De herhalingen in David Diops Meer dan een broer, vertaald door Martine Woudt

14 mei 2020
| | | |

Meer dan een broer van David Diop is een van de twintig vertaalde romans die op de longlist van de Europese Literatuurprijs staan. Voor de Vertalersgeluktournee, die dit jaar noodgedwongen online plaatsvindt, schrijven de vertalers van de genomineerde boeken een verhaal over hun vertaling. Deze verhalen zijn onder andere te vinden op Letterenfonds.nl. Voor dat project, maar ook voor Athenaeum.nl, lichtte Martine Woudt haar vertaling van Diops roman toe.

N.B. Diop en Woudt worden bekroond met de Europese Literatuurprijs 2020 van de studentenjury. Lees het nieuws, en lees een fragment uit de roman.

De truc en de wraak

In de roman Meer dan een broer van de Senegalese schrijver David Diop vertelt Alfa Ndiaye hoe zijn vriend Mademba Diop op een van de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog is gesneuveld. En niet zomaar gesneuveld, nee, Mademba is er op een laffe manier ingeluisd door een Duitse soldaat die deed alsof hij dood was. Mademba vertrouwde het niet: ‘Het gezicht van de vijand van tegenover was niet grauw zoals dat van de witte of zwarte doden. Deze zag eruit alsof hij de komedie van de dood speelde.’ En Mademba had gelijk, want toen hij zich over de vijand heen boog, deed die ineens zijn ogen wijd open en haalde daarna met een snel gebaar Mademba’s buik van onder tot boven open, ‘met zijn bajonet, die hij in zijn rechterhand onder een pand van zijn wijde jas verborgen hield’.

Alfa, die altijd samen met Mademba uit de loopgraaf sprong, heeft het niet over zijn hart kunnen verkrijgen Mademba uit zijn lijden te verlossen, hoezeer die daar ook om smeekte. Achteraf heeft hij daar verschrikkelijk spijt van: ‘Ik had je uit vriendschap uit je lijden moeten verlossen, Mademba, opdat je niet langer zou huilen, trappelen en kronkelen terwijl je weer in je buik probeerde te stoppen wat eruit was gevallen, happend naar lucht als een pas gevangen vis.’ Alfa heeft zo’n verschrikkelijke spijt dat hij wraak op de vijand neemt door dezelfde truc uit te halen. Hij neemt steeds één vijand te pakken, wiens buik hij openrijt en die hij laat lijden, waarna hij hem ten slotte wél uit zijn lijden verlost zoals hij dat bij Mademba had willen doen. Als de vijand dood is hakt hij diens hand af, die hij als oorlogstrofee mee terugneemt naar de loopgraaf.

Alfa’s medesoldaten vinden dat in eerste instantie ‘grappig’, maar na een paar handen verandert dat en worden ze bang voor Alfa. Zo bang dat Alfa ten slotte voor een maand naar de achterhoede wordt gestuurd. Waaraan de commandant toevoegt: ‘Je moet me beloven dat je na je terugkeer geen vijanden meer zult verminken, begrepen? Je hoeft ze alleen maar te doden, niet te verminken. Dat mag niet in de beschaafde oorlog. Begrepen?’

In de achterhoede, in een veldhospitaal bij ‘dokter François’ en zijn ‘vele in het wit geklede dochters’, is er rust om Alfa’s verleden terug te laten komen: het dorp in Senegal, het trieste verhaal van zijn ouders, zijn vriendschap met Mademba, zijn verliefdheid op Fary Thiam. Maar Alfa is te getraumatiseerd om nog te kunnen herstellen, en zijn verhaal eindigt in een groot delier.

Woordenstapelgalgjewoorden

Het is een indringend, aangrijpend verhaal dat Diop bij monde van Alfa vertelt. Maar wat dit boek vooral zo bijzonder maakt, is de manier waarop het verteld wordt, de taal waarin Diop het verhaal heeft gegoten. Alfa is een eenvoudige jongen, zijn taalgebruik is simpel. Om zijn wanhoop en paniek te bezweren praat hij als in een mantra: woorden en zinsconstructies komen voortdurend terug, soms hetzelfde maar vaker nog met allerlei variaties.

Voor het vertalen betekende dit dat ik ongelofelijk secuur moest zijn, elke herhaling moest ook in het Nederlands in dezelfde woorden gebeuren. De uitdaging daarbij was dat Diop een woordenstapelaar is: bij de herhalingen voegt hij vaak extra bepalingen toe. Zo wordt bijvoorbeeld un beau jour (‘op een goede dag’) vier regels lager un beau jour de bataille sanglante (‘op een goede bloederige veldslagdag’). In het Nederlands kun je de woorden niet allemaal achter elkaar zetten, zoals in het Frans. Maar wat wij als de beste kunnen, is woorden samenstellen; en daarin kunnen we best ver gaan, getuige lange galgjewoorden als raceautobandventieldopje.

Commandant Armand noemt de zwarte soldaten Chocolats, en de witte Toubabs. Allereerst moest ik voor beide woorden een vertaling vinden die in mijn ogen acceptabel was, en daarnaast moest mijn vertaling ook in samenstellingen overeind blijven. Mijn eerste vertaling voor Chocolats, ‘kroeskoppen’, bleek absoluut niet te bekken in de samenstelling met ‘oorlogskruis’ – dat kwam genadeloos aan het licht tijdens een praatje dat ik in die tijd over mijn werk als vertaalster hield en waarbij ik dit probleem als voorbeeld noemde. De Chocolat met een croix de guerre werd in mijn eerste vertaling een ‘oorlogskruiskroeskop’, een ware tongbreker.

Uiteindelijk koos ik voor ‘bruinnekken’ en ‘bleekscheten’. De tolk Ibrahima Seck, die voor Alfa moet vertalen wat commandant Armand hem te zeggen heeft, is een oudere bruinnek en bovendien een tirailleur met een oorlogskruis. In het Frans le Chocolat croix de guerre, l’aîné croix de guerre chocolat en le tirailleur chocolat croix de guerre. In het Nederlands kon ik van ‘bruinnek met een oorlogskruis’ naar ‘de oudere oorlogskruisbruinnek’ gaan, en van ‘bruinnektirailleur met een oorlogskruis’ naar ‘oorlogskruisbruinnektirailleur’.

Zo zit het hele boek vol met dit soort lekker talige uitdagingen. Voor een vertaler is dat smullen, want het doet een groot beroep op je taalgevoel en je creativiteit, zeker als het, zoals in deze roman, ook regelmatig gepaard gaat met prachtige beeldspraak en poëtische taal.

Martine Woudt is sinds 2004 fulltime vertaalster Frans-Nederlands en heeft inmiddels ruim vijftig boeken vertaald. Ze heeft daarnaast lesgegeven op de VertalersVakschool in Amsterdam en gaf jaarlijks een minor literair vertalen op het Instituut voor Tolken en Vertalen in Utrecht. Op Athenaeum.nl lichtte ze vertalingen toe van boeken van Olivier Guez, Éric Reinhardt en Jean-Marie Blas de Roblès.

De herhalingen in David Diops Meer dan een broer, vertaald door Martine Woudt

Delen op

€ 19,99
€ 7,99
pro-mbooks1 : athenaeum