De eerste zinnen van Lisa Hallidays Asymmetrie, vertaald door Lisette Graswinckel

17 september 2018
| | | | | |

Vorige week verscheen Lisa Hallidays alom geprezen debuutroman Asymmetrie in de vertaling van Lisette Graswinckel. Op ons verzoek licht zij de eerste zinnen toe. Over Alice, Alice, en hoe je je verhoudt tot verwijzingen.

Asymmetrie, de debuutroman van de Amerikaanse schrijfster Lisa Halliday (1977), is een rijk boek. Het zit vol met wijze inzichten, authentieke personages, dwarsverbanden, dubbele bodems, citaten, sterretjes en taalgrapjes. In dit stukje zal ik niets verraden, wel zal ik laten zien dat Halliday de lezer beloont die het advies in haar roman ter harte neemt en ‘door de spiegel stapt’.

Ondanks de spielerei in de roman behandelt Halliday grote thema’s: de wisselwerking van feit, fictie en herinnering, de gekleurde bril die ons belet de ander te kennen, de vaak absurde realiteit van het bestaan. Het eerste deel van het boek heet niet voor niets ‘Zotternij’ en het tweede ‘Waanzin’. De belangrijkste personages – een econoom, een oorlogsverslaggever, een redacteur, een schrijver – worstelen ieder op hun eigen manier met deze thema’s. Het luchtige en het ernstige houden elkaar in Asymmetrie fraai in evenwicht.

Asymmetrie is een boek om in te verdwalen. De eerste keer lees je het onvermijdelijk nog als buitenstaander en blijf je aan de oppervlakte, maar bij elke herlezing beland je een niveau dieper in Hallidays ondergrondse doolhof en kom je op onverwachte plaatsen terecht.

Wonderland

Terug naar de beloofde beloning. Met een hoofdpersonage dat zichzelf liever Alice noemt (want eigenlijk heet ze Mary-Alice) en diverse verwijzingen naar spiegels en konijnenholen is het duidelijk dat Halliday met veel plezier aan Lewis Carrolls Alice’s Adventures in Wonderland refereert. Ze zwaait als het ware met het boek voor je neus en je kunt je aangenaam verpozen met een zoektocht naar verwijzingen naar Alice. Maar de echte beloning wacht als je al deze verwijzingen hebt herkend en daarna nog eens goed gaat kijken. Je herleest de eerste zinnen van Hallidays roman:

Alice was beginning to get very tired of all this sitting by herself with nothing to do: every so often she tried again to read the book in her lap, but it was made up almost exclusively of long paragraphs, and no quotation marks whatsoever, and what is the point of a book, thought Alice, that does not have any quotation marks?
She was considering (somewhat foolishly, for she was not very good at finishing things) whether one day she might even write a book herself, when a man with pewter-colored curls and an icecream cone from the Mister Softee on the corner sat down beside her.
(Asymmetry).

De goede verstaander hoort hierin de echo van:

Alice was beginning to get very tired of sitting by her sister on the bank, and of having nothing to do: once or twice she had peeped into the book her sister was reading, but it had no pictures or conversations in it, ‘and what is the use of a book,’ thought Alice, ‘without pictures or conversations?’
So she was considering, in her own mind (as well as she could, for the hot day made her feel very sleepy and stupid),  whether the pleasure of making a daisy-chain would be worth the trouble of getting up and picking the daisies, when suddenly a White Rabbit with pink eyes ran close by her. (Alice’s Adventures in Wonderland)

Ondanks alle ingrepen in de tekst blijft het fragment onmiskenbaar een eerbetoon aan Lewis Carroll. Die echo van Carrolls Alice moest natuurlijk terugkomen in mijn vertaling, maar de Nederlandse lezer kent Carrolls Alice dankzij de befaamde vertaling die Nicolaas Matsier maakte:

Alice begon er schoon genoeg van te krijgen om almaar naast haar zus te zitten, op de oever, en niets te doen te hebben. Eén of twee keer had ze een blik geworpen in het boek dat haar zus las, maar er stonden geen plaatjes of gesprekken in. ‘En wat heb je aan een boek,’ dacht Alice, ‘zonder plaatjes of gesprekken?’
Dus vroeg ze zich juist af (zo goed en zo kwaad als dat ging, want de warme dag maakte haar behoorlijk slaperig en suf) of het rijgen van een madeliefjesketting leuk genoeg was om ervoor op te staan en de madeliefjes te plukken, toen er plotseling een Wit Konijn met roze ogen vlak langs haar heen holde. (De avonturen van Alice in Wonderland)

Het leverde uiteindelijk de volgende vertaling op, met daarin een echo van Matsier/Carroll:

Alice begon er schoon genoeg van te krijgen om hier in haar eentje te zitten met niets omhanden. Om de zoveel tijd waagde ze zich weer eens aan het boek dat op haar schoot lag, maar het bestond vrijwel geheel uit lange alinea’s, met nergens een aanhalingsteken te bekennen, en wat heeft een boek zonder aanhalingstekens nou voor zin, dacht Alice bij zichzelf.
Ze vroeg zich juist af (een beetje tegen beter weten in, want ze was geen ster in dingen afmaken) of ze, wie weet, zelf nog eens een boek zou schrijven, toen er een man naast haar kwam zitten met tingrijze krullen en een ijsje van de Mister Softee op de hoek. (Asymmetrie)

Welk boek Alice aan het lezen is en wat een verhaal zonder aanhalingstekens voor zin heeft, zijn vragen waarmee ik u graag Hallidays doolhof in stuur. Of, vrij naar een tekst van Loesje: Ga je mee verdwalen? Ik weet de weg.

Lisette Graswinckel is alumna van de Vertalersvakschool en redactielid van literair tijdschrift Pluk. Ze vertaalde Claire North, Edith Wharton, Joseph Conrad en Edna Ferber.

pro-mbooks1 : athenaeum