Bij het vertalen van The Burning Girl van Claire Messud

28 mei 2018
| | | | |

Tjadine Stheeman vertaalde Claire Messuds The Burning Girl als Meisje in brand. Wij vroegen haar haar werk toe te lichten. Over het motto van Elizabeth Bishop, vorm en inhoud.

Alle literair vertalers kennen het: de schrik, de weerzin en heel soms de blijdschap dat een te vertalen boek wordt voorafgegaan door een motto, veelal een of meerdere citaten uit andermans werk. Een regel van Shakespeare, een alinea uit een Franse roman of een wijsheid van de Dalai Lama. Een motto dat vertaald zal moeten worden als er geen (geschikte) bestaande vertaling voorhanden is.

Love's the boy stood on the burning deck
trying to recite "The boy stood on
the burning deck." Love's the son
stood stammering elocution
while the poor ship in flames went down.


... And love's the burning boy.

Dat bleek tot mijn schrik het motto van de roman The Burning Girl van Claire Messud, die ik onlangs voor uitgeverij Anthos heb vertaald. Het is een strofe uit het gedicht ‘Casabianca’ van Elizabeth Bishop. Dat het van Bishop was, maakte me weer een beetje blij, want ik hou van haar poëzie.

Ik besloot eerst maar eens met de romanvertaling te beginnen voordat ik me aan het gedicht waagde. De sleutel van het motto ligt vaak in de tekst zelf. Wel had ik van tevoren gecheckt of er een Nederlandse vertaling van het gedicht was. Die bleek er niet te zijn.

Op driekwart van de vertaling meende ik genoeg begrepen te hebben van de hoofdpersonen en het thema om het motto te kunnen vertalen. Het boek gaat over twee meisjes, Julia Robinson en Cassie Burnes, die al sinds de kleuterklas hartsvriendinnen zijn. Een vriendschap die we uitsluitend zien door de ogen van vertelster, Julia. Het is haar persoonlijke relaas van hoe hun vriendschap in de puberteit langzamerhand uit elkaar valt, ontspoort, doodloopt. Een duidelijke oorzaak voor de breuk kan Julia niet aanwijzen. Is het Cassies verlangen om zich van Julia los te maken, komt het door haar verdriet om haar jong overleden vader, is het haar nieuwe, enge stiefvader?

Pastiche

Inmiddels had ik vertalenderwijs vastgesteld dat Julia’s persoonlijke verhaal overgaat in een verhaal uit de tweede hand, zelfs uit de derde hand. Dubbele lagen en dubbele bodems. Dat was alvast een link met het gedicht waarin ook een verdubbeling zit: de jongen die op het brandende dek staat en een regel citeert uit het gedicht over de jongen op het brandende dek. Een soort Droste-effect.

Bishops gedicht is namelijk een pastiche op het bestaande gedicht ‘Casabianca’ (1826) van de Engelse Felicia Dorothea Hemans. Een nogal drakerig, veel geparodieerd gedicht waarin de zoon van de kapitein op het dek staat te wachten op het bevel van zijn vader om het brandende schip te mogen verlaten. Terwijl de vader al op sterven ligt en hem niet meer kan horen.

Bishop heeft van het oorspronkelijke melodrama een indringende allegorie op de liefde gemaakt. Uiteraard is Cassie het meisje dat op het brandende dek om haar vader staat te roepen. Een vader die haar niet meer kan  horen omdat hij dood is. Maar ook haar omgeving is doof voor haar noodkreet. Cassie heet niet voor niks Cassandra, de mythische vrouw wier onheilstijdingen door niemand werden geloofd. En dan ook nog die omineuze achternaam van haar, Burnes. En is het toeval dat de titel van het gedicht ‘Casabianca’ is en Cassie en haar moeder in een wit huis wonen?

Inhoud boven vorm

Gewapend met deze kennis begon ik aan een voorzichtige vertaling van de strofe. Inhoud was duidelijk, nu de vorm nog. Er is sprake van rijm (on/son/elocution), alliteratie en een niet al te dwingend metrum. Omdat de strofe zo belangrijk is voor de duiding van de roman als geheel besloot ik inhoud boven vorm te laten prevaleren.

Liefde is de jongen staand op ’t brandend dek
die ‘De jongen staand op ’t brandend dek’ declameert
Liefde is de zoon die stamelend staat voor te dragen
terwijl het arme schip door vlammen wordt verteerd.

… En liefde is de brandende jongen.

Pff, zo moest het maar. Toch iets van rijm en alliteratie behouden. Tot ik een mailtje van de uitgeverij kreeg. De definitieve Nederlandse titel werd niet Het brandende meisje maar Meisje in brand. En hopelijk had dat geen consequenties voor mijn vertaling. Hmm, dat gelukkig niet, maar wel voor het motto. Gelukkig kon ik het met een simpele ingreep rechttrekken. En werd het:

Liefde is de jongen staand op ’t dek in brand
die ‘De jongen staand op ’t dek in brand’ declameert
Liefde is de zoon die stamelend staat voor te dragen
terwijl het arme schip door vlammen wordt verteerd.

… En liefde is de jongen in brand.

Tjadine Stheeman vertaalde eerder, solo of in samenwerking met Gerda Baardman, Onno Voorhoeve of anderen, werk van Margaret Atwood, T.C. Boyle, Alain de Botton, David Sedaris, Arundhati Roy, Michael Chabon, Jennifer Egan, Bret Easton Ellis, Helen Fielding, Jonathan Safran Foer, Amanda Hodgkinson, Yann Martel, Tom Rachman en Emma Cline [lees haar toelichting op de vertaling].

Bij het vertalen van The Burning Girl van Claire Messud

Delen op

€ 16,99
pro-mbooks1 : athenaeum