Bij het vertalen van Domein van licht van Tsushima, door Noriko de Vroomen-Kondo

23 februari 2021
| | | | |

Noriko de Vroomen-Kondo vertaalde Tsushima’s Domein van licht met behulp van Han Timmer. Voor ons lichtte ze specifieke Japanse problemen in de vertaling toe: het Japans heeft geen grammaticaal geslacht, nummers of lidwoorden en voornaamwoorden, werkwoordstijden zijn anders. En er is kindertaal.

N.B. Lees ook een fragment uit de roman op Athenaeum.nl.

De Japanse taal is een soort buitenbeentje. Ze vormt haar eigen taalgroep (de Japonische talen) en heeft ook nog eens een eigen schrift. Japans heeft een heel andere grammatica dan Nederlands. Maar dat wil nog niet zeggen dat Japans heel moeilijk is om te vertalen. Integendeel, je kunt Japans heel goed in het Nederlands weergeven. Tsushima’s Domein van licht is er een goed voorbeeld van.

Wat zijn Japanse taalkenmerken? En wat is het gevolg daarvan bij het vertalen?

Lekker-niet

In het Japans wordt het grammaticale onderwerp vaak weggelaten. En het Japans heeft geen grammaticale geslacht, nummers of lidwoorden, en maakt geen onderscheid tussen enkel- en meervoud. Ook ontbreken bezittelijk en persoonlijk voornaamwoorden.  Neem bijvoorbeeld de Nederlandse vertaling ‘mijn dochtertje’ . In het Japans staat er enkel ‘ 娘=musume = dochter’ , zonder bezittelijk voornaamwoord. Dus je moet in het Nederlands een toepasselijk bezittelijk voornaamwoord of lidwoord kiezen uit: mijn, ons, zijn, haar, hun (respectievelijk - als je de lidwoorden meetelt - een, het) etc. Dit kenmerk is makkelijk op te lossen. Ten slotte komt daarbij dat het Japans geen verkleinwoord ‘-tje’ kent.

Het Japans is geen synthetische, maar een agglutinerende taal. Er worden morfemen gebruikt om negativiteit, tempus, bijwoordelijke betekenissen en dergelijke uit te drukken. Neem bijvoorbeeld de zin ‘De appelen zijn lekker’. In het Japans is dat: ringo wa [appel] oishii [lekker] リンゴはおいしい。 De ontkennende zin ervan, ‘De appelen zijn niet lekker’, wordt in het Japans ‘ringo wa [appel] oishi-ku nai [lekker-niet]リンゴはおいしくない。 De ontkennende morfemen -ku nai worden achter het woord oishii [ lekker] geplakt. Ook dit kenmerk levert geen problemen op bij het vertalen.

Alles onvoltooid

Bij de werkwoordstijden doen zich wél ingewikkeldheden voor. De tijdsaanduiding is in het Japans volkomen anders. Je moet hierbij goed opletten.

Het Japans kent enkel de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT) en Onvoltooid Verleden Tijd (OVT); de Voltooid Tegenwoordige Tijd (VTT) en de Voltooid Verleden Tijd (VVT) bestaan niet. Bovendien hoeven in een zin die uit meerdere onderdelen bestaat, de ‘tijden’ niet met elkaar overeen te stemmen.

In het Japans is de hoofdzin bepalend. In die hoofdzin staat het werkwoord altijd achteraan, en dat werkwoord bepaalt de tijd. Als bijvoorbeeld een hoofdzin in de OVT staat en een bijvoeglijke of bijwoordelijke bijzin in de OTT (wat meestal het geval is), dan wordt de hele zin als de Onvoltooid Verleden Tijd (OVT) begrepen.

Bijvoorbeeld op pagina 9, de eerste alinea:

娘はダイニング・キッチンを走りまわりながら、誇らしげに言った。
Letterlijk staat er: Apetrots, terwijl ze door de woonkeuken rent, antwoordde mijn dochtertje…
Apetrots, terwijl ze door de woonkeuken rende, antwoordde mijn dochtertje…

Of op pagina 52, de tweede alinea:

・・・そこに、私は娘の姿を見つけた。茶屋の隅にしゃがみこんだまま、娘は [・・・] 寝入っていた。娘の丸い姿を眺めているうちに、子どもの頃、小学校の講堂の隅に隠れていた男の子がいたことを不意に思い出した。
半日、その男の子の姿が見つからず、学校中の騒ぎになった。
... daar vond ik mijn dochtertje. Ze lag met opgetrokken knieën diep in slaap in een hoek van het theehuis […]. Toen ik het opgerolde figuurtje van mijn dochtertje keek, moest ik plotseling denken aan een jongen uit mijn basisschool die zich in een hoek van de aula verborg. De hele school stond op zijn kop omdat de jongen een halve dag lang nergens op school is gesignaleerd.
Daar vond ik mijn dochtertje. Ze lag met opgetrokken knieën diep in slaap in een hoek van het theehuis […]. Toen ik naar het opgerolde figuurtje van mijn dochtertje keek, moest ik plotseling denken aan een jongen uit mijn basisschool die zich in een hoek van de aula had verborgen. De hele school stond op zijn kop omdat de jongen een halve dag lang nergens op school was gesignaleerd.

Of op pagina 74, de laatste alinea:

風以外の侵入者を、一瞬連想せずにはいられない光景だった。が、この部屋ですでに冬、春と過ごし、夏を迎えていた私は、生身の人間がここに忍び込んでくることは決してないのだ、と春の頃とは裏腹の気持ちを持ちはじめていた。
(Het) was een tafereel dat ineens de gedachte bij mij doet opkomen dat er behalve de wind nog een andere indringer is. Maar ik breng inmiddels de winter en de lente in deze flat door en ging nu de zomer tegemoet, en ik raakte overtuigd ervan dat het eenvoudigweg onmogelijk is dat een levend wezen mijn woning kan binnendringen. (Het) was totaal tegenovergestelde aan de angst die me in de voorbije lente beving.
Het was een tafereel dat ineens de gedachte bij mij deed opkomen dat er behalve de wind nog een andere indringer was geweest. Maar ik had inmiddels de winter en de lente in deze flat doorgebracht en ging nu de zomer tegemoet, en ik was ervan overtuigd geraakt dat het eenvoudigweg onmogelijk was dat een levend wezen mijn woning kon binnendringen. Het was totaal tegenovergesteld aan de angst die me in de voorbije lente had bevangen.)

Kindertaal

De dialogen van het dochtertje van de ik-figuur zijn geestig. Allerlei typische kenmerken van het Japans komen daar in voor. Tsushima geeft heel nauwkeurig de kindertaal weer die Japanse kinderen met de paplepel krijgen ingegoten. Het is moeilijk te beoordelen of deze kindertaal in Nederlandse vertaling juist wordt weergegeven.

そうだよ。ママはしらなかったの?
Ja, hoor. Wist mama niet?
Ja, hoor. Wist je dat dan niet eens, mama?

バスも電車も
みえるんだぞ。おうちがゆれるんだぞ。
Kan bus en trein zien. Huis schudt ook, hoor!
Vanuit mijn huis kan ik de bussen en de treinen zien. Het huis schudt ook, hoor!

ウミ!ママ、ウミだよ。
Zee! Mama, is zee!  
Een zee! Mama, het is een zee!

De zinnen van Tsushima zijn kort, eenvoudig, nuchter en goed gebalanceerd. Het thema van alleenstaande jonge moeders is niet exclusief Japans, de problemen rond de ik-figuur zijn in het Westen herkenbaar. Alle vrouwen op aarde kunnen zich meteen herkennen in de dromen van de ik-figuur. Ook dat is een reden waarom dit boek wereldwijd aanspreekt.

Han Timmer en ik hebben getracht de sfeer van het origineel zo veel mogelijk in het Nederlands weer te geven. Wij denken dat dat ons goed gelukt is, juist vanwege Tsushima’s soepele manier van schrijven.

Noriko de Vroomen-Kondo vertaalde eerder boeken van Kenzaburo Oe, Bashō Matsuo, Kōbō Abe, Hana Mori, Makoto Ooka en Yoshiyuki Kamibayashi, telkens met behulp van Nederlandse co-vertalers als Pim de Vroomen, Frans Montens, Maarten Asscher, Marc Mooij, Henk Hoeks en Han Timmer.

Bij het vertalen van Domein van licht van Tsushima, door Noriko de Vroomen-Kondo

Delen op

€ 23,99
pro-mbooks1 : athenaeum