De etalage van Auke Hulst

26 maart 2017
|

We vroegen Auke Hulst en Michel Krielaars elk een etalage in te richten voor de Boekenweek, Amerika (en Japan) tegenover Rusland. Op ons verzoek licht Hulst zijn etalage toe.

Mijn idee was in de etalage een diorama van mijn hoofd te bouwen: een kleine tentoonstelling van objecten en boeken die mijn voornaamste interesses reflecteren, en dan vooral de interesses die een aanwijsbare invloed op mijn werk hebben gehad. Nu is die etalage best klein, dus een aantal belangrijke elementen, zoals filmgeschiedenis en Amerikaanse politieke geschiedenis, heb ik onbelicht gelaten, maar het is al met al een diverse staalkaart geworden. In de etalage brengen ik onder meer citaten uit mijn eigen werk in verband met thematisch geselecteerde boeken die belangrijk voor me zijn geweest, en recente uitgaven die mijn interesse hebben. Een greep:

17505397_10203183862873271_8195890031726234513_o

• • •

The Times Atlas of the World liet veel oningevuld, en het zijn óók de witte plekken op de landkaart die een leunstoelreiziger in beweging brengen. Deze atlas verzette zich niet wanhopig tegen de grenzen van het kenvermogen – zoals de Bosatlas deed – maar omarmde ze. Tegelijk appelleerde The Times aan ons grenzeloze vermogen om te dromen. Vormen en namen werden aangereikt, maar al het andere – de geuren, de mensen, de huizen, de geschiedenissen en de vergezichten – mocht ik verzinnen. Dat maakte het tot een verhalend boek; een boek voor mensen die wilden vertrekken naar de verre oevers van de verbeelding.’
- uit Buitenwereld, binnenzee (2014) [leesfragment]

In de etalage De wereldatlas was het eerste boek dat ik las, en waarmee ik – met hulp van mijn vader – heb leren lezen. Ik was daar vrij obsessief in; probeerde alle hoofdsteden van de wereld in mijn kinderhoofdje te stampen, van Tegucigalpa tot Ouagadougou. Maar de atlas zette vooral aan tot ontdekkingsreizen in het hoofd. Sowieso fascineren ontdekkingsreizigers me mateloos, dus rondom The Times Atlas of the World tref je een aantal van de beste boeken over dergelijke avonturiers, van Wade Davis’ Into the Silence, over de eerste bergbeklimmers die zich aan Mt. Everest waagden, tot Fawn Brody’s biografie over Captain Richard Burton, die ooit zei: ‘Travelers are like poets. They are mostly an angry race.’

• • •

Het eerste verhaal dat hij schreef, schreef hij met de hand. Hij was twaalf en sinds enige tijd in het bezit van een bibliotheekpas. Hij had zich aan misdaadboeken gewaagd, en aan grotemensenliteratuur, maar pas toen hij een stapel sciencefiction had meegenomen gebeurde er iets in zijn hoofd. Hij had de loszittende plank in de schutting ontdekt, het gat in het hekwerk, klein genoeg om tegen de omgeving weg te vallen, groot genoeg om je doorheen te kunnen wurmen. Daarachter lag een uitgestrektheid die van hem alleen was.’
– uit: Kinderen van het Ruige Land (2012)

In de etalage De overtreffende trap van reizen is de ruimtereis. Gezien mijn levenslange interesse in astronomie en die geestelijke reislust, lag het voor de hand dat ik literatuur zou ontdekken via de sciencefiction, maar toch waren het toevallige omstandigheden die ervoor zorgden dat dat gebeurde. Eén van die omstandigheden was de ingewikkelde thuissituatie die was ontstaan na het overlijden van mijn vader; een thuissituatie die escapisme noodzakelijk maakte. Tegelijk is sciencefiction ideeënliteratuur die het omgekeerde van escapisme afdwingt: serieus nadenken over de compositie van de wereld. Naast oude sci-fi pockets uit eigen collectie, koos ik voor een aantal sciencefiction-boeken die inmiddels tot de literaire canon worden gerekend: Philip K. Dicks De man in het hoge kasteel (onlangs heruitgegeven door Lebowski) en de recente Library of America-editie van werk van Ursula Le Guin.

• • •

Wanneer de kraakheldere winter eenmaal verdreven is en de lucht boven Tokio een rokerige kwaliteit krijgt, reikt het oog zelden voorbij de bebouwing. Samen met opgeslokte voorsteden als Chiba en Yokohama vormt Tokio één amorfe conglomeratie van meer dan dertig miljoen mensen. Vergeefs speur ik vanuit mijn fortress of solitude naar de contouren van de berg Fuji, bevangen door een tegelijk beangstigende en intrigerende gedachte: deze stad beslaat de volle oppervlakte van de planeet. Er is geen ontkomen meer aan.’
- uit: Buitenwereld, binnenzee (2014) [leesfragment]

In de etalage Mijn reislust en fascinaties spitsen zich in het bijzonder toe op twee landen: de Verenigde Staten en Japan. Mijn fascinatie voor Japan ontstond uit het gevoel dat Japan de dichtste benadering van buitenaards op Aarde was, maar naarmate ik de cultuur beter leerde kennen, ging het buitenaardse er wel af. Toch verdiepte de fascinatie. Die werd vooral gevoed door film en door boeken, waarvan een ruime selectie in de etalage te vinden is: meerdere titels van Haruki Marukami, die ik ooit heb mogen interviewen op Hawaii, Yasunari Kawabata’s The Master of Go, het beste sportboek dat ooit geschreven is, Tanizaki’s prachtige essay In Praise of Shadows, over de esthetische sensibiliteit van het traditionele Japan en korte verhalen van Akutagawa, waarop Kurosawa zijn film Rashomon baseerde.

• • •

Bij het horen van die muziek voelde ik een verbondenheid met iemand die ik niet kende, wat een klein wonder was, want zo vaak had – en heb – ik me in mijn leven niet verbonden gevoeld met iemand anders dan Titus. Soms legde ik mijn boek weg en liet ik me door de klanken meenemen – zonder dat ik er erg in had bewogen mijn vingers dan mee met die van een vreemde, gelijkgeschakeld met een andere tijd. Mocht er toch een Heer zijn, wat ik uitsluit, dan schuilt Hij in de klanken die zijn volgelingen hebben verboden. Muziek is tegelijk van deze wereld en er ver boven verheven, zonder lichaam maar in staat het lichaam te doordesemen, zonder gewicht maar in staat het gewicht van het gemoed te beïnvloeden. Muziek is onaanraakbaar en raakt ons aan.’
- uit: En ik herinner me Titus Broederland (2016) [leesfragment]

In de etalage Omdat ik ook muziek maak, zowel solo als in de band De Meisjes, wordt weleens het vreselijke woord ‘multitalent’ van stal gehaald. Terwijl voor mij die twee bezigheden verschillende manifestaties van hetzelfde ‘talent’ zijn. Zinnen moeten een muzikale kwaliteit hebben, vind ik, ritme, melodie, klankkleur. Het gaat dus niet alleen om de betekenis van een woord, het juiste woord heeft ook de juiste cadans en de juiste klank. Boeken óver muziek zijn er natuurlijk in overvloed, maar echt goeie zijn vrij zeldzaam. Ik koos voor David Byrne’s Hoe muziek werkt, dat vol interessante bespiegelingen staat, en nam uit eigen collectie twee werken mee die gaan over twee van de belangrijkste bands in mijn muzikale ontwikkeling: The Complete Scores van The Beatles (die heilig zijn) en het fotoboek I’ll Be Watching You: Inside The Police 1980-1983 van Police-gitarist en fotograaf Andy Summers. 

 

Verder in de etalage:

En ver op de achtergrond de poster voor Als dit zo doorgaat [onze recensie], de bundel die Hulst initieerde.

pro-mbooks1 : athenaeum