Het eerste gedicht van Jan Wagners Regentonvariaties, vertaald door Ria van Hengel

01 maart 2016
| | | | |

10 maart wordt bij Athenaeum Jan Wagners bundel Regentonvariaties gepresenteerd. We vroegen Ria van Hengel haar vertaling van het eerste gedicht toe te lichten.

De titel van het eerste gedicht in de bundel Regentonvariaties is in het Duits 'Giersch'.

Jan Wagner (1971), die voor deze bundel als eerste dichter ooit de prestigieuze Preis der Leipziger Buchmesse ontving, is niet alleen een uiterst creatieve geest, een schepper van verrassende beelden en een virtuoos speler met taal, maar ook een meester van de vorm: hij werkt veel met klassieke versvormen als stanza, sonnet en sestina, waarin metrum en/of rijmschema gegeven zijn, en gebruikt ook in zijn 'vrije' gedichten vaak een opvallend ritme, veel klankherhalingen, alliteraties en assonanties en zelfs een wat hij noemt 'vuil' of 'scheefstaand' rijm, waarbij Uppsala rijmt op Obstsalat en Geräusch op Garage, Schuld op Feld.

Natuurlijk wilde ik dat alles redden in de vertaling, maar dat is onmogelijk zonder concessies te doen, hetzij aan de vorm, hetzij aan de inhoud - dat moest ik bij elk gedicht opnieuw afwegen. Soms had het rijmschema of de speciale klank van een woord prioriteit en heb ik dus veel woorden en zinnen veranderd of verplaatst en nieuwe beeldelementen bedacht, soms heb ik het rijm laten vallen ten gunste van de inhoud en/of de muzikaliteit.

'Giersch' heet in het Nederlands zevenblad, bekend en gevreesd bij elke tuinliefhebber. De plant is een enorme woekeraar, slokt alles op, en daar gaat het gedicht ook over: de tweede regel luidt 'mit dem begehren [Gier] schon im namen', en het gedicht loopt over van de aan 'giersch' ontleende s-, sch- en, iets minder, ie-klanken ('als schäumen, als gischt, der ohne ein geräusch geschieht' enz.). Hoe doe je dat in 's hemelsnaam met 'zevenblad'?

Ik ging eerst maar eens naar synoniemen zoeken. De plant blijkt vele regionale namen te hebben: geitenpoot, gerardskruid, krup-dur-den-tuin, tuinmansverdriet, maar ook heers, geer en hirs. Daaruit kies ik om te beginnen 'geer', want daar kan ik de 'begeerte' uit de tweede regel aan koppelen. Vervolgens blijk ik in de laatste regels, waar in het Duits de sch-klanken de pan uit rijzen, uit te komen op veel woorden met s, sch en ui: gebruis, schuim, opspuit, omhoogkruipt, schuift, en ik vermoed dat ik daarmee de Duitse ie en sch zou kunnen compenseren. Maar die klanken moeten dan wel in de naam van de plant terugkomen. Dan combineer ik 'geer' met de betekenis die zo duidelijk in 'krup-dur-den-tuin' zit, en creëer ik 'sluipgeer'. Dat wordt de titel van het gedicht. Dat ik vervolgens tussen haakjes 'zevenblad' erachter heb gezet om de Nederlandse lezer tegemoet te komen, is het resultaat van overleg met Jan Wagner zelf, met wie ik uiteraard veel contact had over de bundel.

Hier volgt het gedicht, met daaronder mijn vertaling.

giersch

nicht zu unterschätzen: der giersch
mit dem begehren schon im namen - darum
die blüten, die so schwebend weiss sind, keusch
wie ein tyrannentraum.

kehrt stets zurück wie eine alte schuld,
schickt seine kassiber
durchs dunkel unterm rasen, unterm feld,
bis irgendwo erneut ein weisses wider-

standsnest emporschiesst. hinter der garage,
beim knirschenden kies, der kirsche: giersch
als schäumen, als gischt, der ohne ein geräusch

geschieht, bis hoch zum giebel kriecht, bis giersch
schier überall spriesst, im ganzen garten giersch
sich über giersch schiebt, ihn verschlingt mit nichts als giersch.

sluipgeer (zevenblad)

niet te onderschatten: de sluip-
geer, met de begeerte al in de naam, daarom
de bloemen die zo zwevend wit zijn, kuis
als een tirannendroom.

komt steeds terug als een oude schuld,
kruit door het duister zijn smokkelwaar
onder het gras door, onder het veld,
totdat een nieuwe witte verzetshaard

ergens weer opduikt. achter het tuinhuis,
bij de struiken, tussen de kruiden:
sluipgeer als bruisen zonder geluid,

dat schuimend opspuit, langs puien omhoogkruipt, totdat sluipgeer
alle ruimte gebruikt om uit te spruiten, tot overal sluipgeer
over sluipgeer schuift, de tuin verslindt met uitsluitend sluipgeer.

Op deze manier heb ik weliswaar heel veel veranderd, maar denk ik toch recht te hebben gedaan aan de inhoud, en zelfs aan de vorm van het gedicht. En dan volgen er nog 55 andere gedichten, met vergelijkbare uitdagingen voor de vertaler. Dit was echt het spannendste karwei uit mijn toch al zeer lange vertalersloopbaan.

Het eerste gedicht van Jan Wagners Regentonvariaties, vertaald door Ria van Hengel

Delen op

pro-mbooks1 : athenaeum