestig, maar vooral ontluisterend beeld van Italië en de Italiaanse journalistiek.

Het nulnummer is een spannende roman over een bittere en groteske episode, gebaseerd op ware gebeurtenissen, tegen de achtergrond van de opkomst van een van de meest megalomane politici van ons tijdsgewricht.

Umberto Eco (1932) is een van de grootste en succesvolste schrijvers van Europa. Vijfendertig jaar geleden werd hij beroemd met zijn historische roman De naam van de roos, waarna romans volgden als De slinger van Foucault, Het eiland van de vorige dagBaudolino en De mysterieuze vlam van koningin Loana. Met zijn wereldwijd lovend ontvangen roman De begraafplaats van Praag betoverde hij opnieuw miljoenen lezers. Het nulnummer is zijn eerste roman die de recente geschiedenis tot onderwerp heeft.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit De begraafplaats van Praag (lees het fragment op Athenaeum.nl!), en bespraken we De begraafplaats en De geschiedenis van imaginaire landen en plaatsen.

 

III Dinsdag 7 april

[...]

Nadat iedereen zich had voorgesteld zette Simei de opzet van de krant uiteen.
‘We gaan dus een krant maken. Waarom Morgen? Omdat traditionele kanten altijd het nieuws van de avond tevoren brachten, en helaas nog steeds brengen, en dat is dan ook de reden dat ze Corriere della Sera, Evening Standard of Le Soir heten. Tegenwoordig hebben we het nieuws van de vorige dag al gezien op het achtuurjournaal, en dus staan er altijd dingen in de krant die je al weet, en daarom worden er steeds minder van verkocht. In de Morgen zal dat nieuws, dat inmiddels al over de datum is, natuurlijk wel kort worden aangestipt en samengevat, maar daarvoor volstaat één kolommetje dat je zo hebt gelezen.’
‘En wat moet er dan wél in de krant komen?’ vroeg Cambria.
‘Het lot van een dagblad van tegenwoordig is dat het op een weekblad moet lijken. Wij berichten over wat er morgen zou kunnen gebeuren, met achtergrondartikelen, onderzoeksbijlagen, verrassende vergezichten… Ik geef een voorbeeld. Om vier uur ontploft er een bom, en de dag daarop weet iedereen dat al. Dus moeten wij tussen vier uur en middernacht, voordat we ter perse gaan, zien uit te vinden wie er iets nieuws te melden heeft over de mogelijke verantwoordelijken, iets wat zelfs de politie nog niet weet, en moeten we een scenario schetsen van hetgeen er door toedoen van die aanslag in de weken daarna zal voorvallen…’
Braggadocio: ‘Maar om een dergelijk onderzoek binnen acht uur op te tuigen heb je een redactie nodig die minstens tien keer zo groot is als de onze, plus een waanzinnige hoop contacten, informanten of weet ik het…’
‘Precies, en als de krant daadwerkelijk gaat verschijnen zal dat ook het geval moeten zijn. Maar het komend jaar hoeven we alleen maar te bewijzen dat het mogelijk is. En het is mogelijk omdat een nulnummer elke willekeurige datum kan hebben en heel goed als voorbeeld kan dienen van hoe de krant er maanden geleden uit had kunnen zien, bijvoorbeeld toen ze die bom lieten ontploffen. We weten al wat er daarna zal gebeuren, maar schrijven erover alsof de lezer dat nog niet weet. En zo zullen al onze onthullingen iets opzien - barends krijgen, iets verrassends, iets orakelachtigs, zou ik bijna willen zeggen. Oftewel, we moeten tegen de opdrachtgever zeggen: zo zou de Morgen eruit hebben gezien als die gisteren was uitgekomen. Duidelijk? En desgewenst zouden we, ook als niemand ooit een bom had gegooid, heel goed een nummer kunnen maken alsof dat wel zo was.’
‘Of zelf een bom gooien als ons dat van pas komt,’ grinnikte Braggadocio.
‘Geen onzin alstublieft,’ berispte Simei hem. En daarna, alsof hij zich bedacht: ‘Maar als u dat werkelijk zou overwegen, dan wil ik er niets van weten.’

 

© Umberto Eco
Vertaling © Uitgeverij Prometheus en Yond Boeke en Patty Krone

pro-mbooks1 : athenaeum