De kanonnen van de filosofie en de tijdsgeest in mijn boekenkast

17 april 2018
| | | | | | | | | | | | | |

Miriam Rasch richtte voor de Maand van de Filosofie een etalage in bij Athenaeum Boekhandel op het Spui. Op ons verzoek licht ze haar keuze toe.

Het is magisch, troostrijk en verontrustend tegelijkertijd: het besef dat wat je leest tijdens je studietijd, de ‘vormende jaren’, ook daadwerkelijk een onuitwisbare indruk maakt op je geest en zo je denken vormgeeft. Of nou ja, dat is bij mij het geval. Het is magisch omdat boeken dus echt je leven kunnen veranderen, troostrijk omdat je altijd kunt terugvallen op die oude vrienden, en verontrustend omdat je blijkbaar het gevaar loopt te verstarren in de wortels van een denken dat steeds verder in het verleden komt te liggen.

‘Mijn’ boekenkast, samengesteld naar aanleiding van de Maand van de Filosofie, kan ik niet anders dan beginnen met de kanonnen die mijn denken hebben gevormd: Kierkegaard, Proust, Dostojevski, Montaigne en Sartre. Van die pillen die tegen de duizend pagina’s lopen of daar nog overheen gaan, waar ik toen de tijd voor had of nam of moest nemen, en die ik direct toepaste op wat er op dat moment in mijn leven gebeurde. Het was niet alleen een kwestie van een kneedbaar brein dat in de gewillige handen van deze auteurs terecht kwam, ik zocht zelf actief (wanhopig?) naar boeken die mijn denken, mijn denken over mijn leven, konden vormen.

Het is Maand van de Filosofie, en dit is de etalage van Miriam Rasch, met onder anderen Proust, Dostojevski en Sebald

Tegenwoordig is het in één oogopslag duidelijk dat het hier gaat om een rij (en die rij gaat verder met Nietzsche, Derrida, Barthes en Todorov) witte mannen, oude mannen uit overwegend West-Europese landen, well-to-do, enzovoorts. Dat is het verontrustende: dat er een verandering van tijdgeest voor nodig is om dit daadwerkelijk in te zien, zelfs als vrouw die graag nadenkt over denken…

Hoog tijd dus om ook wat vrouwen aan de lijst toe te voegen. De belangrijkste filosofe voor mij is Martha Nussbaum geweest, vanwege haar gebruik van literatuur in haar filosofisch onderzoek. Love’s knowledge was een eyeopener: zo kon je dus ook over literatuur schrijven! Niet alleen door de sporen van de taal te volgen, maar ook die van het hart. In de jaren die volgden ben ik vooral geïnteresseerd geraakt in de andere manieren waarop vrouwen filosofie bedrijven – waarmee ik niet wil zeggen dat er iets is als ‘de vrouwenfilosofie’. Het is wel de reden waarom ik ook dichteres Szymborska in de kast zet, en de bloemlezing van Joke Hermsen, Het denken van de ander.

Het is Maand van de Filosofie, en dit is de etalage van Miriam Rasch, met onder anderen Audre Lorde, Maggie Nelson, Maxim Februari, Marja Pruis

Ook uit andere culturen kan mijn kast (nog altijd) wat toevoegingen gebruiken. Gelukkig is daar nu steeds meer aandacht voor. Het betekent voor mij niet dat de kanonnen hierboven definitief naar de asbelt van de geschiedenis moeten worden verwezen, dat we daar niet meer over mogen praten, schrijven of lesgeven. Het geeft vooral reden tot opgetogenheid: er is een gigantische wereld aan filosofisch denken en schrijven om te ontdekken, een wereld die langzaamaan ontsloten wordt door vertalingen en inleidingen. Eindelijk.
Ook Afro-Amerikaanse schrijvers reflecteren al decennia op hun geschiedenis, maar kregen tot voor kort bij het grote publiek en aan de meeste filosofiefaculteiten weinig of geen aandacht. Er is zoveel goeds en inzichtelijks te lezen, dat zomaar opnieuw je denken zou kunnen hervormen. Ik heb hier opgenomen: het bekende boek van Ta-Nehisi Coates, omdat het een toegankelijk werk is voor wie niet veel van de materie weet, en een bundeling van Audre Lorde, dichteres, essayist, denker.

Ik opereer in een dubbel vakgebied, dat van de literatuur en van het filosofische onderzoek naar internet, digitale media en datatechnologie. Een van de interessantste literaire schrijvers die zich onderdompelt in wat ik noem de ‘postdigitale wereld’ is Tom McCarthy. Hij schrijft met even groot gemak over Bataille en Blanchot, als over technologie bij David Lynch en de opkomst van telefonie. Hier heb ik zijn laatste boek opgenomen, Typewriters, Bombs, Jellyfish, maar zijn roman Satin Island is misschien wel nog beter (en ook filosofisch!). Unrelated, maar van het hoogste belang: een kast is geen boekenkast als Sebald er niet in staat. 

Ten slotte mag een selectie van boeken over internet en data natuurlijk niet ontbreken. Byung-Chul Han is een filosoof die mij steeds weer verrast en intrigeert. Hij schrijft niet alleen over de filosofische implicaties van dataverzameling en alomtegenwoordige (sociale) media, maar ook over wat dat doet met de mens: altijd bezig te werken, er goed te uitzien, geld en spullen te vergaren. Een analyse die ook Hartmut Rosa maakt in Leven in tijden van versnelling en wat nu steeds meer weerklank krijgt, ook buiten de filosofie. Van een andere orde is Eugene Thackers drieluik The Horror of Philosophy, een werk dat je kunt plaatsen in de recente stroming van de object oriented ontology. Het gaat niet eens zozeer over internet of data, maar probeert wel iets te zeggen over al die mensen, dingen, ervaringen en werken die zich buiten het allesverklarende techno-wetenschappelijke domein plaatsen, van middeleeuwse monniken tot aan de sic-fi horror van H.P Lovecraft. Een duizelingwekkend boek, dat de grenzen van het denken weer wagenwijd openzet. Magisch, troostrijk, verontrustend.

Miriam Rasch studeerde literatuurwetenschap en filosofie en werkt als onderzoeker en docent media/filosofie bij de Hogeschool van Amsterdam. Vorig jaar verscheen bij De Bezige Bij haar essaybundel Zwemmen in de oceaan. Berichten uit een postdigitale wereld [fragment]Meer op miriamrasch.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum