De eerste zin, vroeger en nu, van Gabriel García Márquez' Honderd jaar eenzaamheid

04 mei 2017
| | | |

In 1967 verscheen Gabriel García Márquez’ meesterwerk Honderd jaar eenzaamheid, waarmee de Latijns-Amerikaanse literatuur definitief op de wereldkaart werd gezet. Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van deze prachtige familiekroniek brengt Uitgeverij Meulenhoff een luxe jubileumeditie in een fonkelnieuwe vertaling van Mariolein Sabarte Belacortu. Wij vroegen haar om een toelichting bij haar vertaling van de eerste zin van de roman.

Honderd jaar eenzaamheid verhaalt van het exotische en tragische geslacht Buendía, dat de stad Macondo op het moeras veroverde, ruim een eeuw voordat de stad haar apocalyptische einde vindt. Natuurrampen, exploitatie en meedogenloze oorlogen bepalen de geschiedenis van de Buendía’s, waarvan de stichter José Arcadio, een alles beproevende amateur-alchemist, onder meer bewijst dat de wereld rond is: een zinvolle, zij het late ontdekking.

Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliano Buendía denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met het ijs.

Zo luidt de eerste regel van de roman in de vertaling uit 1972, van de hand van collega C.A.G. van den Broek (1935-1990). In de nieuwe vertaling van het boek, van mijn hand, zult u zien dat ik aantal dingen heb gewijzigd. Was het echt nodig om het boek opnieuw te vertalen? vraagt u zich misschien af. Ik denk van wel, en ik zal uitleggen waarom.

Deelwoorden en voorzetsels

Het argument van gewenning, het staat er zo en het moet zo blijven, weegt niet op tegen mijn gevoel van ongemak als ik op dat vierde woord in de zin, ‘staande’, stuit. Ik herinner me nog altijd hoe de docent Latijn ons op het hart drukte tegenwoordige deelwoorden, zoals staande, 'op te lossen' in het Nederlands, als er geen dringende behoefte is om het te laten staan. Dus niet ‘staande voor het vuurpeloton’ te schrijven maar ‘toen hij voor het vuurpeloton stond’.

In het onderhavige geval is het de vertaler zelf die de behoefte voelde een tegenwoordig deelwoord in het Nederlands in te voeren, terwijl er in het Spaans alleen een voorzetsel staat: ‘frente al pelotón’, vóór het vuurpeloton. Dat er voor een vorm van ‘staan’ wordt gekozen, is heel begrijpelijk, ik doe het ook, alleen is ‘staande’ niet mijn keuze. Nu eerst even naar het origineel kijken:

Muchos años después, frente al pelotón de fusilamiento, el coronel Aureliano Buendía había de recordar aquella tarde remota en que su padre lo llevó a conocer el hielo.

(Tijds)bepalingen

Het probleem zit hem in de volgorde van de bepalingen: eerst komt de tijdsbepaling, ‘Muchos años después’, vele jaren later, daarna de plaatsbepaling, ‘frente al pelotón’, voor het peloton, en dan pas volgen onderwerp en gezegde van de zin: ‘el coronel Aureliano Buendía había de recordar’, kolonel Aureliano Buendía moest denken aan. In het Spaans is zo’n volgorde geen enkel probleem, maar in het Nederlands schuurt het: voor ons voelt het natuurlijker het onderwerp op de tweede plaats in de zin te zetten.

Andere mogelijkheden zijn ‘Toen hij vele jaren later…’ of zelfs ‘Toen kolonel Aureliano Buendía vele jaren later voor het vuurpeloton stond…’. Maar net als mijn voorganger handhaaf ik de opvallende woorden waarmee García Márquez zijn grote vertelling begint, ‘Vele jaren later…,’ en zet dan als nadere tijdsbepaling, ‘toen hij voor het vuurpeloton stond.’ Dan gaat de zin verder: ‘moest kolonel Aureliano Buendía vast aan die verre middag denken waarop zijn vader hem had meegenomen om het ijs te leren kennen.’

De oplettende lezer ziet hier het woordje ‘vast’ opduiken, gebruikt in de betekenis van ‘hoogstwaarschijnlijk’. Daarmee wordt de werkwoordsvorm ‘había de’ zo dicht mogelijk benaderd. Als je schrijft: ‘moest hij denken aan die middag,’ verdwijnt de twijfel die het werkwoord ‘haber de’ aangeeft, en ik wilde deze nuance beslist behouden. Wie weet met zekerheid wat iemand denkt vlak voordat hij wordt gefusilleerd?

Nog iets wat ik heb veranderd: ‘een lang vervlogen middag.’ Vervlogen is voorbij, verdwenen in de tijd. Maar ‘remoto’ betekent: ‘ver’. Het gaat juist om een zeer bepaalde middag waaraan hij terugdenkt, een ‘tarde remota’: een verre middag.

Tot slot verschillen onze vertalingen nog wat betreft de ontmoeting met het ijs. Het voordeel van de oude vertaling is dat, net als in het origineel, het woordje ‘íjs’, waar het allemaal om draait, ook in het Nederlands op de laatste plaats in de zin terechtkomt: ‘kennis te maken met het ijs’, ‘conocer el hielo’. Ik vond het in eerste instantie wel leuk om ‘kennis maken’ te gebruiken, het heeft iets ironisch, al is het ongebruikelijk, je maakt eerder kennis met een mens dan met een ding. Dezelfde zin komt door het hele boek meerdere malen voor, steeds om met iets anders ‘kennis te maken’. Het klonk naar mijn gevoel steeds misplaatster, vooral omdat ‘conocer’ helemaal niet in ironische zin wordt gebruikt, in geen van de gevallen. Dus is bij mij ‘om kennis te maken met het ijs’ toch veranderd in: ‘het ijs te leren kennen.’

Mariolein Sabarte Belacortu is sinds 1969 werkzaam als vertaalster, vooral van Latijns Amerikaans proza. Daarnaast vertaalt ze poëzie, onder meer voor Poetry International, en geeft ze les op de Vertalers Vakschool. In 2010 ontving ze de oeuvreprijs van het Nederlands Letterenfonds.

pro-mbooks1 : athenaeum