Het vertalen van De gulheid van de zeemeermin van Denis Johnson, een oefening in terughoudendheid

03 april 2018
| | | |

Denis Johnsons postuum verschenen verhalenbundel De gulheid van de zeemeermin was een van de tips van het boekenpanel van De Wereld Draait Door. Terecht. Peter Bergsma vertaalde de bundel en licht zijn werk toe. Over humor en terughoudendheid.

N.B. Eerder besprak Fleur Speet Johnsons De lachende monsters voor Athenaeum.nl.

Het oeuvre van Denis Johnson (1949-2017) staat bekend om de steeds wisselende thematiek en toon, en om de steeds wisselende stijl die in dienst daarvan staat. Maar boven al zijn boeken hangt een onheilspellende wolk, of het nu gaat om drugsmisbruik, de teloorgang van de Amerikaanse industriële samenleving of algehele vervreemding ten aanzien van de moderne samenleving. Ook de vijf verhalen van De gulheid van de zeemeermin zijn volstrekt verschillend van thematiek en toon, maar wat ze gemeen hebben is dat ze stuk voor stuk kronieken zijn van een aangekondigde dood, soms letterlijk.

Op het moment dat hij de laatste hand aan de bundel legde, eind 2016, wist Johnson dat zijn dagen geteld waren, en hij laat de verteller van het verhaal ‘Triomf over het graf’ dan ook met de volgende zinnen besluiten: ‘Het zal je duidelijk zijn dat ik op het moment dat ik dit schrijf niet dood ben. Maar misschien wel tegen de tijd dat je het leest.’

Milde humor

Maar Denis Johnson zou Denis Johnson niet zijn (geweest) als hij de verhalen niet had doorspekt met milde humor. Neem de reclameman uit het titelverhaal die uit zijn auto stapt ‘op de plek waar ik het werk doe waarvan ik niet vind dat ik er erg goed in ben’ en als volgt stilstaat bij zijn inmiddels 25 jaar durende huwelijk: ‘Heb ik van mijn vrouw gehouden? We hielden het met elkaar uit. We hebben nooit zin gehad om onszelf te feliciteren.’ Of de dichter en poëziedocent uit ‘Doppelgänger, poltergeist’ die zijn licht over zijn leven laat schijnen: ‘[T]his single current addled existence of mine being vastly more than enough.’ ‘[D]it eenmalige huidige verwarde bestaan van mij was onmetelijk veel meer dan genoeg. Maandenlang was ik door mijn uitgever aan het lijntje gehouden over een nieuw contract, en ik had kortgeleden een sollicitatiegesprek bij de University of Michigan verprutst, en de vrouw met wie ik zeven jaar was getrouwd reed op datzelfde moment via Route 6 naar een afspraak om elf uur met een echtscheidingsadvocaat in Hyannis.’

Letterlijk

Toen ze in het boekenpanel van DWDD De gulheid van de zeemeermin presenteerde als haar favoriete boek van maart 2018, wees boekhandelaar Maartje Kroonen op het gebrek aan explicitering dat het proza van Johnson vaak zo sterk maakt. Ze gaf daarbij een mooi voorbeeld, alweer uit het titelverhaal:

Vrijdag een week geleden – negen dagen geleden – bracht de excentrieke religieuze schilder Tony Fido zo’n vijfennegentig kilometer ten oosten van San Diego zijn auto tot stilstand op Interstate 8, op een brug boven een diep, diep ravijn, klom over de reling en stapte in de lucht.

Fido ‘stapte in de lucht’, een welhaast perfect staaltje van ‘show, don’t tell’.

Denis Johnson vertalen betekent vertalen op de vierkante centimeter, spaarzaam zijn met woorden, niet in onnodige explicitering vervallen, een grote mate van letterlijkheid betrachten en je dus zo min mogelijk vrijheden permitteren. Als voorbeeld geef ik de Engelse versie van de hierboven geciteerde passage over de zelfmoord van kunstschilder Tony Fido:

A week ago – Friday nine days ago – the eccentric religious painter Tony Fido stopped his car on Interstate 8 about sixty miles east of San Diego, on a bridge above a deep, deep ravine, and climbed over the railing and stepped into the air.

Letterlijker kan (bijna) niet, zou je zeggen, als je de Engelse tekst met de Nederlandse vergelijkt, al moet een ‘letterlijke’ vertaling natuurlijk ook weer niet als een woord-voor-woord-vertaling worden opgevat. Zo heb ik ‘stopped his car’ vertaald met het wat omslachtiger ‘bracht zijn auto tot stilstand’ omdat ‘stopte zijn auto’ of ‘liet zijn auto stoppen’ moeizaam klinkt in het Nederlands, en heb ik het tweede ‘and’ (voor ‘climbed over the railing’) vervangen door een komma, omdat dat in het Nederlands soepeler loopt. Maar dat zijn minieme ingrepen; over het algemeen behoor ik tot de vertalersschool die vindt dat je jezelf zo min mogelijk op de voorgrond moet dringen, zeker in het geval van een auteur als Denis Johnson (en niet te vergeten de veelvuldig door mij vertaalde JM Coetzee).

Een auteur die zijn woorden met zoveel zorg en spaarzaamheid kiest (en zich niet, zoals nogal wat met name debuterende Amerikaanse auteurs, verliest in een stapeling van adjectieven met min of meer dezelfde betekenis, die in het Nederlands algauw potsierlijk wordt als de vertaler niet af en toe ingrijpt), mag van zijn vertaler hetzelfde verwachten. De Nederlandse lezer wil in de eerste plaats Denis Johnson lezen, en hooguit in de tweede Peter Bergsma. Voorwaarde is natuurlijk wel dat er ‘natuurlijke’ Nederlandse zinnen ontstaan waarin de brontaal niet doorschemert, al hoeft niet altijd verbloemd te worden dat het om een buitenlandse brontekst gaat.

Heb ik mij dan nooit vrijheden gepermitteerd? Jawel, minstens één keer, maar dat betrof dan ook een woordspeling. Wanneer de verteller van het titelverhaal telefonisch van een van zijn ex-vrouwen te horen heeft gekregen dat ze stervende is, kan hij de slaap niet vatten en dwaalt in zijn kamerjas door zijn buurt. Dan ziet hij een winkel met een uithangbord: ‘The sign said “Sky and Celery.” Closer, it read “Ski and Cyclery.” I headed home.’ In mijn vertaling is dat – indachtig het voorgaande telefoongesprek – geworden: ‘Op het bord stond: “Groet van je Bruid.” Dichterbij stond er: “Groenten en Fruit”. Ik ging op huis aan.’

Peter Bergsma (1952) studeerde aan het Instituut voor Vertaalkunde in Amsterdam en is sinds 1977 literair vertaler. Hij vertaalde 75 boeken van onder anderen J.M. Coetzee (18 titels, lees zijn toelichting bij De kinderjaren van Jezus), Graham Greene, Lydia Davis, Ernest Hemingway, Denis Johnson, Vladimir Nabokov, Thomas Pynchon, Mark Twain en Thornton Wilder [lees zijn toelichting]. Hij werkte van 1984 tot 1997 als parttime ondertitelaar/eindredacteur Engels en Frans bij respectievelijk NOS en NOB en was van 1988 tot 2000 de Nederlandse vertegenwoordiger in de Europese Vertalersraad CEATL, waarvan de laatste acht jaar als vicevoorzitter en voorzitter. Hij is sinds 1997 directeur van het Vertalershuis Amsterdam, onderdeel van het Nederlands Letterenfonds, en was van 2006 tot 2014 voorzitter van RECIT, het netwerk van Europese vertalershuizen. Na zijn pensionering bij het Vertalershuis, eind juni 2018, hoopt hij zich te wijden aan een (her)vertaling van East of Eden van John Steinbeck, in opdracht van uitgeverij Van Oorschot.

Het vertalen van De gulheid van de zeemeermin van Denis Johnson, een oefening in terughoudendheid

Delen op

€ 15,99
€ 16,99
pro-mbooks1 : athenaeum