Recensie: De Pool en de waarheid

22 juli 2015 , door Arjen van Meijgaard
| | |

De verhalen van Fouad Laroui, naast schrijver ook universitair docent (Franse taal en cultuur, UvA), zijn lichtvoetig, maar ze gaan ook over de essentiële waarden in de omgang tussen mensen. Kun je elkaar altijd geloven of geloof je de ander ook tegen beter weten in? Is liefde te definiëren, en zo ja, moet je je dan ook aan je eigen definitie houden? Is het erg als je door misleiding datgene krijgt wat je altijd wilde? Laroui presenteert die vragen in Les noces fabuleuses du Polonais op speelse wijze, bezien vanuit de Marokkaanse cultuur. Door arjen van meijgaard.

Vertelcultuur

Enkele van de in totaal vijf verhalen spelen zich af in of rondom plekken waar verteld of gediscussieerd wordt, zoals op een school, in een restaurant of in een café. Mensen komen er samen om hun leven te delen. De lezer waant zich aan een belendend tafeltje, legt zijn oor te luisteren en geniet van de geschiedenissen die er de ronde doen, zoals in ‘Trois mensonges de Torrès’, het laatste verhaal van de bundel.

Torrès, van wie iedereen weet dat hij dingen verzint, is een begenadigd verteller. De luisteraars hangen aan zijn lippen, willen weten hoe het afloopt, proberen zijn verzinsels onderuit te halen. Maar steeds weer weet hij hen op het verkeerde been te zetten. Als ze er iets tegen inbrengen, zegt hij: ‘Je me suis posé la question moi-même.’ Zo haalt hij de wind uit de zeilen van de tegenstander, hij voegt zich bij hem om vervolgens verder te vertellen.

De Poolse bruidegom

Het titelverhaal gaat over een Poolse werkgever die zich op ludieke wijze in de luren laat leggen. Hij wil graag alles te weten komen van de Marokkaanse cultuur, schrijft woorden en uitdrukkingen op in een klein notitieboekje en slaat het aanbod om een typische lokale bruiloft van dichtbij mee te maken niet af. Maar dat dichtbij is wel heel dichtbij.

De Pool is tandarts bij een internationaal bedrijf en heeft als een van de weinige hoger geplaatste medewerkers ook contact met de arbeiders. Een van hen belooft hem de ervaring van de bruiloft en hoewel je als lezer al snel door hebt dat het de verkeerde kant opgaat, ontspint het verhaal zich toch heel geloofwaardig. De naïeve Pool komt steeds een stapje verder in het proces. Hij koopt een mooi pak, doet aanbetalingen en hoewel hij zich verbaast over de hoogte ervan, denkt hij dat het klopt. Tot na de huwelijksnacht, dan wordt hem duidelijk waar het om ging. Maar is dat erg?

Hoe absurd het ook lijkt, juist door de cultuurverschillen, de naïviteit van de Pool en slinksheid van de arbeiders, wordt het aannemelijk gemaakt. Het is een modern sprookje, de karakters hebben duidelijke eigenschappen en worden niet verder uitgediept.

De waarheid

In La toile mystérieuse eet een politiecommissaris elke dag op hetzelfde tijdstip in hetzelfde restaurant. Zijn plekje wordt door de restauranthouder vrijgehouden, aan hetzelfde tafeltje. En dan hangt er ineens een schilderij aan de muur tegenover hem. Niet zonder bedoeling, blijkt achteraf. De commissaris wordt door slim nadenken op een spoor gezet en als een Marokkaanse Maigret ontdekt hij met het mysterieuze schilderij als aanknopingspunt de waarheid achter een vreemde zelfmoord.

En af en toe neemt Laroui de Marokkaanse cultuur of het geloof op een vrolijke manier op de hak. Zoals in het verhaal van de Pool, die zich voor de zogenaamde bruiloft ook moet bekeren tot de islam. Hij is het er niet mee eens: ‘Qu’est-ce que c’est cette religion ? Tu entres, on te coupe le zizi, tu sors, on te coupe la tête.’

Het derde verhaal is meer een script: ‘Géométrie de l’amour.’ Drie docenten op een middelbare school, twee vrouwen en een man, discussiëren in de pauze, onder andere over de liefde. Maar ook daar speelt weer de vraag: wat is waar? Zijn er universele waarheden, zoals vaak verwoord in spreekwoorden? Alain, de docent wiskunde, is het daar niet mee eens:

'La sagesse populaire dit: “Il n'y a pas de fumée sans feu.” Or, c'est faux, c'est totalement faux : il y a des rumeurs parfaitement infondées, il y a des calomnies gratuites… Combien de malheureux ont vu leur vie, leur réputation ruinées à cause de ce genre de diction “Il n'y a pas de fumée sans feu”, qui a l'air vrai, raisonnable, mais qui est en fait… une belle connerie !'

Dat woord bestaat niet

De verhalen van Laroui zijn luchtig met een serieuze ondertoon en geven bovendien een interessant inkijkje in de Marokkaanse cultuur. In kleurrijke en beeldende zinnen laat hij zijn personages aan het woord. Soms interrumpeert hij, als metaverteller, al is het in een voetnoot, en geeft daarbij bijvoorbeeld aan dat de personages hun eigen woordenschat hebben, waar hij als schrijver zich naar heeft te voegen. Zoals bij Torrès, die zijn toehoorders verwijt dat ze het nog steeds niet begrepen hebben. 'Vous n’avez pas compirs, bande d’ânes ? Malgré tous les indices, les fortuités, les bizarreries?' Bij ‘fortuités’staat in een voetnoot: 'Ce mot n’existe pas, mais impossible de faire entendre raison à Torrès, qui l’utilise régulièrement.'

Het meest diepzinnig is misschien nog wel die discussie tussen de drie docenten, omdat de lezer uitgedaagd wordt mee te doen, ook zijn mening te vormen over bepaalde vraagstukken en daardoor tijdens het lezen aan het denken gezet wordt. De andere verhalen zijn echter niet minder waardevol, op een knappe en vermakelijke manier geeft Laroui aan dat de grens tussen waarheid en verzinsel dun is. Het is maar net hoe het verpakt wordt, wie het verhaal hoort en vooral: wat de lezer of luisteraar wil horen.

Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere NBD/Biblion, en eenboekrecensie.blogspot.nl, waarop hij impressies over vergeten boeken noteert

pro-mbooks1 : athenaeum