De docent aan het woord: Daniël Mügge

20 juli 2013
| | | |

Athenaeum Boekhandel verkoopt de studieboeken voor verschillende studies aan de HvA en UvA. Een van die studies is Politicologie, en politiek econoom Daniel Mügge doceert daar diverse vakken. Wij vroegen hem naar zijn vakgebied, de vakken die hij geeft - naast Politieke economie ook Financial Governance in a Social Science Perspective en Toekomst van de internationale politieke orde. En uiteraard zijn favoriete boeken in het vakgebied: van primers tot thrillers, van geschiedenissen tot doemscenario's.

‘Vroeger werden politieke en economische verhoudingen doorgaans gezien als twee keerzijden van dezelfde medaille. Met terugwerkende kracht is het apart hoezeer die van elkaar losgezongen zijn – in de wetenschappelijke benadering, maar ook in het publieke debat. Het politieke katern van een krant staat vol met ‘economisch’ nieuws, en het is moeilijk in het economiekatern een artikel te vinden waarin de politiek direct of indirect niet een grote rol speelt. In mijn werk probeer ik dit weer aan elkaar te knopen: ik kan politiek niet bestuderen zonder economie en economie niet zonder politiek. Maatschappelijke groepen die de dienst uitmaken in de politiek, proberen de economie op zo’n manier in te richten dat zij er baat bij hebben.'

In de hoorcollegereeks Politieke economie wordt deze kern van wat wij doen, behandeld. Ik kies ervoor om dat met een historische benadering te doen. Daarbij gebruik ik twee invalshoeken; enerzijds de ideeëngeschiedenis – de geschiedenis van het politiek-economische denken – en anderzijds economische geschiedenis. Mondiaal gezien was die laatste was de afgelopen eeuwen gecentreerd rondom het ‘Westen’, bijvoorbeeld door kolonialisme of asymmetrische handelsverhoudingen sinds het koloniale tijdperk. Aan de basis van de ideeëngeschiedenis staat Adam Smith; hij was de eerste die stelselmatig en systematisch probeerde wat wij vandaag een economisch systeem noemen, te ordenen. Tegelijkertijd had hij oog voor detail: hij keek ook naar de sociale dynamiek tussen klassen, de organisatie van productie etcetera.

Voor politiek economen is zijn The Wealth of Nations het belangrijkste werk: het is een pleidooi voor vrije handel, er zit een relevante klassentheorie in, en het is dus een goed beginpunt. Met dat werk past Smith ook in de tweede invalshoek: die van de geschiedenis van het Westers kapitalisme. Het behandelt de opkomst daarvan, in de vorm van de industriële revolutie, en de consequenties daarvan voor het individu.

Een kleurrijke geschiedenis

De historische ontwikkeling van het Westers kapitalisme wordt goed geduid in Herman Schwartz’ States versus Markets, een van de verplichte werken voor het vak Politieke economie. Het is een historische uiteenzetting over het ontstaan van de hedendaagse mondiale politieke economie. In het boek analyseert Schwartz de verschillende vormen van dominantie van de economische orde vanaf de veertiende eeuw. Het resultaat is een prettig weglezende, kleurrijke geschiedenis. Schwartz’ werk is absoluut geen droge verhandeling over economie, waarin formules elkaar opvolgen, maar brengt die geschiedenis tot leven – met grote armada’s, oorlog, de strijd tussen verschillende klassen en ideologieën – zonder daarbij analytische diepte in te boeten.

Het resultaat van al deze strijd is het modern kapitalisme. Dat is niet één systeem of één raderwerk: er is sprake van een grote diversiteit binnen verschillende perioden, landen en regio’s. De interessantste vraag is niet wat ‘het kapitalisme’ zou moeten vervangen. Er zijn weliswaar nare economische systemen en uitwassen, maar net zo goed kan kapitalisme redelijk goed werken en veel mensen e goed bij laten varen. Ik ben dan ook niet zo zeer bezig om voor anderen te schetsen welke kant het zou moeten opgaan met economie een maatschappij. Wat ik doe in mijn onderwijs is samen met studenten de belangrijkste knelpunten in een stelsel identificeren en op basis daarvan voorkeuren en oplossingen formuleren.

Economie en cultuur

De politieke economie heeft veel belangstelling voor de sociale context van economische groei en het kapitalisme – de consequenties voor de tastbare leefomgeving. We kijken dus niet enkel naar de grotere staatkundige en economische processen, maar ook naar de sociologische en psychologische kanten daarvan.

Een voorbeeld van een werk dat de politieke economie in sociologisch perspectief behandelt, is Richard Senetts De cultuur van het nieuwe kapitalisme. Dit boek onderzoekt de ontwikkelingen in de arbeidsverhoudingen van de afgelopen twintig jaar: het kijkt naar de moderne werkwereld en hoe arbeidsprocessen daarin steeds meer worden onderverdeeld en geherstructureerd. De cultuur van het nieuwe kapitalisme is een dun boek – dat lekker leest – en dat een actuele en kritische kijk biedt op ‘het nieuwe werken’. Ook al romantiseert Sennett het verleden soms iets te veel, toch staat het werk dicht op de moderne leefervaring, en maakt het succesvol de vertaalslag van macro-economie naar microniveau.

Crisis

Mijn eigen expertise ligt bij financiële markten, en de afgelopen jaren heb ik me voornamelijk beziggehouden met de crisis. Een van de beste boeken over die crisis, dat de verschillende facetten op een zinvolle manier goed bij elkaar brengt, is William K. Tabbs The Restructuring of Capitalism in Our Time. Het handelt met name over Amerika, maar dat is niet per se problematisch: de crisis heeft zich immers ontvouwd in een mondiale economische orde die decennia lang door de VS gedomineerd is. Tabb is vrij pessimistisch, maar ik kan me wel vinden in Tabbs interpretatie van de crisis: voor mij is vrij evident dat er nog een crisis gaat komen. Wat nu als oplossing verkocht wordt, is slechts symptoombestrijding: socio-economische verhoudingen zijn nog steeds gekenmerkt door fundamentele onevenwichtigheden.

Een minder academisch, haast thriller-achtig werk dat ik geïnteresseerden in de crisis absoluut zou aanraden, is Frank Portnoys Infectuous Greed. Het volgt, twintig jaar lang, de ontwikkelingen op Wall Street, en met name de praktijken die daar zijn uitgevonden. Op een sappige manier wordt de geschiedenis als een verhaal verteld. Het is jammer dat het werk in 2003 al uitkwam: Portnoy constateerde hoe rot het systeem was, maar de urgentie van deze constateringen ontbrak. Maar zeker nu de omvang van de economische crisis duidelijk is geworden, is dit werk écht een onthutsende, fictioneel aandoende eye-opener voor mensen met enige affiniteit met financiële markten.

Wakker schudden

In het vak Toekomst van de internationale politieke orde onderzoeken we issues waarvan we denken dat ze een grote rol gaan spelen in de vorming van de mondiale politiek-economische orde in de 21e eeuw: klimaatverandering, demografische verandering, energievoorziening en ‘land grabbing’ (rijke mogendheden die grond opkopen in arme landen). Zonder er definitieve conclusies aan te verbinden, is het voor mijn studenten interessant en nuttig om vertrouwd te raken met ‘grote issues’ die het kader zullen bieden voor politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de komende decennia.

Eén van de werken die in dit kader interessant zijn, is Gwynne Dyers Climate Wars. Dyer onderzoekt daarin de politieke en socio-economische consequenties van klimaatverandering aan de hand van bronnen van onder andere de CIA. Het gaat niet enkel om klimaatverandering als temperatuurstijging, maar om de veranderende beschikbaarheid van water en voedsel, en de gevolgen daarvan voor de internationale verhoudingen. En ook al zijn sommige scenario’s die hier geschetst worden wel erg extreem, het is toch een erg sterk boek als ‘wakkerschudder’ voor het soort conflicten dat ons in de toekomst te wachten staat.

Ten slotte: mijn favoriete primer (introductie tot het vak) voor geïnteresseerden in de politieke economie is Tony Cleavers Understanding the World Economy. Dit boek biedt kennis van de economie, zonder dat het een economieboek in traditionele zin is. De abstracte modellen van de economie hebben vaak amper relevantie en betekenis om te begrijpen wat er nu werkelijk gebeurt in de wereld. Er is bijvoorbeeld nagenoeg geen enkel economische sector die niet in handen is van een handvol bedrijven – wat heb je dan aan theorieën over perfecte competitie? Als je onze economie vandaag de dag wil begrijpen, moet je niet begrijpen hoe ‘De Markt’ werkt, maar hoe de echte politieke economie om ons heen in elkaar zit – en Cleaver legt dat leesbaar, toegankelijk uit, als ‘de wereldeconomie in een notendop’.’

pro-mbooks1 : athenaeum