De docent aan het woord: Erella Grassiani

13 augustus 2013
| | | |

Athenaeum Boekhandel verkoopt de studieboeken voor verschillende studies aan de HvA en UvA. Een van die studies is Antropologie en een van de docenten bij die studie is dr. Erella Grassiani. We schreven met haar over haar interesse in militarisering, de vakken die geeft en antropologische klassiekers.

Militarisering en de samenleving

‘Mijn interesses liggen bij het leger en militaire cultuur. Mijn promotieonderzoek ging over Israëlische soldaten in de Palestijnse bezette gebieden. Ik ben altijd erg geïnteresseerd geweest in militarisering en hoe dit effect heeft op de samenleving. Vooral in Israël is dat heel relevant. Hieraan gerelateerd is de studie naar ‘daders’ in plaats van naar slachtoffers of gemarginaliseerden, zoals vaak binnen de antropologie gebeurt. Recentelijk ben ik een stapje verder gegaan en kijk ik ook naar ‘security’ en vooral in de context van Israël. Dit staat in direct verband met het leger, want veel voormalig gevechtssoldaten beginnen na hun dienst in de beveiligings industrie. Ik geef over deze thema’s natuurlijk ook graag les, en ik heb deze samengebracht in een vak over conflict en geweld vanuit een antropologisch uitgangspunt.

Ik geef ook al jaren les in de kwalitatieve methodologie. Hoewel dit thema vaak saai lijkt voor studenten, probeer ik ze te laten zien dat het hier binnen de antropologie echt over gaat: het zelf onderzoek doen, het kijken naar de ‘puzzels’ die we om ons heen kunnen waarnemen en hier meer van willen weten. Door middel van observaties en interviews gaan de studenten dan zelf aan de slag.  

Een nieuwe kijk op conflicten

In het vak Anthropology of Conflict and Violence wil ik een andere benadering laten zien als we kijken naar conflict en geweld. Vaak, binnen andere disciplines, wordt er gekeken naar conflict vanuit een abstract niveau, vanuit politici, beleidsmakers etcetera. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over hoe een conflict tot stand komt, welke groeperingen er deel van uit maken en hoe vredesbesprekingen tot stand komen. In mijn vak doen we dat niet, want deze aanpak laat heel weinig zien over het dagelijkse leven van mensen die leven binnen een conflict. Hoe ervaren zij dit? Wat betekent het nou echt om in een land te leven waar geweld iets dagelijks is? Wat betekent geweld voor mensen zelf? Wat betekent het voor de mensen zelf als er – volgens de politici  – ‘vrede’ is? Vaak gaat het geweld namelijk nog steeds door, terwijl de wereld er vanuit gaat dat er nu rust en vrede heerst in een regio.

In het vak kijk ik met de studenten naar dit soort vragen, naar de meerwaarde van antropologie als we meer willen weten van conflicten in de wereld. Een boek dat ik daar bij gebruik en dat ik van harte aanraad is Shadows of War: Violence, Power, and International Profiteering in the Twenty-First Century van Carolyn Nordstrom. Zij  laat heel mooi zien dat categorieën van ‘dader’ en ‘slachtoffers’ heel erg problematisch zijn, en dat conflict voor veel mensen heel voordelig is, door bijvoorbeeld winstgevende smokkelpraktijken die mogelijk worden door het conflict. Op deze manier zet Nordstrom de ideeën die veel mensen hebben over conflict op zijn kop.

Macht en identiteit

White Nation: Fantasies of White Supremacy in a Multicultural Society, het boek van Ghassan Hage dat we gebruiken voor het vak Macht en identiteit, is een echte eye-opener, die ervoor zorgt dat je na gaat denken over je eigen gedrag tegenover de ‘ander’ of de migrant in je eigen omgeving. Hage betoogt in zijn boek, dat over Australië gaat, dat er een idee heerst over twee verschillende soorten ‘blanken’ : de slechte, racistische blanken die anti-migranten zijn, en de goede blanken die voor multi-culturaliteit zijn. Het interessante van Hage is dat hij vervolgens betoogt dat deze tweedeling fictief is. Want diegene die zogenaamd voor migratie zijn en in multiculti eettentjes eten, maken gebruik van hetzelfde soort vertoog als de eerste groep, de ‘slechten’. Dit vertoog bestaat uit het praten over de ander vanuit een positie waaruit een machtpositie blijkt. De migrant is en blijft altijd een ‘ander’ die getolereerd wordt, maar wel altijd op een manier dat de ‘echte Australiër’ dit wil. Het onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’ blijft altijd bestaan. De ander wordt nooit een deel van de witte Australische gemeenschap. Dus hoewel deze blanken niet openlijk racistisch zijn, zijn ze dat volgens Hage wel degelijk op een veel subtielere manier.

In het vak Macht en Identiteit praten we over verschillende soorten van macht, over de manier waarop we macht terugzien in de maatschappij, en de verhouding tussen macht en identiteit. De vragen ‘wie zijn wij?’ en ‘hoe zien we de ander?’, hebben altijd te maken met machtsrelaties en het boek van Hage past daarom heel mooi binnen deze thematiek.

De klassieken

Het is natuurlijk heel moeilijk om één werk aan te wijzen dat in historisch perspectief beeldbepalend is geweest voor de antropologie, en dat daardoor nog steeds een must-read is voor antropologen in spé. Ik kies dan toch voor Brownislaw Malinowski’s Argonauts of the Western Pacific. Weliswaar is dit werk zeer gedateerd, maar met dit onderzoek naar de Trobriand-eilanden heeft Malinowski het antropologische veldwerk op de kaart gezet. Dat maakt het, ook nu, nog steeds lezenswaardig.

En de beste introductie tot de hedendaagse antropologie vormt,w at mij betreft, Thomas Hylland Eriksen’s Small Places, Large Issues. Hylland Erikson geeft in dit boek goed weer welke vragen we stellen binnen de antropologie en hoe we naar onze sociale wereld kijken. Daarmee is het, ook voor geïnteresseerden uit andere vakgebieden zoals de geschiedenis en de sociologie, een uitstekend werk om mee te beginnen.

pro-mbooks1 : athenaeum