Saskia Taggenbrock en Martine Woudt over het vertalen van de eerste alinea van De verdwijning van Josef Mengele

10 mei 2018
| | | | |

Geertrui Marks, Saskia Taggenbrock en Martine Woudt vertaalden De verdwijning van Josef Mengele van Olivier Guez. Op ons verzoek schreven Taggenbrock en Woudt een toelichting bij hun vertaling van de eerste alinea van de roman.

1949. Josef Mengele, de marteldokter van Auschwitz, arriveert na zijn vlucht in Argentinië. Zich verschuilend achter pseudoniemen, beschermd door netwerken en het geld van zijn familie, en ondersteund door een gemeenschap in Buenos Aires die nog steeds droomt van het Vierde Rijk, gelooft de voormalig folteraar dat hij een nieuw leven kan beginnen. Duitsland heeft het druk met de wederopbouw, het Argentinië van Perón is welwillend. Maar al snel wordt de jacht op voortvluchtige nazi-kopstukken weer geopend. Vanaf dan zal Mengele geen moment rust meer hebben, ondanks een klopjacht van dertig jaar sterft hij in 1979 onder mysterieuze omstandigheden in Zuid-Amerika, nog steeds in vrijheid.

Deze krachtige roman is het resultaat van Olivier Guez' diepgravende onderzoek naar wat waarschijnlijk de meest geheimzinnige man uit het Derde Rijk is geweest en reconstrueert op boeiende wijze de mythe achter de 'Engel des doods'.

'Le North King fend l'eau boueuse du fleuve. Grimpés sur le pont, ses passagers scrutent l'horizon depuis l'aube et maintenant que les grues des chantiers navals et la ligne rouge des entrepôts du port percent la brume, des Allemands entonnent un chant militaire, des Italiens se signent et des juifs prient, malgré la bruine, des couples s'embrassent, le paquebot arrive à Buenos Aires après trois semaines de traversée. Seul sur le bastingage, Helmut Gregor rumine.'
De North King doorklieft het modderige water van de rivier. De passagiers zijn aan dek gekomen, ze turen al sinds het ochtendgloren naar de horizon, en nu de hijskranen van de scheepswerven en de rode lijn van de havenpakhuizen door de mist breken, heffen Duitsers een strijdlied aan, Italianen slaan een kruis, Joden bidden en ondanks de motregen omhelzen echtparen elkaar: na een overtocht van drie weken arriveert het passagiersschip in Buenos Aires. Helmut Gregor staat in zijn eentje aan de reling te piekeren. 

Dit is de eerste alinea van de roman La disparition de Josef Mengele (De verdwijning van Josef Mengele), waarin feit en fictie elkaar afwisselen. De auteur, Olivier Guez, is naast schrijver en scenarist ook journalist, en zijn roman is gebaseerd op een gedegen onderzoek naar de vlucht van Josef Mengele, de engel des doods, de beruchte Auschwitz-arts die nooit voor zijn misdaden is opgepakt of berecht.

Kort en lang

Deze eerste alinea is typerend voor de stijl van de roman: een afwisseling van korte, staccato-achtige zinnen en lange zinnen, die ondanks hun lengte nooit gaan meanderen. Elke zin staat in dienst van het verhaal, dat op een droge, registrerende manier beschrijft hoe Mengele tot aan zijn dood op de vlucht is geweest en hoe het hem gelukt is uit handen van de nazi-jagers te blijven. Zelf heeft Guez zijn boek een non-fictieroman genoemd, waarin geen sprake kon zijn van metaforen.

Voor ons als vertalers was de afwisseling van korte en lange zinnen aangenaam. Korte zinnen zijn meestal duidelijk, er staat wat er staat en bij het vertalen ervan heb je niet veel variatiemogelijkheden. Bij lange zinnen moet je meestal wat meer knutselen en keuzes maken om er een goed leesbare Nederlandse zin van te maken. Alleen korte zinnen vertalen is makkelijk, maar weinig uitdagend, want daarbij kun je als vertaler je creativiteit niet goed kwijt. Alleen lange zinnen vertalen is ook niet leuk, want bij te veel lange zinnen ligt langdradigheid of wijdlopigheid algauw op de loer.

De lange zin van de eerste alinea bestaat in feite uit een aantal korte zinnen achter elkaar. Door de bijvoeglijke bijzin 'Grimpés sur le pont' te vertalen met 'De passagiers zijn aan dek gekomen' hebben wij daar zelfs nog een zinnetje aan toegevoegd. Om het staccato-effect te handhaven hebben we niet voor 'slaan Italianen een kruis' gekozen, maar voor 'Italianen slaan een kruis,' een nieuw zinnetje dus.

De bijwoordelijke bijzin 'malgré la bruine' staat ook als een zelfstandig zinnetje in de lange zin, zonder dat het precies duidelijk is waar het bij hoort. Voor de leesbaarheid hebben wij dat bij de elkaar omhelzende echtparen getrokken - dat leek ons logischer dan bij de biddende Joden. Ook voor de leesbaarheid hebben we een dubbele punt ingevoegd. En daarna is het heerlijk dat er weer een korte zin volgt: 'Helmut Gregor staat in zijn eentje aan de reling te piekeren.' Waarbij je, als je weet dat Helmut Gregor de schuilnaam is van Josef Mengele, onwillekeurig moet denken aan Gregor Samsa, de hoofdpersoon uit De gedaanteverwisseling van Kafka.

Als detectiveroman

De journalistieke toon en de enorme hoeveelheid feitelijkheden in het boek zouden de indruk kunnen wekken dat De verdwijning van Josef Mengele een droog relaas is geworden, maar niets is minder waar. Guez is erin geslaagd om op een uiterst geloofwaardige manier in het hoofd van Mengele te kruipen, waardoor je tot je eigen ongenoegen soms merkt nog enige empathie voor de man te kunnen opbrengen.

De combinatie van een journalistieke zoektocht en een fictieve invulling maakt dat het boek aanspoort tot doorlezen: het is ook een spannend boek. Guez zei zelf in een interview dat hij hoopte dat de lezers (en met name jonge lezers, voor wie Mengele niet per definitie een bekende naam is) iets van zijn boek opsteken, terwijl ze het gevoel hebben dat ze een detectiveroman aan het lezen zijn. Wat ons betreft is hij daar goed in geslaagd.

Martine Woudt is sinds 2004 fulltime vertaalster Frans-Nederlands en heeft inmiddels ruim veertig boeken vertaald. Ze geeft daarnaast les op de VertalersVakschool in Amsterdam en geeft jaarlijks een minor literair vertalen op het Instituut voor Tolken en Vertalen in Utrecht.

Saskia Taggenbrock studeerde Franse Taal- en Letterkunde aan de UvA in Amsterdam. Na haar studie volgde ze daar de minor Redacteur-Editor, en deed ze een opleiding aan de VertalersVakschool. Ze is sinds 2006 parttime vertaalster Frans-Nederlands.

Mede namens Geertrui Marks. Geertrui Marks studeerde Nederlands in Leiden. Na haar studie werkte ze in het onderwijs, en volgde een opleiding tot literair vertalen aan de VertalersVakschool. Ze is sinds 2011 parttime vertaalster Frans-Nederlands. Ze vertaalde met Lia Tuijtelaars werk van Jonathan Littell en Henri Coulonge, en met Saskia Taggenbrock Adélaïde de Clermont-Tonnerre.

pro-mbooks1 : athenaeum