Peter Bergsma over het hervertalen van Ten oosten van Eden van John Steinbeck

05 maart 2020
| | | |

Nu in de winkel: Ten oosten van Eden, de Nederlandse vertaling van John Steinbecks East of Eden. Wij vroegen vertaler Peter Bergsma om een toelichting op zijn vertaling. Over hervertalingen, de houdbaarheid van het Nederlands en de ondoorgrondelijkheid van Steinbecks Amerikaans.

Bij mijn vertaling van John Steinbecks East of Eden heb ik een nawoord geschreven. Het onderstaande is daar voor een deel op gebaseerd, maar dan toegespitst op de vertaling. Voor mij is East of Eden een jeugdliefde. Ik zie het groene gebonden Viking Press-exemplaar uit 1952 nog in de ouderlijke boekenkast staan, hetzelfde exemplaar waaruit ik de vertaling heb gemaakt, met voorin het ex libris van mijn vader. En zodra ik het Engels voldoende machtig was, of machtig meende te zijn, zo rond mij zeventiende, ben ik het gaan lezen en diverse malen herlezen.

East of Eden beleefde zijn eerste druk op 19 september 1952 bij The Viking Press in New York en Ten oosten van Eden, de eerste Nederlandse vertaling van de hand van dichteres, prozaschrijfster en vertaalster Clara Eggink (1906-1991) verscheen op een - althans voor mij - niet te achterhalen datum in 1953 bij Uitgeverij Van Holkema & Warendorf in Amsterdam. Daarmee heeft East of Eden het zesenzestig jaar lang met één Nederlandse vertaling moeten doen, veel langer dan andere klassiekers zoals bijvoorbeeld Madame Bovary, waarvan in tachtig jaar tijd maar liefst vier Nederlandse vertalingen verschenen. Reden voor mij, als liefhebber en vertaler, om al jaren geleden op zoek te gaan naar een Nederlandse uitgever die een nieuwe Nederlandse vertaling wilde publiceren en zich niet liet afschrikken door de grote omvang - en dus hoge vertaalkosten - van het boek (225.395 woorden). Die uitgever werd uiteindelijk Van Oorschot.

Hervertalingen

Ik heb al eerder hervertalingen gemaakt, in 1980 van The Bridge of San Luis Rey van Thornton Wilder, in 1995 van Tom Sawyer van Mark Twain, in 1998 van Under the Volcano van Malcolm Lowry, in 2013 van A Burnt-Out Case van Graham Greene en in 2018 - bij wijze van 'vingeroefening' voor East of Eden - van John Steinbecks Of Mice and Men. Steeds heb ik in die gevallen de eerdere vertalingen bekeken (en ze tijdens het vertalen schielijk weer weggelegd, want het gedrukte woord heeft altijd een zekere autoriteit die mijn eigen vertaling zou kunnen beïnvloeden) en in alle gevallen bleken die zo langzamerhand wel aan vervanging toe te zijn. Dat had en heeft met een aantal dingen te maken. Om te beginnen heeft het vak van vertaler zich in Nederland de afgelopen vijf decennia sterk geprofessionaliseerd, niet in de laatste plaats omdat met de oprichting van het Amsterdamse Instituut voor Vertaalkunde in 1964 het vertalersvak, zowel literair als niet-literair, voor het eerst als een op zichzelf staande discipline werd onderwezen. Natuurlijk hebben lang niet alle huidige vertalers van naam en faam een gerichte vertaalopleiding genoten, maar het bestaan ervan heeft de lat ontegenzeglijk hoger gelegd. Daarnaast hebben hedendaagse vertalers de beschikking over een aantal hulpmiddelen, zoals betere, vaak via internet raadpleegbare woordenboeken en zoekmachines, die hun werk 'vergemakkelijken' en verbeteren ten opzichte van dat van hun voorgangers.

Ik spreek hier uit eigen ervaring, want in het prille begin van mijn vertaalcarrière, in 1977, was er nog geen internet en moesten bijvoorbeeld de vertaalwoordenboeken van Van Dale nog verschijnen. Een complex van voordelen, kortom, dat hedendaagse vertalers over het algemeen in staat stelt het origineel beter recht te doen dan in het verleden. De laatste, maar niet de minste reden voor hervertalingen is natuurlijk de relatief beperkte houdbaarheid van Nederlandse woorden en uitdrukkingen, al dan niet - daarover zijn de meningen verdeeld - in vergelijking met bijvoorbeeld Engelse of Franse. Zo heeft Clara Eggink het in haar Ten oosten van Eden over 'photographieën', gebruikt ze consequent 'broeder(s)' voor broer(s), 'rouwbedrijvers' voor rouwenden, 'ceintuur' voor (mannen)riem, 'broedsel' voor nageslacht', 'hoerenwaard' voor souteneur of pooier et cetera. En haar vertaling is dikwijls niet alleen gedateerd, maar ook onjuist of ongelukkig.

Ik ga niet verder in detail treden, want het is absoluut niet mijn bedoeling het werk van Clara Eggink in een bedenkelijk daglicht te stellen. Zij heeft zonder het eerder genoemde 'complex van voordelen', dat mij wel ter beschikking stond, een prestatie van formaat geleverd, een prestatie bovendien die, gezien het aantal drukken dat haar vertaling heeft gehaald, door honderdduizenden mensen gelezen is. Bovendien heb ik kunnen constateren dat mijn eigen vertalingen uit het begin van mijn carrière ook niet altijd tegen de tand des tijds bestand zijn. Toen Uitgeverij Van Oorschot me in 2015 vroeg mijn uit 1980 daterende vertaling van Thornton Wilders The Bridge of San Luis Rey 'af te stoffen' voor hernieuwde publicatie, kwam ik al snel tot de conclusie dat ik de vertaling opnieuw wilde doen. Redenen: de taal deed bij tijd en wijle gedateerd aan en ik had in vijfendertig jaar tijd het nodige bijgeleerd - dat beeldde ik me althans in. Ik prijs me gelukkig dat ik de vertaling zelf mocht 'overdoen', want je wilt niet meemaken dat zoiets door anderen wordt gedaan.

Natuurbeschrijvingen

Terug nu naar East of Eden. Het vertalen daarvan vertoonde zowel overeenkomsten als verschillen met de 'vingeroefening' Of Mice and Men. Een overeenkomst is de geheel eigen manier waarop Steinbeck de natuur beschrijft. Een voorbeeld uit Eden:

I remember that the Gabilan Mountains to the east of the valley were light gay mountains full of sun and loveliness and a kind of invitation, so that you wanted to climb into their warm foothills almost as you want to climb into the lap of a beloved mother. They were beckoning mountains with a brown grass love.

De problemen hier zaten in dat 'a kind of invitation' en 'with a brown grass love', typische voorbeelden van Steinbecks neiging om natuurverschijnselen als het ware te personifiëren. Mijn Nederlandse versie werd aldus:

Ik herinner me dat de Gabilans aan de oostkant van de vallei lichte vrolijke bergen waren vol zon en lieflijkheid en iets uitnodigends hadden, zodat je bijna net zo graag op hun warme uitlopers wilde klimmen als op de schoot van een geliefde moeder. Het waren bergen die lonkten met liefdevol bruin gras.

Steinbecks ondoorgrondelijke Amerikaans

Het verschil met Of Mice and Men zat hem vooral in de dialogen. Waar die in Mice uitzonderlijk rauw en volks zijn, wat me ertoe noodzaakte een geheel eigen idioom te bedenken dat geen enkel verband hield met enig bestaand Nederlands dialect, zijn ze in Eden vaak cryptisch.

Twee voorbeelden: wanneer Adam Trask door zijn vrouw in zijn schouder is geschoten maar doet alsof hij zichzelf heeft verwond tijdens het schoonmaken van zijn pistool, zegt hulpsheriff Horcae Quinn die de zaak onderzoekt: 'There's better shooting cleaning the damn things than pointing them.' Na het nodige gepuzzel werd dat bij mij: 'Bij het schoonmaken schiet je beter met die krengen dan als je mikt.' En als Samuel Hamilton honend tegen Adam Trask zegt: 'You bough your eyes and nose. You bought your uprightness, You bough your thumb on sideways,' dan is van dat 'thumb on sideways' ook niet een, twee, drie chocola te maken, zelfs niet door mijn onvolprezen Amerikaanse vraagbaak en collega Sam Garrett. Na overleg met Sam werd het ten slotte: 'Je hebt je ogen en neus gekocht. Je hebt je rechtopstaande houding gekocht. Je hebt aan beide zijkanten je duim gekocht.' Toegegeven, dat is behoorlijk cryptisch, maar niet cryptischer dan het Amerikaans en bovendien is Samuel een filosofisch ingesteld personage dat zich wel vaker op raadselachtige wijze uitdrukt. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik Steinbecks ondoorgrondelijke Amerikaans in het Nederlands ook nogal eens heb verduidelijkt, simpelweg omdat geen lezer bij die ondoorgrondelijkheid gebaat is.

Ik ben Uitgeverij Van Oorschot dankbaar dat ik deze jeugdliefde heb mogen vertalen en ook het Nederlands Letterenfonds, mijn voormalige werkgever, dat me met een projectsubsidie in staat heeft gesteld in alle rust aan de vertaling te werken. En ik heb de vertaling opgedragen aan mijn levenslange vriend Thé Lau, die een minstens even grote bewonderaar van East of Eden was als ik.

Peter Bergsma (1952) studeerde aan het Instituut voor Vertaalkunde in Amsterdam en is sinds 1977 literair vertaler. Hij vertaalde zo'n 80 boeken van onder anderen J.M. Coetzee (19 titels), Graham Greene, Lydia Davis, Ernest Hemingway, Denis Johnson, Vladimir Nabokov, Thomas Pynchon, John Steinbeck, George Steiner, Mark Twain, John Updike en Thornton Wilder. Van 1997 tot aan zijn pensionering in 2018 was hij directeur van het Vertalershuis Amsterdam, onderdeel van het Nederlands Letterenfonds.

pro-mbooks1 : athenaeum