4 vragen aan Peter Zantingh, schrijver van Tussentijds

02 mei 2023
| | | | | | |

Peter Zantingh maakt met Tussentijds kans op Libris Literatuurprijs 2023. Op ons verzoek koos hij vier vragen om te beantwoorden. Lees bij ons over, onder andere, welk boek hem hard deed lachen. ‘Maar het laatste boek waar ik echt heel veel om gelachen heb is Mamamorfose, de graphic novel over moederschap van Renske de Greef. Dan weer herkenbaar, dan weer prettig absurdistisch, en altijd met heel veel taalgevoel. Ik moest erom lachen zoals je lacht om een goede stand-up-show.’

N.B. Lees ook Julia Maria Keers over Tussentijds en een fragment uit Na Mattias.

Welk boek heeft je hardop doen lachen?

O, ik lach vrij makkelijk tijdens het lezen, om een goede zin of een heerlijk geschreven scène of dialoog: ik denk nu aan Rivka in de kampeerwinkel in Nina Polaks Buitenleven, of het slot van hoofdstuk 81 van Otmars zonen van Peter Buwalda. Maar het laatste boek waar ik echt heel veel om gelachen heb is Mamamorfose, de graphic novel over moederschap van Renske de Greef. Dan weer herkenbaar, dan weer prettig absurdistisch, en altijd met heel veel taalgevoel. Ik moest erom lachen zoals je lacht om een goede stand-up-show.

[Lees op onze site (andere) fragmenten uit Buitenleven en Otmars zonen.]

Welk boek heeft je leven veranderd?

Ik kan je misschien zelfs de zin noemen. Het was begin juni 2009 en ik las Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? van Johan Harstad. De zin was ‘Ze keek ontredderd en leek te krimpen in het bed, ik moest een poosje tussen de lakens zoeken voordat ik haar weer vond.’ Eerst is het nog beeldspraak, ze leek te krimpen, en dan, nog in dezelfde zin, loopt het over in de beschreven werkelijkheid: hij moest haar echt even zoeken tussen de lakens. Wonderlijk, levendig, grappig. Dat dit mocht, dat je zo kon schrijven! Ik denk dat dit het boek was waardoor ik zelf wilde schrijven.

[Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? verscheen voor Athenaeum.nl in deze vorm werd opgericht, maar we volgden Harstad sindsdien wel. Lees Edith Koenders en Paula Stevens over hun vertaling van Max, Mischa en het Tet-offensief, Fleur Speets lyrische bespreking en een fragment. Ook uit Heterdaad publiceerden we voor.]

Welk boek herlees je ieder jaar?

The Things They Carried van Tim O’Brien, een verhalenbundel over de Vietnamoorlog. Ik las het voor het eerst ín Vietnam, in 2017. Hij speelt een slim spel met onderlinge verbanden tussen de verhalen: namen van soldaten komen op meerdere plekken terug, gebeurtenissen ook. Meerdere keren grijpt hij terug op iets wat hij je eerder verteld heeft, om het vanuit een ander perspectief nog eens te bezien, of juist om je te vertellen dat het toch eigenlijk net anders ligt. Omdat, schrijft hij, oorlogsverhalen hun eigen waarheidswetten hebben: ‘A thing may happen and be a total lie; another thing may not happen and be truer than the truth.’ 

[Lees over eerste zin van Tim O'Brien, Wat ze droegen, vertaald door Mechteld Jansen]

Waar genoot je het meeste van tijdens het werken aan dit boek?

Ik schreef de eerste versie in de lente van 2021. Om Ehingen, het Duitse stadje waar een belangrijke scène zich afspeelt, goed te kunnen beschrijven, keek ik onder meer op Google Street View. Hoe ziet het station eruit, hoe loop je vanaf daar naar het centrum, waar ligt dat park met de Biergarten precies? Een paar maanden later dacht ik: nee, ik wil er toch ook zelf naartoe. Dezelfde reis maken, dezelfde eindbestemming hebben als mijn hoofdpersoon. Dus ik ging, met de trein, medio juli. Aan het begin van die zomeravond stapte ik uit de trein. En plots, heel helder, het gevoel: ik ben zojuist mijn boek binnengelopen. Dat was heel bijzonder.

pro-mbooks1 : athenaeum