De eerste zin van Simon Carmiggelts Kronkels. Über Katz und Hund, vertaald door Ulrich Faure en Frederike Zindler

26 september 2016
| | | | |

Onlangs verscheen Kronkels. Über Katz und Hund, een bloemlezing van cursiefjes van Simon Carmiggelt, naar het Duits vertaald door Ulrich Faure en Frederike Zindler. Wij vroegen Ulrich Faure hun werk toe te lichten.

‘Motregen dreef me de kroeg binnen.’

Deze eerste zin uit de bundel Kroeglopen van Simon Carmiggelt heb ik nooit vertaald – wel vaak gelezen. In juli verscheen bij de Zwitserse uitgeverij Unionsverlag Kronkels. Über Katz und Hund, een bloemlezing met cursiefjes over katten en honden, die ik samen met Frederike Zindler heb vertaald. Hopelijk verkoopt het boek in Duitsland zó goed dat de uitgever zin krijgt om ook een Duitse uitgave van Carmiggelts kroegverhalen uit te geven.

‘Motregen’ – volgens de Van Dale is dat in het Duits ‘Nieselregen’, ‘Sprühregen’ of ‘Nebelregen’. Dat laatste woord is heel ongebruikelijk in het Duits, maar Niesel- of Sprühregen is evenmin ideaal: bij beiden ontbreekt de scherpe accentuering op de eerste lettergreep zoals bij ‘motregen’. Maar goed. Ik koos voor ‘Nieselregen’: ‘Nieselregen trieb mich in die Kneipe’? Of is ‘Nieselregen ließ mich in der Kneipe Zuflucht suchen’ toch beter? Soms is het niet zo makkelijk om een korte Nederlandse zin lekker kort in het Duits te vertalen.

Slachtoffers van Duitse vertalers

Bij de, inmiddels stokoude, Duitse Carmiggeltvertalingen vanaf 1960 is aan dit soort finesses niet veel aandacht besteed. Sterker nog: Carmiggelts protagonisten heten bij voorkeur Heinz of Wilhelm, en ze betalen in Amsterdam met D-Marken. Bovendien lezen de teksten vaak niet alleen als (slechte) vertalingen maar ook als een onbeholpen navertellingen van een Kronkel. Soms ontbreekt er een hele zin, zoals in het verhaal dat ik later ook heb vertaald, voor de bloemlezing Amsterdam. Eine Stadt in Geschichten van Victor Schiferli als ‘Ein Tag in Amsterdam’: de verwijzing dat Carmiggelt elke dag een Kronkel in Het Parool heeft geschreven. In de jaren zestig vond de vertaler deze informatie blijkbaar niet belangrijk voor een Duitse lezer.

Frederike heeft nog zo’n voorbeeld gevonden. Op bezoek bij de moeder van een delinquent wordt de reclasseringsambtenaar een kopje koffie aangeboden: ‘Toen het voor ons stond, tot de knieën in de suiker, begon de reclasseerder […].’ De Duitse vertaler wist in 1980 dat een kopje koffie in het Duits niet ‘bis zu den Knieen’ in de suiker kan staan en besloot simpelweg om deze woorden weg te laten waardoor de hele situatie aan charme verliest.

Maar het gaat soms nog veel verder. In de jaren dertig van de vorige eeuw is Kees de jongen van Theo Thijssen verschenen onder de titel Kees der Junge bij Büchergilde Gutenberg. Ook dit boek is ‘slachtoffer’ geworden van een Duitse vertaler: misschien wist mijn oud-collega niet wat de ‘zwembadpas’ was, want alle passages waarin die pas ter sprake komt, zijn geschrapt. En dat niet alleen... De Duitse uitgave van Kees de jongen is een heel dun boekje geworden en de prachtige sfeer van het verhaal is volkomen vernield. De Duitse lezer moet het echter tot de dag van vandaag hiermee doen; een nieuwe vertaling is niet in zicht, helaas.

Vertalen met Reve

Maar terug naar Carmiggelt. Carmiggelt heeft de reputatie, vanwege zijn taalgebruik en zijn neologismen, een moeilijk te vertalen auteur te zijn. Maar niets is minder waar! Toen ik de oude Duitse vertalingen van hem met de brontekst vergeleek, deed ik een interessante ontdekking: eigenlijk is het juist makkelijk om Carmiggelts taalrijkdom in het Duits over te brengen, als je maar de lijfspreuk van Karel van het Reve – ‘vertalen wat er staat’ - in acht neemt en probeert zo letterlijk mogelijk te vertalen. Het is niet noodzakelijk om naar synoniemen te zoeken, om woorden of wendingen te omschrijven, en vooral is het niet nodig om zijn taal ‘op te leuken’. Nee, gewoon vertalen wat er staat, en je hebt bijna direct de ietwat satirische ondertoon van Carmiggelt te pakken – de ziel van zijn Kronkels.

Eén probleem heb ik tot nu toe echter nog niet kunnen oplossen, en dat hangt samen met Carmiggelts woordenschat. Een beroemde bundel van hem draagt de titel De sneehoed. Ik heb bij verschillende vertalers en moedertaalsprekers geïnformeerd of zij weten wat een ‘sneehoed’ is, en daarbij de omslag met een tekening van het hoofddeksel in kwestie meegestuurd, maar niet één die het me precies kon uitleggen. Bedoeld is beslist een gleufhoed, in het Duits een ‘Filzhut’.

Bij onze vertaling hebben Frederike en ik ondersteuning gekregen van Carmiggeltliefhebbers van het Nederlands Letterenfonds. Ze hebben ons onder andere geholpen met het achterhalen van de betekenis van inmiddels ongebruikelijke woorden of zegswijzen die Carmiggelt gebruikte. Want er is nog meer dan de sneehoed. ‘Kruppo’ bijvoorbeeld in ‘Maar de hond vrat een halve kruppo per dag’ – na lang beraad met collega’s werd dat ‘Der Hund fraß einem die Haare vom Kopf’.

Maar soms wisten ook zij het niet meer. Wat is bijvoorbeeld een ‘acht-twee-zaak’? En wat moeten we ons onder een ‘dakhaas’ voorstellen? Ik ken het woord Dachhase van mijn grootvader in Halle aan de Saale: tijdens de Eerste Wereldoorlog was het de omschrijving voor een poes die in de kookpan belandt. Bij Carmiggelt is de ‘dakhaas’ echter duidelijk een hond...

Ulrich Faure werd 1954 in Halle/Saale (Duitsland) geboren. Hij studeerde  journalistiek aan de Universiteit Leipzig. Hij was tot 1990 adjunct-hoofdredacteur van het Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel in Leipzig. Van 1991 tot 1993 was hij redacteur bij het Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel in Frankfurt/Main. Daarna werkte hij tot 2001 als freelance journalist. Sinds 2001 is hij hoofdredacteur online bij BuchMarkt, het vaktijdschrift voor de boekenbranche. Hij heeft Simon Carmiggelt, Detlev van Heest, Frank Westerman en Thomas Heerma van Voss vertaald.

pro-mbooks1 : athenaeum