Recensie: Darius III verslagen en weggeschreven uit de geschiedenis

25 november 2015 , door Charlotte Van Regenmortel
| | | |

Hoe ervaren we een bezoek aan de ruïnes van de door Alexander verwoeste stad Persepolis? Zien we het als een plek van triomf? Vaak luidt het antwoord ja. Ook door moderne historici wordt de Macedonische overname van het Perzische rijk nog steeds veelal gezien als een succesverhaal, dat het begin inluidde van het kortlevende maar grootse rijk van Alexander. In het magistrale Darius in the Shadow of Alexander vraag de oudhistoricus Pierre Briant zich af waarom onze interesse zo op Alexander gericht is dat we de heerser van het andere rijk vergeten zijn. Door charlotte van regenmortel

Wie was Darius?

Darius in the Shadow of Alexander is het boek dat Pierre Briant, een van de weinige oudhistorici die een uiterst gedetailleerde kennis heeft van zowel het westerse als oosterse bronmateriaal, naar eigen zeggen al tijden wilde schrijven als aansluiting op zijn monumentale geschiedenis van het Achaemenidische rijk. Het boek vormt een verslag van een zoektocht naar de heerschappij en persoon van Darius III, dat vertrekt vanaf het Achaemenidische bronmateriaal en reikt tot middeleeuwse Iraanse teksten. Briant besteedt ruime aandacht aan de Graeco-Romeinse historiografen, en ook het sporadische archeologische en kunsthistorische materiaal passeert de revue.

Wie hoopt op een biografie van deze vorst zal echter teleurgesteld worden. Keer op keer moet Briant concluderen dat het bronmateriaal ontoereikend is. Hoewel dit van de vaak vooringenomen Graeco-Romeinse auteurs enigszins te verwachten valt, is het des te treffender dat Darius zelfs in de contemporaine Achaemenidische bronnen zo goed als onzichtbaar blijft. Ook de latere Iraanse bronnen omarmen Alexander, onder de naam Iskander, als leider ten nadele van Darius. Opvallend is bijvoorbeeld de geschiedenis omtrent een reliëf waarop twee mannen op paarden staan afgebeeld. Vroegmoderne reizigers, zoals de Nederlander Cornelis de Bruyn, waren aangewezen op ‘de mensen van het land’ wat betreft de identificatie van de twee figuren. Zij dachten dat het ging om Alexander en Darius. Hoewel later bleek dat het reliëf uit de veel latere Partische periode dateert, is het een goede illustratie van de manier waarop Alexander alomtegenwoordig bleef.

Briant analyseert de verschillende bronnen in groot detail, en brengt verscheidene interessante interpretaties naar voren. In dit proces neemt hij de lezer bijvoorbeeld mee langs de verschillende literaire stijlen waarin de Greco-Romeinse auteurs actief waren en die ze imiteerden. Hij laat hierbij zien dat Alexander in deze historiografische werken wordt opgezet als homerische held, terwijl Darius afgeschilderd wordt als een lafhartige leider, die door zijn ‘oosterse decadentie’ niet in staat was tot goed leiderschap.

Hoewel de achterliggende agenda van deze bronnen duidelijk is, waarschuwt Briant de lezer echter wel dat een simpelweg omgekeerde interpretatie van het bronmateriaal ook niet voldoende is. Een deel van het boek is daarom niet gericht op een reconstructie van het leven en persoon van Darius, maar eerder waarom de bronnen en onze interpretaties zijn zoals ze zijn.

Een geschiedenis van het vakgebied

Kenmerkend is dat Briant zich fel uitspreekt tegen de historische biografie, omdat dat genre nogal eens haar onderwerp verheerlijkt, maar ook omdat het vaak geen ruimte laat voor de grotere structurele interpretaties. Het boek vormt zo ook een beschrijving van de oudheidkunde, waarin de geschiedenis van het oosten stelselmatig miskend is geweest. Als dat wel gebeurde, was het vaak vanuit een kolonialistisch oogpunt, waardoor Darius en zijn rijk opnieuw bestempeld werden als ongeciviliseerd en in blijde afwachting van hun westerse veroveraar. Briant ageert dan ook tegen deze interpretaties en wil niet per se de geschiedenis van Darius beschrijven, maar eerder de geschiedenis van de interpretaties van zijn figuur die de geschiedenis gekend heeft.

Hoewel Briant moet bekennen dat zijn geschiedenis van Darius voor een groot deel weer een geschiedenis van Alexander werd, heeft hij ook hoop voor de toekomst. In het magistrale laatste hoofdstuk laat hij zien hoe de Greco-Romeinse bronnen wel degelijk van nut zijn, wanneer ze geïnterpreteerd worden aan de hand van wat bekend is over het Achaemenidische rijk. Daarbij komt ook dat we de Graeco-Romeinse historiografen niet als historici moeten zien, en we ons daarom ook moeten afvragen of we daadwerkelijk geïnteresseerd zijn in de vraag of Darius’ handelen moedig was of niet ten opzichte van dat van Alexander.

Een boek over Geschiedenis

Darius in the Shadow of Alexander is een prachtig boek, dat verplichte kost is voor iedereen die geïnteresseerd is in de deze periode. Hoewel het boek complexe materie behandelt en een ontzettende hoeveelheid bronnen gebruikt, worden deze bijna altijd volledig geciteerd, waardoor de lezer gemakkelijk bij de les blijft en de kans krijgt om zijn eigen mening te vormen. Maar de belangrijkste reden om dit boek te lezen, is dat het verscheidene waarschuwingen bevat over de maakbaarheid van het verleden en hoe we daarmee om moeten gaan, en tegelijkertijd een kijkje biedt in de keuken van de oudhistoricus.

Charlotte Van Regenmortel studeert Oude Geschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en is hoofdredacteur van Skript Historisch Tijdschrift

pro-mbooks1 : athenaeum