Noorse speed van Faldbakken en vertalers

11 maart 2021
| | | | |

Michiel Vanhee en Sofie Maertens vertaalden Matias Faldbakkens roman Wij zijn met vijf. Op ons verzoek schrijft Vanhee een toelichting op hun werk. Over de charme van het boek en de muziek die het boek draagt.

Dorpsroman op speed

Wij zijn met vijf is een bildungsroman waarin we de psychologische ontwikkeling van hoofdpersoon Tormod Blystad volgen vanaf zijn jeugd tot heden. Tormod groeit op in een klein en overzichtelijk Noors dorp, ontmoet er al op jonge leeftijd zijn latere vrouw Siv en kiest na een studententijd vol uitspattingen, drank en drugs voor een rustig burgerlijk leventje met een huisje, een tuintje, twee kinderen en een hond. Wanneer de hond op een dag spoorloos verdwijnt, ontstaan de eerste barsten in het vredige gezinsleven. Tormod gaat in zijn atelier aan de slag met zogenoemde dynamische klei. De kinderen zijn enthousiast over de klei, Siv is dat minder. Gaandeweg gaat de klei letterlijk een eigen leven leiden. De tot leven gewekte kleimassa vervangt de verdwenen hond als vijfde gezinslid. Al snel loopt een en ander echter compleet uit de hand…

Ik vertaalde deze roman samen met mijn vaste (vertaal)partner Sofie Maertens, maar spreek in dit stukje even voor eigen rekening, over hoe ikzelf het vertalen van Wij zijn met vijf heb ervaren. Toen ik deze ‘dorpsroman op speed’ in handen kreeg, voelde ik eigenlijk al na vijf bladzijden dat deze stevige brok spek voor mijn bek gemaakt was. Iets in de sensitieve, berekend-nonchalante schrijfstijl van de auteur appelleerde aan mijn taalgevoel, iets in de ironie en zwarte humor in het boek, de magisch-realistische absurditeit van het verhaal, sprak tot mijn verbeelding. Voeg daar nog het gevoel voor ritme, de muzikaliteit en de interesse voor muziek van de auteur aan toe, en deze vertaler was helemaal mee.

Rebels karakter

Ik focus even op de muzikale component van dit boek. Hoewel je de veelzijdige roman Wij zijn met vijf perfect zonder enige kennis van of interesse voor metal of hardrock kunt lezen, kan deze kennis of interesse wel voor een extra dimensie zorgen bij het degusteren van de tekst. Muziek is immers niet zomaar een achtergrondfenomeen in Wij zijn met vijf. Metallica’s verpletterende debuut Kill ‘em all uit 1983 vormt zowat de soundtrack bij Tormods jeugd (het album krijgt zelfs een eigen hoofdstuk, waarbij de auteur de lezer oproept om de tekst onder het genot van de muziek in kwestie te savoureren!), en iets van het rebelse karakter van die muziek sluipt onvermijdelijk in het karakter van de protagonist, en nog veel meer in dat van zijn Mefisto-achtige jeugdvriend Espen. Denk bij Metallica overigens niet aan de verzameling opgeblazen ego’s die de groep vandaag geworden is, maar aan de baanbrekende speedmetalband die ze in de jaren 1980 nog was.

Als het na vijftien jaar radiostilte tussen de jeugdvrienden Tormod en Espen tot een noodlottige reünie komt waarbij ze samen hun eigen monster van Frankenstein creëren, halen ze hun energie primair uit een lijntje of tien onversneden speed en secundair uit de loeiend luid afgespeelde speedmetal van het prille Metallica. Espen, een rasechte raté, vat zowel zijn eigen mislukte leven als het in zijn ogen makke gezinsgeluk van Tormod mooi samen in deze bizarre punchline:

«Fyyyyy faen, enten tok du feil da du hørte på Metallica som femtenåring, eller så lever du feil liv i dag!» kauket Espen over Seek and Destroy som kom på for tiende gang.
‘Gódverdomme, ofwel had je het bij het verkeerde eind toen je op je vijftiende naar Metallica luisterde, ofwel leid je vandaag het verkeerde leven!’ brulde Espen toen Seek and Destroy voor de tiende keer langskwam.

Met andere woorden: Espen luisterde naar Metallica op zijn vijftiende en is altijd trouw gebleven aan die rudimentaire, rebelse manier van leven, maar echt goed is dat allemaal niet uitgepakt. Ook Tormod luisterde naar Metallica op zijn vijftiende, maar leidt vandaag een meer gestandaardiseerd gezinsleven en heeft zijn zaakjes op orde. Toch is ook hij niet echt gelukkig. Wie heeft het dan wél bij het rechte eind? De muziek, en alleen de muziek. Let ook op de keuze van de song ‘Seek and Destroy’, een onverwoestbare klassieker die Metallica nog steeds live speelt. Het is precies wat Espen met Tormod doet: hij zoekt hem op en maakt hem kapot.

Frankenstein met Axl Rose’ stem

Even verder op het muzikaal-literaire pad komen we Guns N’ Roses tegen, nog zo’n Amerikaanse band die in de vroege jaren 1990 miljoenen jongeren heeft bereikt en op de een of ander manier heeft beïnvloed (en daar sindsdien al een slordige dertig jaar op blijft teren). Het voornoemde monster van Frankenstein, een kleiklomp die een eigen leven gaat leiden, laat voor het eerst letterlijk van zich horen met een oerschreeuw die zo uit de kwelende keel van Guns N’ Roses-zanger Axl Rose had kunnen komen:

Klumpen ga fra seg et langtrukkent, metallisk ul. Det var et innestengt, forpint hyl, som om en defekt ble tonesatt. Maken hadde Tormod aldri hørt. Eller, jo. Hvis han tenkte etter, hørtes skriket nøyaktig ut som Axl Rose sitt skingrende, trange 12 sekunder lange hvin, midt i Slash’ heftige gitarsolo nr. to, etter taktskiftet, i etterspillet (ca. 7:24) på November Rain, for den som husker det.
De klomp stootte een langgerekte, metalen schreeuw uit. Het was een gesmoorde, gekwelde gil, alsof een defect op muziek werd gezet. Zoiets had Tormod nog nooit gehoord. Of toch. Nu hij erover nadacht klonk de gil precies zoals de benauwde, twaalf seconden lange, schrille schreeuw van Axl Rose midden in de tweede hevige gitaarsolo van Slash in de coda (ca. 7:24) van November Rain, voor wie zich die nog herinnert.

Deze roman zou alleen al een succes zijn als iedere lezer die deze muzikale passage nog niet kent, die ook daadwerkelijk gaat opzoeken. De afsluitende gitaarsolo van Slash na de oerschreeuw mag wat mij betreft sowieso in de top vijf van (lucht)gitaarmomenten van de twintigste eeuw. Dat auteur/beeldend kunstenaar Matias Faldbakken een dergelijke fijngevoeligheid voor andere, vaak als minderwaardig beschouwde kunstvormen als metal en hardrock tentoonspreidt, strekt hem tot eer en vormt voor mij als muziekfreak een extra reden om zijn werk met plezier te vertalen.

I don’t like the drugs, but the drugs like me

Maar Wij zijn met vijf is meer dan muziek. Véél meer. Het verhaal gaat over verkeerde vrienden, ongelukkige keuzes, de lusten en lasten van het gezinsleven, het creëren van een monster, het verlies van controle over een situatie, het onvermogen tot communicatie, het roddelcircuit in een klein dorp, de kleingeestigheid van de mens, en de alles overweldigende oerkracht van de natuur, om maar een paar dingetjes te noemen. En dan heb ik het nog niet over drugs gehad. Die geestverruimende, maar o zo destructieve drugs. Voor hoofdpersoon Tormod gaat op wat voor heel wat druggebruikers geldt: hij wil de drugs eigenlijk niet, maar zij willen hém.

Hoe hij het doet, laat ik in het midden, maar de auteur slaagt er perfect in om een speed- of amfetaminetrip in woorden en zinnen te gieten: jachtig, ritmisch, chaotisch, verward, opgefokt, hyper. Geen sinecure om daar als nuchtere vertaler enige klaarheid in te scheppen en tegelijkertijd dat ‘speedgevoel’ te behouden. Het onderstaande fragment vormt een mooi voorbeeld van zo’n jachtige passage waarbij enige concentratie en taalkundige precisie nodig is om te kunnen volgen en weergeven wat er allemaal gebeurt. Wie het Noors met het Nederlands vergelijkt, zal zien dat we vooral in het eerste deel van het fragment een paar kunstgrepen hebben gedaan om een en ander ook in het Nederlands vlot te laten lopen: ‘misschien onbewust’ (kanskje underbevisst) werd bijvoorbeeld naar voren gehaald, en de Noorse bijzin over Espen die honderduit praatte (ved at Espen, samtidig som han snakket som en foss...) hebben we in het Nederlands met een dubbelepunt van het eerste deel van de zin gescheiden om de chronologie van de acties beter uit de verf te laten komen.

Og som tenkt, kan man nesten si, eller planlagt, og som både ønsket og fryktet, kanskje underbevisst, så også gjort, mellom diskusjonene, ved at Espen, samtidig som han snakket som en foss og la frem en hel del rotete og uoversiktlige hypoteser om leire og deig, blunket til Tormod, mens Jørstad nikket konsentrert og kom med sine replikker, slik at Tormod, på Espens tegn, idet Espen lanserte sitt store bidrag til samtalen - begrepet octopus motor - som kastet Jørstad inn i dyp konsentrasjon og innbitt notering på blokka, kunne bli med Espen «kjapt» ut for å «vise ham klosetten» slik at de fikk, Espen først, så Tormod, bøyd seg over sine lisser med pepperrull og trukket dem opp i nesehullene, og med det satt seg i den tilstand av pågangsmot og forvirrende ekstase som hadde muliggjort aktiveringen av denne deigen i første omgang – og som nå skulle hjelpe dem å deaktivere den. Slik Jørstad abstrakt hadde fryktet kvelden i forveien, skulle det ene problemet løses vet at neste uhyrlighet ble satt i spill. Men slik er det jo ofte der menneskene holder på.
Zo gedacht, zou je kunnen zeggen, of gepland, en, misschien onbewust gewenst en gevreesd, zo gedaan, tussen de besprekingen in: Espen, die honderduit praatte en een hele rits rommelige, onoverzichtelijke hypothesen over klei en deeg uit zijn mouw schudde, knipoogde naar Tormod terwijl Jørstad geconcentreerd knikte en zijn replieken formuleerde, zodat Tormod, op Espens teken, namelijk toen die zijn grootste bijdrage aan het gesprek leverde – het begrip octopus motor –, waardoor Jørstad in diepe concentratie verzonk en verbeten notities in zijn blocnote maakte, ‘snel’ even met Espen kon meegaan om ‘hem de weg naar het toilet te wijzen’, zodat ze zich allebei, eerst Espen en daarna Tormod, over hun lijntje pep konden buigen, het goedje in hun neusgaten konden opsnuiven en zichzelf op die manier in de toestand van daadkracht en verwarrende extase brachten die de activering van het deeg in eerste instantie mogelijk had gemaakt – en die hen nu zou helpen om het deeg te deactiveren. Zoals Jørstad de avond ervoor al vaag had gevreesd, zou het ene probleem worden opgelost door er een andere monstruositeit bij te betrekken. Maar zo gaat het vaak wanneer de mensen vrij spel hebben.

Kort samengevat: aan al wie (Noorse) literatuur een warm hart toedraagt: koop, leen of (als het echt niet anders kan) steel Wij zijn met vijf, het is een unieke trip en misschien wel het beste boek dat we tot nog toe hebben vertaald.

Michiel Vanhee en Sofie Maertens (allebei 1981) leren elkaar in 1999 kennen aan de Hogeschool voor Vertaalkunde in Gent. Na jarenlange omzwervingen in Duitsland en Noorwegen en een handvol hersendodende kantoorbanen in België kiezen ze voor een voltijds kluizenaarsbestaan als literair vertaler. Samen vertalen ze Noors werk van onder meer Karl Ove Knausgård, Simon Stranger, Karin Fossum, Matias Faldbakken en Rune Christiansen.

Noorse speed van Faldbakken en vertalers

Delen op

€ 19,95
€ 15,99
pro-mbooks1 : athenaeum