De eerste zinnen van Leslie Jamisons De gin-kast, vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap

17 februari 2017
| | | |

Onlangs verscheen Leslie Jamisons romandebuut De gin-kast (The Gin Closet), in de vertaling van Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. We vroegen hen hun werk toe te lichten.

On Christmas I found Grandma Lucy lying on linoleum. She’d fallen. The refrigerator hummed behind her naked body like a death rattle. There were bloody tissues balled in her fists, but she was alive and speaking. ‘I just wanted a little yogurt,’ she said. ‘I got a nosebleed.’
Met kerst trof ik oma Lucy op het keukenzeil aan. Ze was gevallen. Het gebrom van de ijskast achter haar naakte lichaam klonk als doodsgereutel. Ze had bebloede zakdoekjes in haar vuisten, maar leefde en praatte. ‘Ik wilde alleen wat yoghurt pakken,’ zei ze. ‘Ik kreeg een bloedneus.’

Zo begint Leslie Jamisons debuutroman The Gin Closet, over Stella en haar tante Tilly. Tilly loopt als tiener van huis weg en raakt verzeild in de onderwereld van Nevada, waar ze zich dertig jaar zonder familie door het leven slaat om ten slotte met een stevige alcoholverslaving in een woonwagen aan de rand van de woestijn te belanden. Daar spoort Stella, die pas als haar oma op sterven ligt van Tilly’s bestaan op de hoogte wordt gebracht, haar uiteindelijk op. Ze trekken een tijdlang samen op en proberen ieder op hun eigen manier hun leven beter vorm te geven. De Lucy uit de eerste zin is Tilly’s moeder.

Eenvoudig met trefzekere beelden

De directe vertelstijl van de eerste alinea is kenmerkend voor Jamisons roman. Het is ook een bedrieglijk eenvoudige vertelstijl, alles rechttoe rechtaan, tot je – de lezer, maar ook wij, de vertalers – opschrikt van een eigenzinnige beeldspraak die trefzeker een sfeer of gevoel oproept, zoals de reutelende ijskast hierboven in de tweede zin. Zo gebeurt het keer op keer dat een scène in een alledaagse context kantelt door een frappant beeld of verrassende vergelijking.

Leslie Jamison schrijft elegant en formuleert zeer geraffineerd, wat je als vertaler dwingt steeds weer op zoek te gaan naar oplossingen die enerzijds recht doen aan haar vondsten en anderzijds niet leiden tot opgetrokken wenkbrauwen bij de Nederlandse lezer. Dat ondervonden we al bij het eerste boek van haar dat in het Nederlands verscheen, Examens in empathie, een bundel essays over uiteenlopende onderwerpen als armoedetoerisme, fantoomziektes, gevangenisstraf en ultramarathons, maar allemaal origineel van invalshoek en geschreven in een heel eigen stijl, poëtisch en met een fijn oor voor dialoog. Ook De gin-kast is wat dat betreft een echte Jamison. Zonlicht sijpelt door de gordijnen als wondvocht door verband en als Lucy eindelijk begint te vertellen over haar lang verloren dochter is ze haast niet meer te stuiten, ‘alsof Matilda een droom was die verloren zou gaan als ze niet snel genoeg verteld werd’.

Mail over graffiti

Wat bij het vertalen altijd helpt is als de schrijver open staat voor contact en gelukkig is dat meestal het geval. Zo ook bij Leslie Jamison. We konden bij haar terecht als we ons afvroegen: bedoelt ze nu dit of dat of misschien wel allebei? Of iets heel anders? Zo komt er in De gin-kast een graffititekst op een openbare wc voor: ‘Jenny razormouthed my squad car.’ Er staat: ‘De muren waren volgekrabbeld met telefoonnummers en schunnige teksten. Sommige begreep ik niet eens.’ Het moest dus iets zijn wat voor de argeloze wc-bezoeker niet te begrijpen is, maar mocht ook geen willekeurige onzin zijn.

We wilden weten of Leslie het zelf verzonnen had of dat het iets was wat ze zelf ooit ergens op een wc had zien staan en of ze er nog iets specifieks mee bedoelde. Haar antwoord: ‘De graffiti moet niet als een normale, begrijpelijke zin te ontcijferen zijn, maar moet wel iets seksueels suggereren. Ook vrouwelijke agressie – de mogelijkheid van een vrouw die een man heeft bezeerd tijdens het pijpen. Maar het gevoel dat de graffiti vooral moet oproepen is boosheid of verontwaardiging, terwijl de taal tevens absurd aanvoelt.’ We hopen dat we datzelfde effect hebben bewerkstelligd met onze oplossing: ‘Jenny heb me raket gescheermesbekt.’

Het prettige van duovertalingen is dat je bij elkaar te rade kunt gaan over de bruikbaarheid van een oplossing. Zelf ben je op een gegeven moment soms al zo lang met een woord of een zin bezig dat je eigen formulering je intussen zo vertrouwd in de oren klinkt dat je niet meer kunt beoordelen of een onbevangen lezer erover zal struikelen of misschien helemaal niet eens zal begrijpen wat ermee wordt bedoeld. Dan is het oordeel van een medevertaler, die net zo ingewerkt is in de stijl en de inhoud van het boek als jij, goud waard. Wat ons betreft is dat de meerwaarde van de duovertaling en hopen we samen nog op veel eerste zinnen te mogen puzzelen.

Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap leerden elkaar kennen via bookcrossing.com waar ze hun gedeelde literaire voorkeuren ontdekten, maar ook constateerden dat ze allebei Engels hadden gestudeerd en jarenlange vertaalervaring hadden, wat de aanzet gaf tot een eerste duovertaling, een biografie van de schrijver Joseph Conrad. De samenwerking beviel, zodat intussen al zo'n dertig gezamenlijke vertalingen het licht zagen. Ze vertaalden samen werk van onder anderen Lucia Berlin (met Elles Tukker), Elizabeth Brundage, Lena Dunham, Dave Eggers, Lauren Groff en Erich Kästner.

De eerste zinnen van Leslie Jamisons De gin-kast, vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap

Delen op

€ 27,99
pro-mbooks1 : athenaeum