De eerste zinnen van Multatuli’s Max Havelaar, vertaald door Ina Rilke en David McKay

03 juni 2019
| | | | | |

Onlangs verscheen de vierde vertaling in het Engels van Multatuli's Max Havelaar, ditmaal door Ina Rilke en David McKay. Wij vroegen het duo hun vertaling toe te lichten. Over hun Engelse namen voor de personages en de gestileerde spreektaal.

Ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht, No 37. Het is myn gewoonte niet, romans te schryven, of zulke dingen, en het heeft dan ook lang geduurd, voor ik er toe overging een paar riem papier extra te bestellen, en het werk aantevangen, dat gy, lieve lezer, zoo-even in de hand hebt genomen, en dat ge lezen moet als ge makelaar in koffi zyt, of als ge wat anders zyt. Niet alleen dat ik nooit iets schreef wat naar een roman geleek, maar ik houd er zelfs niet van, iets dergelyks te lezen, omdat ik een man van zaken ben. Sedert jaren vraag ik my af, waartoe zulke dingen dienen, en ik sta verbaasd over de onbeschaamdheid, waarmede een dichter of romanverteller u iets op de mouw durft spelden, dat nooit gebeurd is, en meestal niet gebeuren kan. Als ik in myn vak - ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht No 37 - aan een principaal - een principaal is iemand die koffi verkoopt - een opgave deed, waarin maar een klein gedeelte der onwaarheden voorkwam, die in gedichten en romans de hoofdzaak uitmaken, zou hy terstond Busselinck & Waterman nemen. Dat zyn ook makelaars in koffi, doch hun adres behoeft ge niet te weten. Ik pas er dus wel op, dat ik geen romans schryf, of andere valsche opgaven doe. Ik heb dan ook altyd opgemerkt dat menschen die zich met zoo-iets inlaten, gewoonlyk slecht wegkomen. Ik ben drie en veertig jaren oud, bezoek sedert twintig jaren de beurs, en kan dus voor den dag treden, als men iemand roept die ondervinding heeft. Ik heb al wat huizen zien vallen! En gewoonlyk, wanneer ik de oorzaken naging, kwam het me voor, dat die moesten gezocht worden in de verkeerde richting die aan de meesten gegeven was in hun jeugd.
I am a coffee broker and live in a canal-side house at No 37 Lauriergracht . It is not my habit to write novels or suchlike, and it was some time before I could bring myself to order a few extra reams of paper and commence the work that you, dear reader, have just taken up, and which you must read if you’re a coffee broker, or if you’re anything else. Not only have I never written anything resembling a novel, but I don’t even care to read the things, because I am a man of business. For years I’ve wondered what could be the use of such stuff, and I'm amazed at the shamelessness with which poets or novelists will dare to tell you some tale that never happened, and in most cases never could. In my line of work—I am a coffee broker and live in a canal-side house at No 37 Lauriergracht —I could never furnish my principal—a principal is a person who sells coffee—with a statement containing even the smallest fraction of the untruths that make up the body of poems and novels: he'd go over to Busselinck & Waterman, quick as a wink. They're coffee brokers too, but you don't need to know their address. So I've always taken care not to write novels, or supply any other false statements. It has always been my observation that people who go in for such things tend to come to a bad end. I'm forty-three years old and have frequented the Exchange for twenty years, so if it’s the voice of experience you seek, I’m your man. I’ve seen more than a few houses fall! And usually, when I looked into the underlying causes, it seemed to me that most of the people involved had been led astray in their childhood.

Al in de eerste regels krijgen we de heerlijke energie en uniciteit van Multatuli’s schrijfstem te horen, en zijn vermogen om personages geheel gevormd te introduceren in buitengewoon kort bestek, om te beginnen met Batavus Droogstoppel. Fictieve persoonsnamen worden gewoonlijk niet vertaald, maar voor de Max Havelaar maken de meeste vertalers (dit is de vierde Engelse versie) een uitzondering: sommige namen zijn gewoonweg te veelzeggend om onvertaald te laten. Wij kozen ervoor om Droogstoppel (sinds zijn schepping door Multatuli een begrip geworden in de Nederlandse spreektaal), als Drystubble te vertalen. De hypocriete, breedsprakige dominee Wauwelaar heet Waffler, de berooide Sjaalman (die volgens Droogstoppel in plaats van een behoorlijke winterjas ‘een soort van sjaal’ over zijn schouder droeg) is Shawlman, de personeel-uitbuitende boekhandelaar Gaafzuiger heet bij ons Leecher, en de koffiefirma Last en Co. is Burden & Co. geworden. De naam van Tine, de vrouw van Max Havelaar, is aangepast tot Tina, zodat haar naam in het Engels even gewoon klinkt.

Niet alleen door hun namen worden de personages getypeerd, ook door hun taalgebruik. Het is meteen raak: de vooralsnog naamloze persoon die het woord tot de lezer richt herhaalt dat hij een makelaar is die aan een gracht woont – in zijn ogen een geslaagd burger, dus. In die beroemde eerste zin hebben wij ‘in a canal-side house’ toegevoegd, aangezien het adres op zich de Engelse lezer niets zegt. De verteller verklaart van plan te zijn een roman te schrijven, maar heeft minachting voor lui die ‘romans, of zulke dingen’ schrijven, die ook nog vol ‘gekheid en leugens’ zitten. Zijn woordkeus is simpel, de opbouw van zijn uitspraken direct, met zinsdelen verbonden door en, maar, want, dus of omdat, met hilarisch effect in de logica van zijn bewering dat hij niet van romans houdt omdat hij een man van zaken is. Aan het eind van de alinea kennen we hem als een zelfgenoegzame betweter die zich de rechtschapenheid zelve acht, en aangezien dat laatste niet samengaat met het doen van ‘valse opgaven’, wordt zijn eerder uitgesproken voornemen om een roman te schrijven twijfelachtig.

De verteltrant van Droogstoppel, toonbeeld van de bekrompen Hollandse handelaar in koloniale waren, verschilt sterk van die van de andere verteller van de roman – de scherpzinnige, welbespraakte Ernst Stern (oftewel Multatuli zelf) – maar beiden drukken zich uit in een voor die tijd bijzonder moderne, gestileerde spreektaal. Die losse, persoonlijke, levendige stijl kenmerkt de hele roman, en laat zich goed vertalen in hedendaags Engels. De frisse toon wordt benadrukt door de eigenzinnige, familiaire spelling, hetgeen in de vertaling wordt gecompenseerd door veelvuldig gebruik van informele samentrekkingen (don’t, won’t, you’re). Daarbij zijn de karakteristieke Multatuliaanse typografische ingrepen zoals cursiveringen en gedachtestreepjes door ons overal waar mogelijk of redelijk gehandhaafd. Ook maakten wij, net als hij, kwistig gebruik van de elliptische beletseltekens.

Als brontekst hanteerden wij de onvolprezen historisch-kritische uitgave verzorgd door A. Kets-Vree (1992). Vooral vernieuwend aan onze vertaling is de aanvulling met vrijwel het gehele, zeer uitgebreide en fascinerende notenapparaat van Multatuli, waarin hij onder andere zijn desillusies naderhand toelichtte. De inleiding door de grote Indonesische auteur Pramoedya Ananta Toer, getiteld ‘The Book that Killed Colonialism’, is een belangrijke toevoeging, alsook de omslag met uitbarstende vulkaan geschilderd door Raden Saleh, tijdgenoot van Multatuli.

Ina Rilke studeerde vertaalwetenschap en vertaalde eerder W.F. Hermans, Cees Nooteboom, Erwin Mortier, Sijie Dai en Hella Haasse. Ze lichtte voor ons haar vertaling van Louis Couperus’ Eline Vere toe. Kijk voor meer informatie op haar website inarilke.com.

David McKay studeerde filosofie en linguïstiek en werkt sinds 1998 als freelance vertaler van voornamelijk literair proza en non-fictie, onder anderen Geert Buelens, Jan Brokken, Daniëlle Hermans en J.J. Slauerhoff. Hij lichtte voor ons zijn vertaling van Stefan Hertmans’ Oorlog en terpentijn toe. Kijk voor meer informatie op zijn website.

De eerste zinnen van Multatuli’s Max Havelaar, vertaald door Ina Rilke en David McKay

Delen op

pro-mbooks1 : athenaeum