De tien boeken van Niña Weijers (De consequenties)

08 juli 2014
| | | | | | | | | | | |

Niña Weijers schreef met haar romandebuut De consequenties een van onze zomerboeken, maar ze is ook, en wellicht juist, lezer. Wat zijn haar tien favoriete boeken? Een ongrijpbare roman, boeken tussen roman en essay in, de dagboeken van een denker: Don Delillo, Susan Sontag, Tom McCarthy, Charlotte Mutsaers, Frans Kellendonk, Flannery O'Connor, Cees Nooteboom, Michel Houellebecq, James Joyce, Valeria Luiselli.

N.B. Lees ook fragmenten uit De consequenties en Weijers' tweede roman Kamers antikamers, en Maarten Asscher over De consequenties en Bob Kappen en Daan Stoffelsen over Kamers antikamers.

Don DeLillo, Falling man

Eigenlijk is White Noise mijn lievelings-DeLillo, en een van mijn lievelingsboeken überhaupt, maar goed, laat ik eens een andere van hem voor het voetlicht brengen. Falling man speelt zich af in de dagen, en jaren, na 9/11. Minitieus beschrijft DeLillo hoe een van de protagonisten ontsnapt uit de brandende Twin Tower. De lucht is grijs van de as, overal rennende, vallende, schreeuwende mensen: ‘This was the world now.’ Het trauma zal uiteindelijk zijn leven, en dat van de mensen om hem heen, ontwrichten.

Ik heb een grote bewondering voor DeLillo’s stijl, die heel eigen invulling van de stream of consciousness, zijn dialogen, zijn mensenkennis en, niet onbelangrijk, zijn gevoel voor humor. Gestaag werk ik me door zijn hele oeuvre heen. Niet ieder boek is even geslaagd, en juist dat maakt zijn werk zo onbevreesd, en onovertroffen.

Susan Sontag, Reborn

Het is misschien lullig om van zo’n groot denker als Sontag uitgerekend haar dagboeken als favoriet te kiezen – dagboeken die eigenlijk niet eens voor publicatie bestemd waren. Maar ze zijn zo bijzonder, en ze geven zoveel inzicht in deze onmogelijk intelligente en ernstige vrouw dat ze voor mij niet onder doen voor haar ‘eigenlijke’ werk. Compulsieve lijstjes met gelezen en nog te lezen boeken worden afgewisseld met wanhoopskreten over haar verstikkende huwelijk, en de hopeloze affaires die erop volgen – qua seks en liefde was Sontag een behoorlijke ramp.
‘She was as uncomfortable with her body as she was serene about her mind,’ concludeert haar zoon in zijn begeleidend schrijven, en precies dat maakt haar dagboeken zo fascinerend.

Tom McCarthy, Remainder

Een man wordt geraakt door een mysterieus object dat uit de lucht komt vallen, moet daarvan maanden herstellen en krijgt 8,5 miljoen pond om er verder zijn mond over te houden. Dit zijn de eerste drie pagina’s. De rest van de roman wordt geheel gewijd aan de bizarre reconstructies die de (naamloze) hoofdpersoon maakt van herinneringen die misschien wel, of misschien ook niet, de zijne zijn. Hij koopt hiertoe hele gebouwen op, huurt acteurs in die de hele dag dezelfde handelingen moeten herhalen, ensceneert uiteindelijk zelfs een bankoverval. Daarnaast is hij geobsedeerd door een koffieketen met een stempelkaart voor een gratis koffie. Hoe dan ook: Remainder is een van de meest ongrijpbare boeken die ik de laatste jaren las. Op een hele, hele goede manier.

Charlotte Mutsaers, Zeepijn

Zeepijn is een vrolijke én ernstige zoektocht naar de verbanden tussen dennennaalden en de zee. Het is geen roman, geen essay, maar een hybride die al die aanduidingen en afbakeningen helemaal niet nodig heeft. Ik las het op mijn twintigste, en was ontzettend dankbaar dat zoiets bestond; dat je over alles mag schrijven, dat elke vorm geoorloofd is, en dat je je van de rest vooral niet te veel hoeft aan te trekken.

Frans Kellendonk, Mystiek lichaam

Op 15 april 1986 noteert Frans Kellendonk in zijn dagboek dat Mystiek lichaam bij de drukker ligt en de mooiste tekst is die hij ooit heeft geschreven. Zes weken later: ‘De bloeddorst van onze weldenkende opiniemakers is ongelooflijk [...] Dat is het probleem met de hele kritiek momenteel. Ze wordt niet vanuit een visie geschreven en biedt daarom geen tegenspel, je hebt er niets aan behalve de last van stemmingmakerij en kinnesinne.’ En hij werd er ook nog eens van beschuldigd een antisemiet te zijn. Nu, bijna dertig jaar later, is gelukkig gebleken dat Mystiek lichaam blijvender is dan de zure recensies. Een prachtig – en boos – boek over religie, erotiek, kunst, geld, ziekte... nou ja, het hele leven eigenlijk.

Flannery O’Connor, The Complete Stories

Flannery O’Connor stierf toen ze 39 was aan de gevolgen van de auto-immunziekte lupus. Tragisch, en zonde, want haar (31) korte verhalen zijn misschien wel de beste die ik ooit las en ik had er graag meer gelezen. Samen met William Faulkner behoort ze tot de belangrijkste twintigste-eeuwse chroniqueurs van het Amerikaanse zuiden. Haar verhalen staan bol van racisme, xenofobie en twijfelachtige moraal. Ze zijn donker en tegelijk ontzettend komisch. En bikkelhard. ‘She would of been a good woman,’ meldt een seriemoordenaar vlak nadat hij een nogal praatzieke oude vrouw heeft neergeschoten, ‘if it had been somebody there to shoot her every minute of her life’.

Cees Nooteboom, Rituelen

Dit boek herlees ik elk jaar rond Kerst, misschien omdat ik ooit voor het eerst las tijdens de kerstdagen, min of meer toevallig, omdat ik het aantrof in de boekenkast van een vakantiehuisje waar ik toen verbleef. Ik pakte het op uit een soort schuldgevoel, omdat ik nog nooit iets van Cees Nooteboom had gelezen terwijl ik hem wel een keer de hand had geschud. Ik kon het niet meer wegleggen, en kan dat nog steeds niet. Het ligt altijd op mijn bureau. Als ik mezelf vastschrijf blader ik door bepaalde scènes, zodat ik weer verder kan. Soms vraag ik me af hoe de dingen waren gelopen als ik dit boek niet had ontdekt – een afschuwelijke gedachte.

Michel Houellebecq, De kaart en het gebied

Houellebecq is na jaren kluizenaarschap weer opgedoken in Parijs, waar hij zich, zonder tanden weliswaar, weer schijnt te mengen in de literaire scene. En dat terwijl hij zichzelf in De kaart en het gebied nog op gruwelijke wijze had laten omleggen. Ik vind Houellebecqs compromisloze werk meesterlijk, ik hou van zijn anti-stijl, zijn experimenten, zijn bandeloosheid. Ik hoop dat hij het nog even uithoudt met dat krakkemikkige lichaam van hem, want het zou doodzonde zijn als het volgende boek niet af komt door zoiets banaals als de dood. 

James Joyce, A Portrait of the Artist as a Young Man

In 2008 studeerde ik een jaar in Dublin, aan de universiteit waar ooit ook James Joyce had gestudeerd. Dat staken ze daar uiteraard niet onder stoelen of banken: niet alleen de bibliotheek was naar hem vernoemd, er stond ook een groot standbeeld op de campus en onvermoeibaar werden zijn boeken onderworpen aan close-reading en diepte-analyse. Ik las A Portrait in de veronderstelling dat het een ingewikkeld en technisch boek zou zijn, en bereidde me voor op een worsteling. Dat werd het niet, integendeel. Het is de mooiste coming of age die ik ken.

Valeria Luiselli, Valse papieren

Ik las dit boekje een paar weken geleden, en weet daarom niet of het zo’n blijvende favoriet als de bovenstaande boeken wordt: time will tell. Wel weet ik dat ik het nú steengoed vind. Een essaybundel maar ook weer niet (daar hou ik blijkbaar van), een wandeling door Mexico-Stad en Venetië, een langgerekte reflectie op het leven en de literatuur. Daarbij is haar foto op de achterflap gewoon zo ontzettend cool, smeulende sigaret en alles, dat ik misschien gewoon een beetje verliefd ben. Haar roman De gewichtlozen zal ik deze zomer lezen – het is tenslotte zomertip bij Athenaeum. 

pro-mbooks1 : athenaeum