Sytske van Koeveringe: Als ik denk dat het af is, dan moet ik juist doorgaan

11 mei 2017
| |

Op 11 mei verschijnt Het is maandag vandaag, het debuut van Sytske van Koeveringe. Op Athenaeum.nl vertelt ze onder meer over haar achtergrond en inspiratiebronnen.

N.B. lees ook onze voorpublicatie uit Het is maandag vandaag.

 

Weet je nog wanneer je met schrijven begonnen bent? Is het iets wat je altijd al deed, of was er een concrete aanleiding?

Met echt schrijven? Of wacht: ik categoriseer schrijven in twee delen: echt schrijven dus, en onzin schrijven. Onzin schrijven deed ik vanaf kinds af aan. Dagboeken. En die houd ik nog steeds vol overgave en schaamteloos bij. Ik weet niet precies wat hierin staat, ik lees niets terug maar ik beschouw het wel als onzin. Een groot relaas.

Echt schrijven deed ik pas vanaf mijn eenentwintigste. Hier was geen concrete aanleiding voor, dat ging een beetje... Ik hield dus altijd die dagboeken bij, maar had nooit het idee dat je iets met schrijven kon. Of ik dacht hier niet echt over na, klinkt wat dom misschien maar toekomst? Nee. Ik las wel boeken in mijn kinderjaren maar vanaf een jaar of tien had ik een paard, in mijn pubertijd heb ik geen boek (of paard) meer aangeraakt.

Ik las pas weer rond mijn eenentwintigste: het Boekenweekgeschenk, iets met vlinders in de titel. Pas toen kwam ik erachter dat je iets kon doen met tekst. Ik las alles, alles wat bij mijn ouders in de kast stond, een soort inhaalrace. (Ayaan Hirsi Ali, Connie Palmen, maar ook die man die zo heel veel van diezelfde boeken schrijft, kom niet meer op zijn naam, een Amerikaan volgens mij. En nog meer waarvan ik namen ben vergeten.)

Rond die leeftijd zat ik op de HKU in Utrecht en deed Fine Art, daar maakte ik onder andere een installatie die bestond uit papier waar ik op geschreven had en waar je doorheen kon lopen. De leraar vroeg of ik het zelf had geschreven en toen ik ja zei, vroeg hij naar meer, dus nam ik al mijn dagboeken mee. Hij vroeg toen of ik de Rietveld kende, Beeld & Taal. Want daar konden ze me verder helpen. Alsof ik een ziekte had. En zo kwam ik daar terecht en kreeg ik les van 'echte' schrijvers… en pas toen, zo heel langzaam ontdekte ik dat ik misschien ook wel zelf kon schrijven. We kregen opdrachten en die werkte ik braaf uit en na twee jaar dacht ik, volgens mij kan ik ook iets schrijven zonder een opdracht te krijgen. Echt, geen onzin.

Het is maandag vandaag gaat over een schoonmaker die langzaamaan bezit neemt van de huizen die ze schoonmaakt. Hoe kwam je op het idee voor dit verhaal?

Ik begon helemaal niet met het idee dat ik een boek zou gaan schrijven. Dat verlamt me enorm. Ik schreef gewoon stukken vanuit het perspectief van een schoonmaker omdat ik toentertijd zelf schoonmaakte. Maar omdat ik mezelf echt een saai personage vond/vind maakte ik er een andere vrouw van. Zo'n jonge vrouw die je nu veel ziet. In het eerste jaar van de Rietveld begon ik hiermee. Ik las soms wat voor in de klas en aan de hand van de vragen die mijn medestudenten opwierpen, werkte ik stiekem verder. Ik reageerde continu op wat er gebeurde binnen mijn tekst, gewoon voor mezelf. Veranderde tig keer van perspectief, van personages, van locatie, van geuren, kleuren, van weer, gesprekken, enz.

Na mijn afstuderen zag ik dat er allerlei mensen om me heen (bijna) in een burn-out belandden. Als bijstaander kwam ik er vrij snel achter dat een burn-out met verwachtingen te maken heeft, niet alleen van de ander maar ook van jezelf, dat je jezelf heel goed kan uitputten. Dit heb ik in Julia's personage verwerkt. En dan vooral de periode dat je kantelt: wel of niet een burn-out. Die periode ervoor is volgens mij doodeng. Doe je er wat aan of laat je je een groot deel van je leven overheersen door die neerslachtige, verstikkende emoties?

Ik schreef verder en vroeg ik me gaandeweg van alles af: of er iets is waar je je aan vast kan houden. Julia is niet graag bij haar ouders en haar vriendin haar heeft verlaten, ze is dus eigenlijk een einzelgänger. Wat doe je dan? Wat wil je dan? Beïnvloed het alleen zijn je? De beleefdheidsnormen? Ik denk van wel. Dus toen liet ik haar allerlei dingen in huizen doen, maar wel met in mijn achterhoofd dat ze tegen een burn-out aan zit.

In wel opzicht heeft het beeldende aspect van je opleiding Beeld & Taal invloed op je schrijven gehad?

Hier was ik me helemaal niet zo van bewust. Tot iemand een keer tegen me zei dat ik beeldend schreef. Vanaf toen ging ik erop letten. Ik denk wel dat ik beeldend schrijf maar ik vind dat veel schrijvers beeldend schrijven. Of ik denk heel snel in beeld, dat kan natuurlijk ook. Dus ik vermoed dat de Rietveld mijn denken zeker heeft beïnvloed. Maar wat ik vooral van de Rietveld heb meegekregen of meegenomen is de manier van werken: dat iets nooit af is. Als ik denk dat het af is, dan moet ik juist doorgaan tot ik helemaal uitgeput ben, alleen nog maar kan huilen en twee weken moet bijslapen. Ik vind het belangrijk dat je reageert op jezelf, op je eigen werk, zonder een ander te pleasen. Dat het gaat om je eigen verwondering, verbazing of juist frustratie en meer van dat soort moeilijke termen.

Mijn ouders zeiden en zeggen vaak dat je dicht bij jezelf moet blijven en in jezelf moet geloven. Ik begreep nooit zo goed wat ze daarmee bedoelden. Op de Rietveld zeiden ze dat ook, maar niet zo letterlijk. Nu ik dit uitschrijf komt het bij elkaar: maak nooit werk voor een ander maar puur omdat je zelf gelooft in wat je opdat moment creëert. Dat.

Welke schrijvers lees je zelf graag?

Oeh dat verschilt enorm, hangt ook af van in wat voor soort periode ik zit of waar ik op dat moment zelf aan werk. Zo lees ik momenteel boeken waar vrouwen weglopen van hun huidige situatie of hun relatie afbreken, of vrouwen die gewoon heel moeilijk doen maar wel sterk zijn. Catherine Laceys Niemand is ooit verloren en I love Dick van Chris Kraus bijvoorbeeld. Ieder voorjaar herlees ik De omweg van Gerbrand Bakker, dat gaat ook een vrouw die weggaat.

Alles van David Nolens. Connie Palmen lees ik graag. Hanna Bervoets, Patricia de Marteleare, Marguerite Duras. Onlangs ontdekte ik David Vann. P.F. Thomese is ook goed, Sheila Heti was fijn. De korte verhalen van Flannery O'Connor en de essays van Marja Pruis zijn ook goed. Ik kan nog wel even doorgaan... Maar ik moet echt, echt, echt, echt nog meer lezen want ik loop ontzettend achter. Als ik in een boekwinkel ben dan word ik altijd een beetje verdrietig omdat dat dan enorm wordt bevestigd, dat ik te weinig lees. Maar tegelijkertijd kom ik er graag hoor. Heus.

O en toneel! Ko van den Bosch!

Heb je al plannen voor een nieuw boek (of ben je juist heel erg met andere dingen bezig)?

Jawel. Op alle twee de vragen. Ik was tijdens Het is maandag vandaag al bezig met een project, of research voor een project. Ik denk nu van wel, maar echt zeker weten doe ik het niet. Je kunt verhalen op ontelbaar verschillende manieren vertellen natuurlijk. Eigenlijk werk ik nooit met het idee dat iets iets wordt. Bij Het is maandag vandaag, had ik dat pas het laatste jaar door, of eigenlijk pas toen ik een contract had getekend. Of misschien wist ik het wel maar zei ik het nooit hardop. Maar goed, daarnaast deed/doe ik nog een miljoen andere projecten. Ik werk graag met fotografen samen, ik help ook anderen die schrijven, plus kleine projecten.

Op dit moment schrijf ik een soort van columns (ik weet echt niet of dit de juiste benaming hiervoor is). Ik verzamelde een tijd lang allerlei zinnen en woorden die op vrachtwagens en busjes staan, hier reageer ik op. (Zijn echt echt echt rare zinnen die ze erop zetten: bijvoorbeeld: 'Jaaaa daar zijn ze!') Ondertussen zeggen mensen: 'Hey je moet ontspannen na je boek, of genieten van wat er komen gaat,' dus zit ik nu iedere dag twintig minuten op steeds een ander bankje in de stad. Hier ontstaat ook van alles. Dus ja, een nieuw boek en andere dingen. En ondertussen gewoon lekker werken, want al dit artistieke geneuzel brengt niet per se geld in het laatje, mag best gezegd worden.

pro-mbooks1 : athenaeum