Over het vertalen van De klacht van de buffel door Wilt Idema

28 maart 2023
| | | |

Wilt Idema vertaalde De klacht van de buffel en andere klassieke dierenfabels uit het Chinees. Op ons verzoek licht hij zijn vertaling toe. Over een buffel in de eerste of derde persoon, toon en regellengte, poëtische taal en de onmogelijkheid van rijm.

De oorspronkelijke regels van de eerste strofe van De klacht van de buffel, in Chinese karakters, in transcriptie en in woord-voor-woord-glossen:

性魯心愚
Xing lu xin yu
Aard lomp hart dwaas

住煙村飽諳農務
Zhu yan cun bao an nong wu
Wonen mist dorp zat kennen boer werk

醜則醜勘堪畫堪圖
Chou ze chaou kan hua kan tu
Lelijk dan lelijk geschikt schilderen geschikt tekenen

杏花村
Xing hua cun
Abrikoos bloesem dorp

桃林野
Tao lin ye
Perzik bos veld

春風幾度
Chun feng ji du
Lente wind hoeveel keer

疏林外紅日西晡
Shu lin wai hong ri xi bu
Schaars bos buiten rood zon westen namiddag

載吹笛牧童歸去
Zai chui di mu tong gui qu
Dragen blazen fluit hoeden knap terugkeren gaan

En in de uiteindelijke vertaling:

Mijn aard is lomp, mijn geest is simpel,
Woonachtig in een dorp was ik vertrouwd met boerenwerk.
Hoe lelijk ik ook was, ik werd getekend en geschilderd:
In Abrikozebloesemdorp
Of op het Perzikbomenveld –
Hoe dikwijls in de lentewind?
Wanneer achter het bos de rode zon ter kimme neigde,
Droeg ik de herdersjongen met zijn fluit naar huis terug.

De rol van de waterbuffel

Dit is de eerste lied uit De klacht van de buffel, een dramatische monoloog door Yao Shouzhong (ca. 1300). Het duurt even voor de moderne lezer van de Chinese tekst doorheeft dat hij of zij niet te maken heeft met beschrijving van het dier in de derde persoon, maar dat de klacht in de mond is gelegd van het dier zelf dat, zoals aan het einde zal blijken, al lang en breed geslacht is en zich richt tot de koning Yama, de heerser van de onderwereld.

Het Chinees hoeft nu eenmaal het grammaticale onderwerp niet te specificeren als dat uit de context wel duidelijk zal zijn, en ik had natuurlijk als vertaler ook wel de mogelijkheid om die ambiguïteit nog even te bewaren, door te vertalen: ‘Een lompe aard, een simpel hart: / Woonachtig op een dorp heel goed vertrouwd met boerenwerk; / Hoe lelijk misschien ook, heel vaak geschilderd en getekend: / In Abrikozenbloesemdorp / Of op het Perzikbomenveld - / Hoe dikwijls in de lentewind? / Wanneer achter het bos de rode zon in ’t westen zinkt / De herdersjongen dragend met zijn fluit op weg naar huis terug.’

Maar we hebben hier te maken met een lied dat bedoeld was om gezongen te worden, dus ik ben er maar van uitgegaan dat de zanger op de een of andere wijze te kennen gaf dat hij de rol speelde van een waterbuffel, en daarom heb ik De klacht vanaf de eerste regel in de eerste persoon vertaald. Had ik dat niet gedaan dan had ik het onvoltooid tegenwoordig deelwoord nog lang hebben moeten volhouden. Uiteindelijk zou de aap toch uit de mouw gekomen zijn dat het verleden beschreven werd.

Toon, karakters en jamben

De vertaler van de klassieke Chinese poëzie moet berusten in het feit dat hij of zij vele formele aspecten van de tekst niet kan reproduceren in een Indo-Europese taal als het Nederlands. Het Chinees is een toontaal, en de dichters vermijden het in het algemeen om dezelfde toon te vaak te herhalen binnen een regel, en proberen de afwisseling van tonen in twee opeenvolgende regels te contrasteren. Ik ken geen vertaler van Chinese gedichten die ooit geprobeerd heeft dat gebruik van tonen in de vertaling te reproduceren, en in de transcriptie heb ik de  toontekens boven de klinkers dan ook maar weggelaten. 

Wel heb ik geprobeerd de afwisseling in regellengte te volgen. In het algemeen stemt het aantal jamben per regel overeen met het aantal karakters in de overeenkomstige Chinese regels, ook al zullen ijverige cijferaars spoedig ontdekken dat ik soms wat smokkel: de regels vier en vijf bestaan in het Chinese origineel elk uit drie jamben, maar in mijn vertaling zijn dat er vier. In het Chinees heeft een regel van vier karakters een nogal prozaïsch karakter, en dat is in de eerste regel van het lied hier ook zeker het geval, wat door de inhoud nog eens weer wordt benadrukt.

Dichterlijke clichés en rijm

Regels met een oneven aantal karakters zijn in het algemeen poëtischer, en we zien in de loop van het lied de taal dan ook steeds poëtischer worden. De Chinese abrikoos en perzik evenaren moeiteloos de westerse roos als dichterlijk cliché. Ik voelde me dan ook zeker gerechtigd om de rode zon ter kimme te laten neigen ter inleiding van de laatste regel waarin het bij schilders zeer geliefde beeld wordt opgeroepen van de waterbuffel die een fluitspelende herdersjongen naar huis draagt.

Village Song, door Xu Beihong (1936)Village Song, door Xu Beihong (1936)

Alle Chinese poëzie rijmt, en dat geldt ook voor dit lied. Vrijwel iedere regel eindigt op –u, wat in het Chinees wordt uitgesproken als –oe. Die rijmklank is ongetwijfeld gekozen om het klagelijk loeien van het rund te suggereren. Yao Shouzhong houdt dezelfde rijmklank de hele monoloog lang vol. Maar ik heb mijn pogingen om berijmde vertalingen te maken (en daarbij de Chinese rijmpatronen te reproduceren) al heel spoedig opgegeven. Het leidt in mijn handen tot opeenhopingen van stoplappen die weinig meer van doen hebben met de oorspronkelijke gedichten.

Wilt L. Idema (1944) doceerde Chinese letterkunde aan de Universiteit Leiden en Harvard University. Voor zijn vertalingen van klassieke Chinese poëzie ontving hij de Martinus Nijhoff Vertaalprijs. Recent verscheen een, grondig herziene, nieuwe editie van de door hem samengestelde bloemlezing Dertig eeuwen Chinese poëzie.

pro-mbooks1 : athenaeum