Eén worden met je personage - over het vertalen van Melancholie II van Jon Fosse

15 mei 2020
| | | | |

Nu in de winkel: Melancholie II van Nobelprijskandidaat Jon Fosse, vertaald door Edith Koenders en Adriaan van der Hoeven. Op ons verzoek lichtten ze hun vertaling toe. Over alternatieven voor ‘secreet’ en je inleven om de hoofdpersoon te kunnen laten lopen.

N.B. Marianne Molenaar lichtte haar vertaling van Jon Fosses voor de Europese Literatuurprijs genomineerde roman De andere naam toe.

Het is 1902 en een oude vrouw, Oline, loopt moeizaam de helling omhoog naar haar huis. Ze heeft vis gehaald aan de oever van de fjord en ze komt haar schoonzus Signe tegen die haar vertelt dat haar broer Sivert op sterven ligt. Jon Fosse beschrijft het zo:

og ho Oline ser ho Signe snu seg og skunde seg inn igjen i huset sitt og ho Oline tenkjer at nei, skal no òg han Sivert fare, nei det kunne ho vel aldri ha trudd, men det kan vel ikkje stå så dårleg til med han, ho overdriv nok berre litt, ho Signe, i alle fall må ho vel kunne gå heimom med fisken først. Og det pressar jo litt der nede, så ho skulle vel vore ein tur innom veslehuset òg først ja, og neimen om ho Oline vil gå på veslehuset hennar Signe, nei det vil ho ikkje, tenkjer ho Oline, nei det vil ho ikkje, tenkjer ho Oline.
en Oline ziet dat Signe zich omdraait en snel weer naar binnen loopt en Oline denkt, nee, moet Sivert nu óók heengaan, nee, dat had ze nooit gedacht, maar zo slecht kan hij er toch niet aan toe zijn, ze overdrijft vast wat, Signe, maar er is vast nog wel tijd om de vis naar huis te brengen. En ze voelt al een beetje aandrang, dus moet ze waarschijnlijk eerst ook nog even naar het secreet, en geen denken aan dat zij, Oline, bij Signe naar het secreet zal gaan, nee dat wil ze niet, denkt Oline, nee dat wil ze niet, denkt Oline.

Secreet? horen we u denken. Wat een ouderwets woord. Wie gebruikt dat nog, sterker nog, wie kent het nog? Is er geen alternatief dat beter klinkt? Hoe belangrijk is zo’n woordje eigenlijk?

Alternatieven voor secreet: toilet, watercloset

In Melancholie II is dit woord belangrijk, want het komt heel vaak voor. Namelijk tachtig keer in een roman van ruim honderd bladzijden. Soms staat het wel vier tot zes keer op één bladzijde. Een aanwezig woord dus.

We hebben de alternatieven  zoals ‘toilet,  bestekamer, closet, gemak, het kleinste kamertje, kabinet, koer, plee, (poep)doos, privaat, huuske, (buiten)wc’ allemaal gewikt en gewogen. Ze hebben het, na de nodige discussies, stuk voor stuk moeten afleggen tegen ‘het secreet’. Het ene woord was te lang, het andere te modern, te plat of te apart. Het voor de hand liggende woord ‘(buiten)wc’ viel bijvoorbeeld af, omdat er later in de tekst het volgende staat:

mange no, første gongen ho høyrde om slikt innlagt do, vassklosett, dei kallar, var då han Lars kom frå det sjukehuset der han hadde vore Austpå, der var det do med vatn i, fortalde han, ein sette seg på kvitt glas og gjorde sitt, etterpå kom vatn rennande og skylte bort det som hadde komme ut
veel mensen hebben nu een toilet binnen gekregen, zoals ze dat noemen, de eerste keer dat ze over zo’n toilet hoorde, een watercloset noemen ze het, was toen Lars uit het ziekenhuis in het Oosten kwam, daar hadden ze een toilet met water, vertelde hij, je ging op wit glas zitten om je behoefte te doen, daarna kwam er stromend water uit dat weg spoelde wat er uit je gekomen was

Meanderende zinnen voor schuifelen, slepen, lopen, springen

De moeilijkheid van vertalen zit dus niet altijd, meestal niet zelfs, in het omzetten van ingewikkelde zinnen, zeker niet bij Jon Fosse, maar in het vinden van de meest natuurlijke en ritmische vertaling van losse woorden en van bewegingen en handelingen. Naast een woordje als ‘secreet’ heeft onder andere ook de manier waarop de oude Oline zich van en naar haar huisje verplaatst ons de nodige hoofdbrekens bezorgd. 

In de lange meanderende zinnen van Fosse loopt Oline moeizaam de helling op, ze sleept zich soms voort, ze moet nóg een stukje afleggen met haar zere voeten, ze loopt omhoog en omlaag en in de herinneringen aan vroeger rent en springt haar broer Lars Hertevig, de schilder uit Melancholie I, nu eens de heuvel af, dan langs het strand of door het moeras.

Een Noorse lezer heeft meteen een duidelijker beeld van de situatie. Een huisje op een heuvel/berg bij een fjord is een vertrouwd gegeven. Voor de Nederlandse lezer is dit vager. Wat voor oever heb je bij zo’n fjord? Met stenen of met zand? Is het de oever van een fjord of van de zee? Hoe hoog is de heuvel? Of is het een berg? Hoe liggen die huizen daar dan tegenaan? Een moeras op een berg? Is er wel een Nederlands woord voor een overhangende rots zoals in het Noors?

Loskomen van het origineel zonder dat uit het oog te verliezen. Je inleven in de arme Oline, met haar aandrang en haar vis, voelen hoe het is om voetje voor voetje naar huis te schuifelen, de vis aan de deurhaak te hangen en op het secreet te gaan zitten. Als je de Noorse tekst in je hebt opgenomen, moet je loslaten en het Nederlands laten stromen. In de hoop dat de lezer zich eventjes net zoveel Oline zal voelen als wij gedaan hebben.

Edith Koenders vertaalde eerder Johan Harstad [lees hier haar toelichting] en Deense auteurs als Dorthe Nors, Hans Christian Andersen, Søren Kierkegaard, Peter Høeg en Erling Jepsen [toelichting]. Samen met Adriaan van der Hoeven vertaalde ze ook Melancholie I van Jon Fosse.

Adriaan van der Hoeven doceerde Finse literatuur en cultuur aan de Universiteit van Groningen. Hij vertaalt poëzie, proza en toneel uit het Fins (waaronder werk van Aleksis Kivi [toelichting] en Sirkka Turkka) en het Deens en het Noors (samen met Edith Koenders). In 2005 verscheen Geluksperen, roverballetjes en paradijskoekjes, het Hans Christian Andersen sprookjeskookboek van Edith Koenders met illustraties van Adriaan van der Hoeven.

Eén worden met je personage - over het vertalen van Melancholie II van Jon Fosse

Delen op

€ 20,00
€ 22,50
€ 24,50
pro-mbooks1 : athenaeum