Over het vertalen van Józef Wittlins Het zout der aarde door Dirk Zijlstra

17 februari 2021
| | | |

Dirk Zijlstra vertaalde Józef Wittlins roman Sól ziemi als Het zout der aarde, een van de Schwob-wintertitels. Voor ons licht hij de roman en zijn vertaling toe, en een belangrijke term die in het Nederlands ongewoon is: Subordinatie.

N.B. We brengen ook een fragment uit de roman en Dennis van Velzen las het boek.

Een aanklacht tegen de oorlog

Omdat er al een Nederlandse vertaling van dit boek bestond, uit de jaren dertig, van de hand van A.E. Boutelje, was er eerst sprake van een herziening van die bestaande vertaling. Toen bleek dat het Nederlands toch wel heel sterk is veranderd, is besloten de Poolse tekst integraal opnieuw te vertalen. De bestaande Nederlandse vertaling heb ik achteraf wel geraadpleegd en ik heb ook dankbaar gebruik gemaakt van enkele mooie vondsten van Boutelje, als eerbetoon.

Hij heeft zijn vertaling, verschenen in 1937, onder zeer ongunstige omstandigheden gemaakt. In 1933 was Hitler in Duitsland aan de macht gekomen. Er vonden al boekverbrandingen plaats. De Duitse vertaling van Sól ziemi kon niet in Duitsland verschijnen maar moest als exilliteratuur verschijnen bij Allert de Lange. Dit boek is een aanklacht tegen de oorlog, terwijl de Tweede Wereldoorlog voor de deur stond. Het is wrang dat zowel de Duitse als de Nederlandse vertaler van dit boek, respectievelijk Izydor Berman en Abraham Boutelje, zijn omgekomen in de vernietigingskampen van nazi-Duitsland.

De adelaar

Op de eerste bladzijden beschrijft Wittlin meesterlijk hoe een wereldrijk, en dat was het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk, van de een op de andere dag ineenstort. Hij doet dit aan de hand van het symbool van de monarchie, de dubbelkoppige adelaar.

In de Poolse editie van 2011 die ik heb gebruikt staat op de eerste bladzijde een afbeelding van dat Habsburgse wapen. Hier de eerste zin:

Czarny ptak o dwu głowach, orzeł o trzech koronach, w szponach kurczowo zaciska złote jabłko i miecz obnażony.
De zwarte tweekoppige vogel, de adelaar met zijn drie kronen, klemt de gouden appel en het ontblote zwaard krampachtig in zijn klauwen.

De dubbelkoppige adelaar wordt vervolgens beschreven als ‘een opgejaagde haan […] die is weggestoven’. Weinig heldhaftig dus. ‘Met zijn kippenpoot strekt hij het heraldieke zwaard dreigend uit.’ Wittlin beschrijft hier hoe de adelaar, die de onderdanen van de keizer altijd had beschermd, zich nu plotseling tegen hen keert en ze de dood injaagt.

Subordynacja

Dat was de eerste zin van de proloog. Het eigenlijke boek gaat over de lotgevallen van een Hoetsoelse kruier, Piotr Niewiadomski, die wordt gepromoveerd tot baanwachter, omdat de eigenlijke baanwachter naar zijn legeronderdeel is vertrokken. Dan wordt ook Piotr opgeroepen voor de keuring. Hij wordt goedgekeurd en naar een opleidingskamp in Hongarije gestuurd om te worden klaargestoomd voor de heldendood aan het front.

In tegenstelling tot de hoofdpersoon van Stefan Zweigs verhaal De dwang (vertaling Ria van Hengel), de kunstschilder Ferdinand, die zich probeert te verzetten tegen de oproep om in dienst te gaan, komt het niet in de stationskruier Piotr op om dienst te weigeren. Als brigadier Durek de oproepingskaart voorleest aan de analfabete Piotr, is die niet onder de indruk.

Żandarm skończył czytanie, starannie złożył papier, oddał pozwanemu i obserwował wrażenie wywołane recytacją. Piotr milczał i zdawał się być obojętny. Żandarm nie był z tego zadowolony. Cały efekt przepadł. Więc żeby spotęgować grozę sytuacji i równocześnie uczynić aluzję do swojej władzy, rzekł:
- A wiecie, co teraz robimy z dezerterami? Sąd doraźny i kula w łeb!
- Tak powinno być! - odparł Niewiadomski.
Durek był upokorzony.
De gendarme was klaar met lezen, zorgvuldig vouwde hij het papier dicht, gaf het aan de gedaagde en observeerde welke indruk zijn voordracht op hem had gemaakt. Piotr zweeg en leek er onverschillig onder. De gendarme was daar niet tevreden over. Het hele effect was weg. Om de ernst van de situatie te benadrukken en tegelijkertijd een toespeling te maken op zijn macht, zei hij:
‘Weet u wat we tegenwoordig met deserteurs doen? Standrecht en de kogel!’
‘En terecht!’ reageerde Niewiadomski.
Durek was vernederd.

In het leger moet hij leren de godheid Subordynacja te dienen. Wat ik lastig vond om te vertalen was het woord Subordynacja=subordinatie. Wij zijn vertrouwder met het tegenovergestelde: insubordinatie. Maar Van Dale kent het wel: ‘ondergeschiktheid en de daaruit voortvloeiende gehoorzaamheid (m.n. van militairen ten opzichte van hun meerderen)’. Ik heb nog getwijfeld of ik het niet moest vertalen met toegankelijker woorden als ondergeschiktheid, discipline of tucht maar heb uiteindelijk toch gekozen voor subordinatie, ervan uitgaand dat de lezer de link wel legt.

Als er rond het kamp wachtposten worden uitgezet, bekruipt Piotr het gevoel dat er iets mis is…

Kadra zaciągała na noc posterunki. Rozprowadzał je feldfebel inspekcyjny. Pod płotami okalającymi kadrę, przy każdym baraku, przy kolczastych drutach, przy głównej bramie, ozdobionej jedliną i chorągwiami na cześć zwycięstwa pod Kraśnikiem – przechadzał się teraz zbrojny człowiek. Tam i z powrotem.
Nie ufano nam. Byliśmy otoczeni z wszystkich stron jak obóz jeńców.
In het kamp werden de wachtposten voor de nacht betrokken. De feldwebel van dienst zette ze uit. Bij de omheining rond het kamp, bij iedere barak, bij het prikkeldraad, bij de hoofdpoort, afgezet met dennentakken en vlaggetjes ter ere van de overwinning bij Kraśnik, wandelde nu een gewapende soldaat. Heen en weer.
Ze vertrouwden ons niet. We waren van alle kanten omsingeld als een gevangenenkamp.

Piotr is gelovig en gezagsgetrouw, maar het gevoel wordt langzaam sterker.

- Dobrze – mówił sobie – jest wojna. To się wie. Ale czemu tyle strachu, tyle złości, tyle kar nagromadził cesarz na swoich własnych ludzi? Czy nie lepiej byłoby całą złość schować na Moskala? Przecież z nim jest wojna, nie z nami. Po co psuć austriacką, dobrą, katolicką krew?
Goed, zei hij bij zichzelf, het is oorlog. Dat weten we. Maar waarom laat de keizer zoveel angst, zoveel woede, zoveel straffen los op zijn eigen mensen? Zou het niet beter zijn al die woede te richten op de Moskal? Met hem is het toch oorlog, niet met ons. Waarom Oostenrijks, goed, katholiek bloed vergallen?

Ik vond het erg plezierig om dit boek te vertalen omdat Wittlin een prachtige, beeldende stijl hanteert, met veel ironie en humor.

Dirk Zijlstra vertaalde uit het Pools werk van onder anderen Olga Tokarczuk (met Charlotte Pothuizen) en Anna Bikont (met Karol Lesman, Charlotte Pothuizen en Goverdien Hauth-Grubben). Uit het Frans vertaalde hij werk van onder anderen Dominique Fernandez, Erik Orsenna en Dan Franck.

Over het vertalen van Józef Wittlins Het zout der aarde door Dirk Zijlstra

Delen op

pro-mbooks1 : athenaeum