De eerste zin van Mathias Énards Boevenstraat, Rue des Voleurs, vertaald door Katrien Vandenberghe

01 januari 2014
| | | |

Boevenstraat (oorspronkelijke titel: Rue des Voleurs) is het relaas van Lakhdar, een Marokkaan uit Tanger die veel Franse detectives leest en na een conflict met zijn vader van huis wegloopt. Het verhaal van zijn bewogen dooltocht, tegen de achtergrond van de Arabische lente en een Europa in crisis, draait om identiteit, dood, opstand, boeken en vriendschap. Het bevat ijzersterke scènes en wordt met verve en veel oog voor detail verteld. Katrien Vandenberghe licht niet alleen haar vertaling van de eerste zin, maar ook die van de titel van het eerste deel toe.

Nauw en eng

Alvorens in te gaan op de eerste zin, een woordje over het eerste woord. Als we het boekmotto (een citaat uit Joseph Conrads Heart of Darkness) buiten beschouwing laten, is dat de titel van het eerste deel, 'Détroits'. 'Détroit' slaat gezien het vervolg duidelijk op de Straat van Gibraltar, 'le Détroit de Gibraltar', in het boek altijd kortweg 'le Détroit' genoemd. Maar het woord wordt in deze titelkop in het meervoud gebruikt, dus gaat het ook (en vooral) om de figuurlijke, meer literaire betekenis. Die staat niet in de Frans-Nederlandse Van Dale, wel in de Grand Robert en Le trésor de la langue française, en duidt op een moeilijke overgang, een kritiek moment in een bestaan. Ik heb zeer serieus de vertaling 'nauw' in overweging genomen. 'Nauw' kan zee-engte betekenen (het Nauw van Calais/'Kales' is de Straat van Dover), terwijl je ook 'in het nauw kunt zitten' (en in Vlaanderen zelfs 'in nauwe schoentjes' - 'être dans ses petits souliers', jawel). Ook 'engte' dekt diezelfde dubbele lading. Beide woorden vormen in principe prachtige equivalenten voor 'détroits'.

Spreektalig

Maar het vertalen luistert nauw, zo nauw dat je ook breed moet kijken. Het Nauw van Gibraltar haalt 10 googlehits; de Engte van Gibraltar 58, waarvan een aantal identieke; de Straat van Gibraltar 143.000. De verouderde uitdrukking 'in de engte gebracht zijn' ben ik trouwens nog nooit tegengekomen. Ik zag Lakhdar en zijn vriend Bassam in Tanger op hun klif bezwaarlijk om de haverklap 'naar het nauw' of 'naar de engte' staren, met in de verte het onbereikbare Zuid-Spanje, zeker in een boek waarin de stijl vaak op het spreektalige af is. Dus nam ik het wat minder nauw met de tweede betekenis van 'détroits' en koos ik voor 'De straat', dankbaar profiterend van het feit dat Lakhdar in dit deel op straat komt te staan en vaak over straat zwerft. Die keuze zorgde ook voor een goed uitvallende titelsuite: DE STRAAT, BARZAKH, BOEVENSTRAAT.

Hondsmoeilijk

Dan de eerste zin, en het stukje proefvertaling voor mijn werkbeursaanvraag:

Les hommes sont des chiens, ils se frottent les uns aux autres dans la misère, ils se roulent dans la crasse sans pouvoir en sortir, se lèchent le poil et le sexe à longueur de journée, allongés dans la poussière prêts à tout pour le bout de barbaque ou l'os pourri qu'on voudra bien leur lancer, et moi tout comme eux, je suis un être humain, donc un détritus vicieux esclave de ses instincts, un chien, un chien qui mord quand il a peur et cherche les caresses.
Mensen zijn honden, ze schurken zich in de misère tegen elkaar aan, ze rollen in het vuil zonder eruit weg te kunnen, liggen hele dagen hun vacht en hun geslachtsdeel te likken, languit in het stof, tot alles bereid voor het bedorven bot of het brok slecht vlees dat iemand ze in een goeie bui misschien zal toegooien, en ik ben net als zij een mens, een goor stuk vuil dus, slaaf van zijn instincten, een hond, een hond die bijt als hij bang is, die geaaid wil worden.

Grrr. Hondsmoeilijke zin, zoals de rest van de pagina. Voortjagend en toch snauwend. Nijdig van zich afbijtend met rauwe, bitse klanken en een onopgesmukte woordkeus. Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. De lezer moet bij de lurven worden gepakt zonder zich gebeten te voelen, want het is het begin van het boek (dat heb je met een eerste zin). Het beeld moet iets ruigs en vervaarlijks hebben - honden en vooral zwerfhonden vormen in het Franse boek een belangrijk, sterk leitmotiv. Even kijken. Voorzichtig. Toegegooide botjes waarmee het beest koest wordt gehouden:

  • Ritme (vitaal hier!), de brokken zin met vaart wegslingeren, zeker geen dreun, dat loopt niet goed af.
  • Woordkeus: de verre associatie met schurken misstaat niet.
  • Radius breed genoeg houden: het zijn vervaarlijke honden maar tegelijk mensen, dus 'misère', 'vuil waar ze niet uit wegkunnen'.
  • Klanken: uitkijken voor ongewenst rijmpje vacht-geslacht, oppassen voor te veel b's of te weinig alliteratie, geen signalen missen want een ongeluk is zo gebeurd.
  • Register: 'barbaque' is informeel - lukt dat zonder forceren? Nee? 'Brok' dan maar.
  • Betekenislagen en -vallen: 'vicieux', dat veelal 'verdorven, moreel slecht' betekent, is hier vanwege de context veeleer 'pervers', 'geil' - vandaar, om fatsoenlijk te kunnen combineren met 'stuk vuil': 'goor'.
  • Het hardnekkigst en verradelijkst blijft de frase 'qu'on voudra bien leur lancer'. Letterlijk is dat 'dat iemand zo goed wil zijn hun toe te gooien'. Het Frans kan complexere syntactische constructies bouwen waar je toch met groot gemak door- en overheen leest. Het Nederlands niet. Na veel wikken en wegen opteer ik voor een contextuele oplossing, waarin ook de kwijlende blik en de kwispelende staart van die hongerige honden in beeld komt (want 'qu'on voudra bien leur lancer' drukt in deze zin op onnavolgbare wijze een soort doel uit vanuit het standpunt van die honden, 'vooruit, gooi het dan toch, komt er nog wat van') en waarbij ik, als schrale compensatie voor 'barbaque', 'goeie' in plaats van 'goede' schrijf.

Braaf, braaf.

Minderwaardig vlees

Anderhalve maand later durf ik weer in de buurt komen. Ik stel vast dat ik de komma, die tussen 'poussière' en 'prêts' ontbrak, ten teken dat de honden je elk moment kunnen aanvliegen, in het Nederlands onbewust heb toegevoegd, waarschijnlijk omdat ik er niet gerust op was. Ik waag het niet hem weer weg te halen. Het 'brok slecht vlees' daarentegen weet ik met veel kunst- en vliegwerk aan de vlijmscherpe hoektanden te ontrukken. Te veel b's, ritmisch niet ideaal, 'slecht' vlees doet misschien te veel aan 'rot' vlees denken terwijl het om de minderwaardige kwaliteit gaat.

Tot vlak tegen de leverdatum aan blijft 'qu'on voudra bien leur lancer'/ 'dat iemand ze in een goede bui misschien zal toegooien' in mijn been bijten, zoals dat in een plaatselijk Vlaams dialect heet. Ik vind 'iemand' niet mooi, al helemaal niet op de vijfde regel van een boek ('Hoezo iemand, wie dan?'), ritmisch bekt het niet 100% lekker, 'in een goeie bui' lijkt me nu oververtaald, te jolig, te veel jeugdboekentaal (ik heb niets tegen jeugdboeken maar dit is geen jeugdboek). Een paar Franstalige vraagbakens verzekeren me nogmaals dat er iets van 'par pitié' inzit ('toe, alsjeblieft!'), en dat het tegelijk ook een heel gewone, licht wegende beleefdheidsformule is ('si vous voulez bien fermer la porte'). Na rijp spoedberaad ga ik voor 'of het bedenkelijk stuk vlees dat ze alstublieft zo graag toegegooid willen krijgen'.

Oef, dat was op het nippertje. Juist op de deadline schurkt de Nederlandse zin tegen de Franse zin aan. Ik laat ze hun gang gaan.

Dromen met een reukje eraan

En in mijn nachtmerries? In mijn nachtmerries - woeste dromen komen in het boek ook voor - vraag ik me af of ik die honden niet 'door de smerigheid' zou laten rollen, of ik dat 'brok slecht vlees' toch niet beter wijselijk bij de honden had kunnen laten ('slecht' vlees is vooral in het Gallicistische Vlaanderen rottend; noordelijker niet meer, daar zit aan dit gebruik juist een reukje, ik bedoel een luchtje), of ze dus niet liever een ranzig bot en een brok slecht vlees te vreten zouden willen hebben, of 'geil' misschien toch niet beter was dan 'goor', of nee, 'stuk vullis' in plaats van 'stuk vuil', en of 'uit is op een aai' een bruikbaar zinseind zou zijn - spreektaliger en scherper van klank. Grrr.

Katrien Vandenberghe komt uit België en vertaalt romans en korte verhalen vanuit het Frans, al dan niet in samenwerkingsverband. Een recentelijke vertaling van haar hand, samen met Katelijne de Vuyst, is Limonov van Emmanuel Carrère (Winnaar Europese Literatuurprijs 2013).

De eerste zin van Mathias Énards Boevenstraat, Rue des Voleurs, vertaald door Katrien Vandenberghe

Delen op

€ 14,20
€ 20,25
pro-mbooks1 : athenaeum