De eerste zinnen en het Vlaams in Willem Elsschots Cheese, vertaald door Sander Berg

06 juli 2017
| | | |

Onlangs verscheen een nieuwe Engelse vertaling van Willem Elsschots Kaas van de hand van Sander Berg: Cheese. Wij vroegen hem de eerste zinnen, maar vooral andere vertaalkwesties toe te lichten. Over Vlaamse onduidelijkheden, register, verduidelijkingen en idioom.

N.B. Eerder brachten we een fragment uit Vic van de Reijts biografie Elsschot. Lees het op Athenaeum.nl.

Eindelijk schrijf ik je weer omdat er grote dingen te gebeuren staan en wel door toedoen van mijnheer Van Schoonbeke. Je moet weten dat mijn moeder gestorven is. Een nare geschiedenis, natuurlijk, niet alleen voor haar maar ook voor mijn zusters, die zich er bijna dood aan gewaakt hebben.
At last I am writing to you again, because great things are about to happen, and all thanks to Mr Van Schoonbeke. You should know that my mother died. An unpleasant business of course, not just for her but also for my sisters, who nearly killed themselves keeping vigil.

Zo begint Elsschot zijn beroemde novelle Kaas. Een vreemd begin, eigenlijk. Het idee dat het verhaal uit een serie brieven bestaat lijkt al snel te worden opgegeven. En het is al helemaal niet duidelijk aan wie Laarmans schrijft. Het kan wel verklaren waarom er later soms ineens de tegenwoordige tijd gebruikt wordt: ‘En nu zit ik in mijn kantoor, na dat afmattend uitdragen’ (‘And now I’m sitting in my office, after those exhausting deliveries’). Maar Elsschot is sowieso heel flexibel met zijn werkwoordstijden.

In de passage waar Laarmans een naam bedenkt voor zijn firma schakelt hij plots van de verleden naar de tegenwoordige tijd: ‘Ik begon met… Toen kwam ik op… Daarop probeerde ik… Klinkt beter. Ik begin het licht te zien’ (‘I began with… So I came up with… After that I tried… That sounds better. I’m beginning to see the light’). De Spaanse en Franse vertalingen – ik sla er graag anderstalige vertalingen op na om ideeën op te doen – gebruiken hier uitsluitend de verleden tijd. Dat loopt lekkerder, maar ik wilde juist dat bruuske van Elsschot behouden. Hetzelfde gebeurt wanneer Laarmans de kaaswinkel bezoekt in een tot mislukken gedoemde poging volvette Edammers te verkopen.

Uit de context raden, spitwerk en snoeien

Als freelancer vertaal ik vooral vanuit het Spaans en het Frans naar het Engels. Dus Nederlands-Engels? Dat moet te doen zijn, dacht ik. Geen twee talen waarin ik beter thuis ben. Ik kwam er echter al snel achter dat ik geen moedertaalspreker van vooroorlogs Vlaams ben. Meestal maakte dat niet uit.

De betekenis van ‘afbellen’, ‘aan de deur smijten’, ‘kwestie krijgen’ en ‘kan aan ‘t mijne niet ruiken’ zijn goed uit de context te raden (‘to hang up’, ‘to give the boot’, ‘to get into an argument’, ‘isn’t a patch on mine’). Andere uitdrukkingen leverden enig spitwerk op: ‘ik moet er met vuile voeten door’ en ‘verder moest ik mij nu maar zelf uit de slag trekken’ (‘I’ve got to be utterly ruthless’ en ‘other than that, I had to fend for myself’).

Elsschots stijl is doorgaans bondig. Mijn eerste versie was ongeveer tien procent langer dan het origineel. Ik heb toen hoofdstuk voor hoofdstuk woorden zitten tellen en ben gaan snoeien. Zonder iets aan inhoud te verliezen uiteraard. Verder is het Elsschot erom te doen alledaags Vlaams te schrijven. Vandaar dat ik al vroeg de beslissing nam persoonsvormen zoveel mogelijk samen te trekken: ‘he’s’, ‘we’re’, ‘I’ve’, ‘they’ll’, enzovoort. Ik koos ook voor ‘who’ in plaats van ‘whom’ in ‘God knows who she was smiling at’ en ‘Who do you represent?’, hetgeen overigens tot enig schermutselen met de editor leidde.

Het belang van register

Register is cruciaal voor een goede vertaling. Door de boot genomen is een hoog register makkelijker te vertalen dan een laag register, om maar niet te spreken van dialect. Als Laarmans zegt: ‘Want van nu af eet ik niet meer, maar dejeuneer, dineer of soupeer’ is dat eenvoudig om te zetten in: ‘Because henceforth I no longer eat, but partake of breakfast, luncheon and dinner.’ Iets lastiger was het gebruik van ‘vader’ in: ‘Was die kreeft soms geen ingemaakte Japanse krab, vader?’ (‘Are you sure the lobster wasn’t canned crab from Japan, old boy?’).

Voorbeelden van een laag register zijn de ‘vier teven’ in de kaaswinkel. Dat zijn niet echt ‘bitches’, maar eerder ‘tarts’, al helemaal omdat Laarmans vermoedt dat zij denken dat hij is gekomen om ze ‘te komen opvrijen’ (‘Do they honestly think I’ve come to flirt with them?’). Het was verleidelijk om ‘gelul’ in ‘Vooruit nu, Frans. 't Is uit met al je kantoorgelul’ als ‘bullshit’ te vertalen, maar gezien de toon van het boek leek mij toch een milder ‘Come on now, Frans! Enough already  with mucking about in your office!’ geschikter.

Vertalen is in zekere zin het up-to-date brengen van een literair werk – vandaar dat er altijd behoefte is aan nog weer een nieuwe vertaling van Homerus – maar je moet waakzaam blijven voor lexicale anachronismen. En ‘bitches’ en ‘bullshit’ horen niet thuis in deze novelle uit de jaren dertig. Vind ik tenminste. Dat er overigens een nieuwe vertaling van Kaas kwam, zo kort na die van Paul Vincent uit 2002, is een beslissing van de uitgeverij. Ik heb de verleiding weerstaan zijn vertaling erop na te slaan om niet beinvloed te worden. Pas achteraf heb ik de twee versies naast elkaar gelegd. Hij vertaalt ‘aan de deur smijten’ met ‘to kick me out’, de teven met ‘vixens’ en 'plunje' als 'dress' waar ik het informelere 'clobber' gebruik.

Verliezen en verduidelijken

Geen enkele vertaling is zonder problemen. Als je geluk hebt is er een elegante oplossing. Heb je pech dan moet je het met minder stellen. Zo heb ik ‘over de Moerdijk’ als ‘our northern neighbours’ vertaald. Dat is een verlies, dat begrijp ik, maar het alternatief is een term die de gemiddelde Engelse lezer niets zegt, of anders een pedante voetnoot. Soms kun je een term verduidelijken door iets toe te voegen: ‘our national anthem’ aan de ‘Brabançonne’, bijvoorbeeld.

Er zijn ook gevallen waar de woordenboekdefinitie niet echt past. Op de werf waar Laarmans werkt wordt Hamer omschreven als een ‘duivelstoejager’. Maar hij is veel meer dan een ‘jack of all trades (and master of none)’; hij is onmisbaar. ‘Factotum’ komt in de buurt, maar is nog altijd teveel een manusje-van-alles. Dus koos ik voor het plechtiger ‘Johannes Factotum’. Het betekent hetzelfde, maar het heeft wat meer cachet.

Woorden vinden

Het gebeurt ook dat je je hoofd breekt over iets ogenschijnlijk heel kleins. Als de zoon van notaris Van Zijpen, een echte gladjanus, probeert bij Laarmans in dienst te komen zegt hij over zijn vader: ‘Ik denk dat er wel tweehonderdduizend pop uit hem te tappen zijn, misschien meer.’ Dan steekt hij een sigaret op en kijkt Laarmans afwachtend aan, maar deze antwoordt slechts: ‘Verder, mijnheer, verzocht ik koel, want pop en tappen stonden mij tegen.’ De kwestie was twee Engelse woorden te vinden waar Laarmans bezwaar tegen kan maken. ‘Tappen’ was makkelijk: ‘squeeze’.

Maar wat te doen met ‘pop’? Je kunt niet zomaar met een andere valuta aankomen. ‘Two hundred thousand quid’ is echt heel veel meer geld dan tweehonderdduizend franc. Omrekenen leek mij geen optie. ‘Bob’ is een shilling en te Engels. Toch had ik twee termen nodig. De oplossing was een ander woord te introduceren, namelijk ‘dosh’: ‘I think we can squeeze a fair bit of dosh out of him, two hundred thousand francs at least, maybe more.’ Waarop Laarmans zegt: ‘“Please continue, sir,” I asked him coolly, because I objected to his use of the words “squeeze” and “dosh”.’

Nog meer uitdagingen

Een andere uitdaging was ‘grote nul’ in: ‘En intussen sta ik daar, als een grote nul.’ Het werd uiteindelijk: ‘Meanwhile I just stood there like a right lemon.’ Dat heeft precies dezelfde connotatie van gêne en nutteloosheid. Als je eenmaal de juiste stem in je hoofd hebt komen dat soort trouvailles vaak vanzelf.

Andere voorbeelden zijn ‘to spring’ en ‘plonk’. Tijdens een soirée bij Van Schoonbeke wil Laarmans indruk maken door een restaurant in Duinkerken te noemen, maar de andere gasten hebben het over de Riviera, ‘zodat ik nu bezwaarlijk Duinkerken vernoemen kon’. Ik maakte daarvan ‘which meant I could hardly spring Dunkirk on them’. In het Engels geeft dat heel precies weer wat er gaande is.

En als Laarmans een bezoek brengt aan Boorman krijgt hij het volgende advies: ‘Je komt dus losweg binnen, misschien wel met een sigaar in de mond, gooit je valies neer als zat er om het even wat in...’ In mijn vertaling: ‘So you enter casually, perhaps with a cigar in your mouth, plonk your suitcase on the floor as if it contained any old thing but cheese…’). Dat ‘plonken’ lijkt me exact wat Boorman in gedachte heeft. Als laatste voorbeeld is er de passage waar Laarmans een van zijn agenten in Brussel bezoekt. Hier was ik vooral tevreden over ‘malarkey’ en ‘baffled’, al heb ik wel lang getwijfeld of ik niet dichter bij het Nederlands zou blijven. De juiste toon won het uiteindelijk van de letterlijke vertaling.

Hij herkende mij niet eens en toen ik zei wie ik was verklaarde hij dat die kaasgeschiedenis hem niet interesseerde. En daarop klapte hij de deur voor mijn neus dicht. Ik begrijp er niets van.
He didn’t even recognize me, and when I said who I was, he told me he wasn’t interested in that cheese malarkey. Whereupon he shut the door in my face. I was baffled.

Sander Berg is onlangs gepromoveerd in de Spaanse letterkunde en is 'Head of Spanish' aan Westminster School. Hij vertaalde eerder ook uit het Frans (onder andere Chrétien de Troyes), Spaans, Portugees, en Nederlands (Paul van Loon).

De eerste zinnen en het Vlaams in Willem Elsschots Cheese, vertaald door Sander Berg

Delen op

€ 14,99
pro-mbooks1 : athenaeum