De eerste zin van Onder de Zoden van Máirtín Ó Cadhain, vertaald door Alex Hijmans

10 oktober 2017
| | |

Alex Hijmans vertaalde het lang onvertaald gebleven Cré na Cille van Máirtín Ó Cadhain als Onder de Zoden. Wij vroegen hem zijn werk toe te lichten.

Ní mé an ar Áit an Phuint nó na Cúig Déag atá mé curtha? D’imigh an diabhal orthu dhá mba in Áit na Leathghine a chaithfidís mé, th’éis ar chuir mé d’fhainiceachaí orthu!
Lig ik nou op het perceel van een pond of op het perceel van vijftien shilling? Of zijn ze helemaal van de pot gerukt en hebben ze me, tegen al mijn aanwijzingen in, toch op het perceel van een halve guinea gegooid?

Zo begint Onder de zoden. Vanaf de eerste zin is het duidelijk dat we met een ongewoon boek te maken hebben: Caitríona, de hoofdpersoon, spreekt ons toe vanuit haar graf.

Onbekend meesterwerk

Het meesterwerk van Máirtín Ó Cadhain verscheen in 1949. Pas zestig jaar later werd het in het Engels vertaald, als The Dirty Dust. Eerder dit jaar verscheen een Duitse vertaling, en nu dus een Nederlandse. Als het aan de Ierse uitgeverij die de rechten beheert ligt zal Onder de zoden in 2020 in twintig Europese talen verkrijgbaar zijn. Beter laat dan nooit: Ó Cadhain is een schrijver van het kaliber van Joyce, Behan en Beckett maar heeft buiten Ierland nooit de erkenning gekregen die hij verdiende. Waarom? Hij schreef in zijn moedertaal, het door het Engels naar de randen van het groene eiland verdrongen Iers.

Bij het schrijven bediende Ó Cadhain zich echter niet van de standaardtaal. Hij had een broertje dood aan wat ik hier bij gebrek aan een beter woord ‘Algemeen Beschaafd Iers’ zal noemen. Hij schreef in het schelle, rauwe dialect van Conamara, de streek waar Onder de zoden speelt. Dat stelde mij letterlijk bij het allereerste woord al voor een vertaalprobleem van jewelste.

Om het uiterst regionale karakter van de taal die in Onder de zoden gebezigd wordt in het Nederlands te reproduceren zou ik het boek eigenlijk in pakweg West-Fries, Zeeuws of Gronings hebben moeten vertalen. Omdat ik geen West-Fries, Zeeuws of Gronings spreek – en het grootste deel van het Nederlandstalig lezerspubliek ook niet – heb ik dat niet gedaan.

Strontvervelende meesterzet

Toch moest ik Caitríona en de andere personages in Onder de zoden op de een of andere manier ‘plat’ laten praten. Oorspronkelijk luidde de eerste zin van mijn vertaling: ‘Leg ik nou op het perceel van een pond of op het perceel van vijftien shilling?’ Net zoals veel mensen in het stukje Nederland waar ik zelf opgroeide liet ik Caitríona en haar dode dorpsgenoten de werkwoorden ‘liggen’ en ‘leggen’ door elkaar halen. Ik vond het een meesterzet: al vanaf het eerste woord van het boek zou het duidelijk zijn dat we ons op het platteland bevinden, ver van de grote stad en de standaardtaal.

Alleen werd het na een paar bladzijden strontvervelend. Zinnen als ‘ik had de kaarsen klaargelegen’ hoor ik de mensen in de streek waar ik opgroeide met alle gemak van de wereld zeggen, maar op papier leidden ze eerder af dan dat ze bijdroegen tot wat mijn bedoeling was: een regionaal getint taalregister dat authentiek aanvoelde. Helemaal potsierlijk werd het toen er tot overmaat van ramp een kip ten tonele werd gebracht, die enthousiast met haar vleugels klapwiekend aankondigde dat ze ‘een ei gelegen had’.

Hoe platter hoe beter

Niet alleen Ó Cadhain had een hekel aan het Standaard Iers. Een groot deel van de ongeveer honderdduizend Ieren die vandaag de dag nog Iers spreken heeft dat ook. De dialecten staan echter in hoog aanzien: hoe platter hoe beter. In het Nederlands taalgebied is dat juist andersom. Misschien was dat wel de belangrijkste les die ik tijdens deze klus leerde: een boek kun je van de ene taal in de andere vertalen, maar taalattitude – de houding van sprekers tegenover hun eigen taal – niet.

Uiteindelijk besloot ik Caitríona en de rest van het zooitje ongeregeld op Ó Cadhains kerkhof gewoon ‘liggen’ te laten zeggen als ze ‘liggen’ bedoelden en ‘leggen’ als het om ‘leggen’ ging. Ook regionale werkwoordsvormen als ‘benne’ sneuvelden, maar woorden als ‘zulks’ en ‘piepers’ komen regelmatig voor. Onder de zoden heeft een hoger spreektaalgehalte dan in het Nederlands gewoon is, maar voor een boek dat louter uit dialoog bestaat is dat natuurlijk ook helemaal niet gek.

Alex Hijmans schreef zelf zes boeken in het Iers. Onder de zoden is zijn eerste vertaling van het Iers in het Nederlands. Hij is bezig aan een nieuwe roman – voor de verandering eens een keer in zijn eigen moedertaal.

De eerste zin van Onder de Zoden van Máirtín Ó Cadhain, vertaald door Alex Hijmans

Delen op

€ 20,55
€ 17,99
pro-mbooks1 : athenaeum