Zulajka opent haar ogen van Guzel Jachina vertalen

01 mei 2018
| | |

Arthur Langeveld vertaalde Zulajka opent haar ogen van Guzel Jachina. Voor ons schreef hij over zijn vertaling van de eerste zin en andere vertaalobstakels.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Zulajka opent haar ogen. Op 9 mei (19.30 uur) organiseren we een leesclub rondom dit boek, kom ook!

De eerste zin van Zulajka opent haar ogen, de roman waarmee de Russisch-Tataarse schrijfster Guzel Jachina in 2015 debuteerde, levert de vertaler weinig problemen op. Hij is namelijk gelijk aan de titel: Зулейха открывает глаза – Zulajka opent haar ogen. De betekenissen van titel en eerste zin zijn niet helemaal dezelfde.

De titel refereert aan de ontwikkeling die Zulajka, een analfabete vrouw die nooit haar Tataarse boerendorp heeft verlaten en in feite de slavin is van haar man en schoonmoeder, doormaakt als slachtoffer van de meedogenloze campagne tegen de koelakken, de welgestelde boeren, die in 1930 in de Sovjet-Unie losbarstte.

Zulajka wordt in een overvolle veewagon op transport gesteld naar Siberië, een reis die een half jaar duurt. In Siberië aangekomen worden de overlevenden, onder wie Zulajka, de eerste winter in de taiga aan hun lot overgelaten. Ze moeten samen zien te overleven. Zulajka is alleen, haar man is doodgeschoten. De ontwikkeling die zij in de taiga noodgedwongen doormaakt verandert haar van een slaafse moslima in een redelijk zelfstandige vrouw. Daar refereert de titel aan.

Zulajka wordt ook gewoon wakker

Maar in de eerste zin wordt ze gewoon wakker. Het is januari, en Zulajka wil voor de anderen opstaan. Ik had dit dan ook met ‘Zulajka doet haar ogen open’ willen vertalen, maar ik hechtte er toch aan om de titel in de eerste zin te herhalen. Ik ga nog even verder met de eerste alinea:

‘Zulajka opent haar ogen. Aardedonker. Achter het dunne gordijn klinkt zachtjes het gezucht van de ganzen. Het één maand oude veulen smakt met zijn lippen, op zoek naar de uier van zijn moeder. Door het raampje bij het hoofdeinde klinkt het doffe geloei van de januarisneeuwstorm. Maar het tocht niet – voor de kou inviel heeft Moertaza alle kieren bij de ramen dichtgemaakt. Moertaza is een goede man. En een goede echtgenoot. Hij ligt in de mannenafdeling daverend en sappig te snurken. Slaap maar lekker, voor zonsopgang is de slaap het diepst.’

Meteen in de eerste alinea zit de lezer niet alleen midden in het huis van Zulajka – een degelijk gebouwd boerenhuis – maar ook in haar hoofd. Alles wordt vanuit haar gezichtspunt bezien, zonder enig commentaar van de verteller. Op zich is deze alinea niet heel moeilijk te vertalen, maar toch heeft het me de nodige hoofdbrekens gekost om de juiste toon te vinden. Het moet intiem zijn, maar niet tuttig of banaal. En het blijft niet bij deze alinea. In deze toon gaat het nog tientallen bladzijden door.

Natte kip

Overigens wordt de vertaler al voor die eerste zin met een vertaalprobleem geconfronteerd, namelijk op de titelpagina van het eerste deel van het boek. Dat eerste deel heeft een naam: мокрая курица, letterlijk natte kip, wat best grappig is, maar geen normaal en direct begrijpelijk Nederlands, terwijl natte kip in het Russisch een heel normale uitdrukking is voor een stom vrouwspersoon. Het moet dus naar de geest worden vertaald, en het is stomme trien geworden. Stomme troel had ook gekund, maar dat zou net iets te grof zijn. Zulajka wordt thuis door haar schoonmoeder zo genoemd, dus het moet neerbuigend en minachtend zijn, maar niet te grof. Ik heb nog aan kip zonder kop gedacht, om die kip erin te houden, maar dat heeft toch niet helemaal de bedoelde betekenis, van iemand die te stom is om voor de duvel te dansen.

Toch blijf je als vertaler meteen al met een licht onbevredigd gevoel zitten. Natte kip is leuker en plastischer dan stomme trien, maar het is niet anders. Vertalen is onder meer leren accepteren dat je een ideaal kunt nastreven maar zelden bereiken.

Arthur Langeveld vertaalde werken van onder andere klassieke Russen als Gogol, Gontsjarov, Tolstoj en Dostojevski, maar ook van modernere schrijvers als Pilnjak, Charms, Makanin, Astafjev en recentelijk Zulajka opent haar ogen van Guzel Jachina. In 2006 werd hem de Nijhoff prijs voor vertalingen toegekend voor zijn hele oeuvre. Daarnaast is hij van 1974 tot 2012 universitair docent aan de Universiteit van Utrecht geweest, waar hij Russische taal, literatuur en geschiedenis doceerde. Ook is hij de auteur van Vertalen wat er staat, een inleiding in de theorie van het literaire vertalen, van Russische literatuur in kort bestek, en samen met Willem Weststeijn van Moderne Russische literatuur.

pro-mbooks1 : athenaeum