Waarom Elizabeth Jane Howards Lichte jaren lezen? Vertaler Inge Kok legt uit.

07 juli 2017
| | | | |

Een van de Athenaeum Zomerboeken is Elizabeth Jane Howards Lichte jaren (The Light Years). Inge Kok vertaalde de alom geprezen roman en legt uit waarom het boek de moeite waard is.

Begin vorig jaar schreef Hillary Mantel een artikel in The Guardian waarin ze een lans brak voor de literaire waarde van Howards werk. In de eerste plaats is haar werk vaak overschaduwd door haar turbulente leven (zoals onder andere haar huwelijk met en scheiding van Kingsley Amis). Haar werk werd ook vaak te leesbaar (en dus verkoopbaar) gevonden om tot de literatuur te worden gerekend. Maar de grote toegankelijkheid van haar werk is juist een teken van haar meesterschap: ze beschrijft trefzeker in klare taal de sociale en emotionele verhoudingen en de besognes van het dagelijks leven.

En dat is een derde punt waardoor ze wellicht is veronachtzaamd: ze schrijft niet over roemruchte daden maar over het gezinsleven. Dat was, zoals ze in haar memoires Slipstream vertelt, juist een van de redenen om aan de Cazaletkronieken te beginnen: het gezinsleven was altijd de achtergrond van oorlogsromans, en zij wilde aan de hand van het dagelijks reilen en zeilen van een familie tussen 1937 en 1947 laten zien hoeveel er tijdens de oorlog in Engeland is veranderd. In dit opzicht is ze te vergelijken met Jane Austen, die ook in turbulente tijden bedaard schreef over het probleem om aan de man te raken.

Ondanks deze miskenning heeft Howard voor haar eerste boek, The Beautiful Visit, wel degelijk de John Llewellyn Rhys-prijs ontvangen, die wordt toegekend aan een jonge auteur voor de beste roman van het jaar. Bovendien werd na de publicatie van de Cazaletkronieken (van 1990-1995) wel haar belang als schrijfster ingezien. Haar stiefzoon Martin Amis noemt haar met Iris Murdoch ‘de interessantste schrijfster van haar generatie’.

Elk personage van binnenuit

Uitgeverij AtlasContact vroeg me het eerste deel van de serie te vertalen: The Light Years, over de onbezorgde vooroorlogse jaren, en het verhaal speelt in 1937 en 1938. Het boek geeft een prachtig tijdsbeeld, wat al meteen tot uiting komt in de rustige verteltrant die de lezer stuk voor stuk laat kennismaken met de diverse familieleden en hun personeel. Het perspectief verandert telkens zodat je elk personage van binnenuit leert kennen. Howard tekent alle personages, van jonge kinderen tot oude mensen, en van dienstmeisjes tot adellijke dames, met groot psychologisch inzicht en milde levenswijsheid.

Of het nu gaat om een echtpaar dat elkaar troost nadat bij een bevalling een van de twee baby’s dood is geboren: ‘En terwijl ze hem vasthield, hem troostte vanwege haar eigen verdriet, begon hij de omvang ervan in te zien en zijn medelijden met haar loste op in haar liefde.’ Of om een vrouw die teleurgesteld is in haar huwelijk en zichzelf stiekem als een martelaar beschouwd, waardoor ze anderen bij ‘alledaagse tegenslag’ graag wil helpen: ‘Ze was net iemand met een gebroken rug die graag wil afwassen voor iemand met hoofdpijn.’

Maar Howard kan ook ineens scherp commentaar leveren, bijvoorbeeld over Hugh en Sybil, een stel dat eindeloos rekening met elkaar houdt: ‘Door dit duel om rekening met de ander te houden, dat ze al zestien jaar voerden, werd de waarheid voor elkaar aangepast of helemaal achtergehouden, en dat werd goede manieren of genegenheid genoemd, werd geacht de sleur of het netelige pad van het dagelijkse huwelijksleven te effenen. De tirannie ervan was geen van beiden duidelijk.’

Ze toont haar meesterschap eveneens door haar vermogen om heel fijngevoelig in één alinea het leven van een bijfiguur tekenen: zoals de oude dokter Carr, die na een bevalling overpeinst wat er van zijn eigen leven is geworden na de dood van zijn twee zonen in de Eerste Wereldoorlog.

Details en beelden

Het tijdsbeeld wordt eveneens versterkt door details als oude merken die worden genoemd, problemen als het verdelen van de po’s over de kamers van het familielandgoed, en de financiële situatie van de diverse personages: mevrouw koopt drie avondjaponnen voor 40 pond, de gouvernante van haar dochter gaat zich te buiten aan een eigenlijk te dure lunch van 1 shilling en verdient 5 pond per maand, en het dienstmeisje verdient 38 pond per jaar, waarvan ze probeert te sparen om te kunnen trouwen en koopt dus een goedkoop couponnetje in de uitverkoop om zelf een jurk te naaien. Voor stoffen worden ook exacte termen gebruikt en de juiste vertaling ervan is soms lastig te achterhalen (zo is ‘stamped velvet’ velours fleuré).

In de opvattingen over seks blijken de victoriaanse principes nog springlevend te zijn: ‘Seks was nu eenmaal voor mannen. Vrouwen, nette vrouwen tenminste, hoorden er niet om te geven, maar haar eigen moeder had erop gezinspeeld (de enige keer dat ze het onderwerp überhaupt ooit vagelijk had aangeroerd) dat het de ergst mogelijke vergissing was om je man ooit te weigeren.’ Door deze nauwkeurige beschrijvingen tot in de kleinste details, word je als lezer ondergedompeld in die tijd, wat weer consequenties heeft voor het register van de woorden die ik kies voor mijn vertaling.

Verder gebruikt Howard prachtige beelden, zoals van een oude vrouw die bij de eerste steek van artritis in haar stoel is gaan zitten: ‘Dag in dag uit zat ze daar, aangespoeld in haar enorme stoel als een mooie schipbreukeling, vol minachting voor de zwakke en onbeduidende inspanningen van haar kinderen die haar trachten te redden door zo’n bezoekje.’ En even verderop: ‘De extravagantie en vrolijkheid die Villy zich herinnerde, waren gestagneerd, beschimmeld door zelfmedelijden.’

Door Howards nauwkeurige taalgebruik om mensen loepzuiver te beschrijven is het bepaald geen boek waarvan ik de vertaling even uit mijn mouw schudde. Bovendien staan er lastige woordgrapjes in, zoals area in plaats van aria (dat heb ik vertaald met 'standje' in plaats van 'Ständchen', waardoor Mozart in Schubert moest worden veranderd), en het was ook moeilijk om een leuke vertaling te vinden voor de bijnaam van de grootmoeder van de familie: Duchy. (Dat werd uiteindelijk de baronie.) Maar ik vind het een prachtig boek en verheug me nu al op de volgende delen, want Lichte jaren is duidelijk geschreven als eerste deel van een serie. De gigantische hoeveelheden eten die in Lichte jaren worden bereid, komen pas in perspectief te staan als in het volgende deel de oorlog uitbreekt en veel levensmiddelen op de bon gaan. Lichte jaren smaakt dus in veel opzichten naar meer.

Inge Kok vertaalde een grote hoeveelheid boeken vanuit het Engels, van onder anderen Kate Atkinson (daarover schreef ze voor ons), C.E. Morgan (lees haar toelichting), Bill Bryson, Jenny Diski, Patricia Highsmith, V.S. Naipaul, Patrick O'Brian en Gail Tsukiyama.

Waarom Elizabeth Jane Howards Lichte jaren lezen? Vertaler Inge Kok legt uit.

Delen op

€ 17,50
pro-mbooks1 : athenaeum