De eerste zin van Dezsö Kosztolányi, De gouden vlieger, vertaald door Mari Alföldy
04 november 2013Op het gymnasium in het fictieve Hongaarse provinciestadje Sárszeg is weduwnaar Antal Novák al twintig jaar leraar wis- en natuurkunde. Hij is iemand die contact zoekt met de leerlingen en niet alleen maar streng wil zijn. Met zijn sobere levenshouding en vooruitstrevende principes wordt hij door de leerlingen gezien als een grappig figuur, maar hun kattenkwaad blijft altijd binnen de perken. Totdat kruidenierszoon Vili Liszner zakt voor zijn eindexamen en zint op wraak. Thuis heeft Antal Novák het niet makkelijk met zijn zeventienjarige dochter Hilda, die doet waar ze zin in heeft en vooral met jongens bezig is. Als Hilda van huis wegloopt en Vili zijn wraakplan uitvoert, begint de leraar te twijfelen aan alles waarvoor hij heeft gestaan en raakt in een diepe crisis.
De gouden vlieger is een subtiele psychologische en met veel inlevingsvermogen geschreven roman waarin de grote Hongaarse schrijver Dezsö Kosztolányi een magistraal portret schetst van een man die verkeerd wordt begrepen. Na de meesterwerken De Kornél Esti-verhalen, Anna en Leeuwerik is dit de laatste nog onvertaalde roman van de 'meester van Márai'. Wij vroegen de vertaalster Mari Alföldy om een toelichting bij haar werk en de roman.
A pisztoly eldördült.
Het pistool ging met een knal af.
Eigenlijk, als je dat in het Nederlands zou kunnen zeggen: 'Het pistool knalde af.' In het Hongaars kan men vrij creatief opereren met werkwoorden en dit werkwoord deelt dus het feit van het afgaan mee maar bevat tegelijkertijd ook het geluid waarmee dat gepaard gaat. Het is typisch een werkwoord dat bij een pistool hoort, zozeer dat dit in feite een nogal stereotype zin is, die je eerder aan het begin van een pulproman zou verwachten dan in een roman van een van Hongarijes klassieke schrijvers. Zo'n zin kondigt drama aan, een duel, moord, zelfmoord. Maar uit de volgende zin blijkt meteen dat de lezer op het verkeerde been is gezet:
De jongen die achter de renner bij de kalklijn zat, hield de loop naar de hemel gericht en staarde naar het rookwolkje dat niet meteen oploste in de ochtendlucht.
We zijn getuige van een hardloopwedstrijd.
Startpistool
Maar dit grapje staat hier niet zomaar. Nu is alles nog pais en vree en bereiden de schooljongens zich in de voorjaarszon in het stadspark voor op een sporttoernooi. Maar tweehonderd pagina's verderop zal er een ander pistool afgaan dat wel een dodelijk schot lost. Dat schot heeft alles te maken met het conflict tussen de renner die hier de sprint inzet en de hoofdpersoon, zijn leraar op het plaatselijke gymnasium in een provinciestadje in het negentiende-eeuwse Hongarije. Ik vind het dan ook een onvergeeflijke fout om deze dubbelzinnigheid weg te werken en pistool met startpistool te vertalen, zoals in de Duitse vertaling is gebeurd: 'Der Startschuß fiel.'
Draak of vlieger
Ook de titel levert overigens een interessant vertaalprobleem op. De Hongaarse titel is Aranysárkány, arany (spreek uit: árranj), goud(en), sárkány (spreek uit: sjáárkaanj), draak of vlieger. De titel verwijst naar de gouden vlieger in de vorm van een draak die de scholieren van het gymnasium aan het begin van de roman oplaten en die uiteraard een symbolische betekenis krijgt. Net zoals het Duitse Drachen betekent sárkány dus zowel draak als vlieger. In de tekst kun je met een beetje moeite oplossingen vinden die het probleem omzeilen - de vlieger is immers een draak en de draak is een vlieger - maar in de titel moet je kiezen. Zelf had ik een voorkeur voor De gouden draak omdat het woord draak veel vatbaarder is voor symboliek dan het woord vlieger, dat nogal concreet is, maar de uitgever vond dat De gouden draak te veel klonk als de titel van een fantasyroman, en daar zit natuurlijk best wat in. En al vragen lezers me regelmatig waarom ik voor een bepaalde titel gekozen heb, het is de uitgever die over de titel beslist.
Mari Alföldy studeerde Klassieke Talen en Hongaars. Sinds 1998 werkt zij voornamelijk als literair vertaler. Ze vertaalde romans van onder anderen Sándor Márai, Imre Kertész, György Konrád, Géza Ottlik en Dezso Kosztolányi.