De eerste zin van László Krasznahorkai, Satanstango, vertaald door Mari Alföldy

06 juni 2013
| | | |

Pers en publiek in Hongarije herkenden László Krasznahorkai's Satanstango als een werk van klassieke allure toen het in 1985 verscheen. Ondanks de communistische censuur werd het een groot succes, en internationaal werd het niet veel later bejubeld als een meesterwerk. Inmiddels is het verfilmd en vertaald in het Engels, Duits Frans, Spaans en vele andere talen. Enkele weken geleden werd het werk bekroond met de internationale Best Translated Book Award.

Dit jaar verscheen de eerste Nederlandse uitgave van Satanstango. Wij vroegen Mari Alföldy om een toelichting bij haar vertaling.

Egy október végi nap reggelén, nem sokkal azelőtt, hogy az irgalmatlanul hosszú őszi esők első cseppjei lehullottak a szikes, repedezett földre a telep nyugati oldalán (hogy aztán a bűzlő sártenger egészen az első fagyokig járhatatlanná tegye a dűlőutakat, s megközelíthetetlenné váljon a város is), Futaki arra ébredt, hogy harangszót hall.
Op een ochtend tegen eind oktober, vlak voordat de eerste druppels van de onbarmhartig lange herfstregens op de gebarsten grond van het verdorde land ten westen van de kolonie zouden neerdalen (waarna door de stinkende modderzee de landwegen tot het invallen van de vorst onbegaanbaar zouden zijn, zodat ook de stad niet meer te bereiken was), werd Futaki wakker van het gebeier van klokken.

In de zevenenhalf uur durende cultfilm Sátántangó van Béla Tarr, de verfilming uit 1995 van Krasznahorkai's roman, zien we in een groot deel van die uren regen die in zwart-wit neervalt op een desolaat landschap. In de romantekst is de toon ook meteen in de eerste zin gezet: veel vrolijks staat ons in dit door 'onbarmhartige' regens overspoelde land niet te wachten. Ook de klokken zullen een belangrijke rol spelen en het is misschien geen spoiler als ik vertel dat deze raadselachtige klokken, nadat ze eerst een bijna mythische symboliek wordt toegedicht, een nogal prozaïsche verklaring zullen blijken te hebben. In Krasznahorkai's wereld is er geen transcendentie en ook geen verlossing.

Satanstango gaat over de bewoners van een leeglopende negorij op het Hongaarse platteland, verliezers die geen kans maken op een beter leven ergens anders. Ook de charismatische, profeet-achtige figuur Irimiás, die in de loop van het verhaal weerkeert en van wie ze hopen dat hij hun een betere toekomst zal bezorgen, zal hun vertrouwen beschamen.

Bovenstaande openingszin, de eerste van vele lange, gecompliceerde, geciseleerde typische Krasznahorkai-zinnen, was waarschijnlijk de vaakst herschreven zin uit mijn vertaalcarrière. Wat een tekst precies lastig maakt is nogal moeilijk uit te leggen, want daarvoor zou ik u moeten vertellen wat er 'letterlijk' in het Hongaars staat, en als dat makkelijk kon, dan, u begrijpt het al, was het vertalen niet zo moeilijk.

Ter illustratie toch een klein 'vertaalprobleempje'. De 'gebarsten grond' (een betere vertaling zou zijn: 'vol barstjes', maar dat kun je in het Nederlands nu eenmaal niet bijvoeglijk gebruiken, en een bijzin als 'die vol barstjes zat' zou de toch al ingewikkelde zin nog zwaarder maken) wordt in het Hongaars ook nog szikes genoemd. Dat is een heel gewoon woord voor een bepaald type grond in een landschapsbeschrijving, waarvan het Nederlandse equivalent echter 'alkalische grond' zou zijn - een woord dat ik te technisch vind voor de eerste zin van een roman. In een literaire vertaling moet men idealiter streven naar wat met een mooi Duits woord Wirkungsequivalenz genoemd wordt: de Nederlandse lezer zo veel mogelijk dezelfde leeservaring bezorgen als de lezer van de brontaal. Als Hongaarse lezer een landschapsbeschrijving leest, moet de Nederlandse lezer niet met een geologische verhandeling worden opgezadeld, ook al zegt het woordenboek dat szikes alkalisch betekent. Alkalisch moest dus sneuvelen, al is weglaten geen vertaaloplossing om trots op te zijn. Gelukkig roepen de barsten het beeld van dat type landschap al voldoende op.

Mari Alföldy studeerde Klassieke Talen en Hongaars. Sinds 1998 werkt zij voornamelijk als literair vertaler. Ze vertaalde romans van onder anderen Sándor Márai, Imre Kertész, György Konrád, Géza Ottlik en Dezso Kosztolányi. 

Een fragment uit Satanstango is te lezen op de site van Uitgeverij Wereldbibliotheek.

pro-mbooks1 : athenaeum